PortrettenGevlucht uit Marioepol
Julia mist Marioepol. ‘Je leven wordt verwoest, maar je kunt geen vaarwel zeggen’
Een jaar geleden gaven de laatste verdedigers van de staalfabriek zich over en viel Marioepol in Russische handen. De maandenlange bombardementen op de Oekraïense havenstad kostten aan duizenden burgers het leven. Wie erin slaagde te ontkomen, kwam in de Zuid-Oekraïense stad Zaporizja terecht. Hun hoop is nu gevestigd op het Oekraïense tegenoffensief.
Humanitair werker Julia Dresvjannikova: ‘Verraad’
Elke nacht had Julia Dresvjannikova dezelfde droom. Dat ze gewoon thuis was, in haar appartement, in Marioepol. “Ik ruimde op, ik boende de vloer, zette de spullen op hun plek.” Pas na een maand of acht stopten de nachtelijke mijmeringen. “Inmiddels houd ik mezelf in de hand”, zegt ze, terwijl ze haar vuisten balt. “Maar als ik in de winkel een vaas zie die me herinnert aan dezelfde die ik thuis had, dan koop ik die niet. Dat voelt als verraad.”
Het humanitair centrum ‘Ja Marioepol’ of ‘Ik, Marioepol’ in Zaporizja bestaat nu een jaar. Dus poseert de initiatiefneemster graag voor een muur die voor die gelegenheid is volgehangen met ballonnen in het blauw-geel van de Oekraïense vlag. “We hadden niet verwacht dat we hier zo lang zouden zijn”, zegt ze. In het centrum zijn de dokter, de tandarts, de kapper en de crèche gratis voor vluchtelingen, die doorgaans weinig te besteden hebben.
Zelf ontvluchtte Dresvjannikova op 16 maart vorig jaar haar geboortestad. Die werd op dat moment hevig gebombardeerd. “Je begrijpt dat je complete wereld wordt verwoest, maar je kunt geen vaarwel zeggen.” Pas diep in april slaagde ze erin Zaporizja te bereiken; een lastige tocht langs talloze controleposten. “Nu mis ik de stad, mijn huis, de zee…”
Contact met de achterblijvers in Marioepol heeft ze niet. “Ze zeggen zulke onplezierige dingen. Ze willen duidelijk bij Rusland horen”, zegt ze. “Zijn ze anders gaan denken over Oekraïne en Rusland? Of kunnen ze niet weg omdat ze voor hun oude of zieke ouders moeten zorgen en zijn ze bang om te zeggen wat ze willen?” In de bezette stad is sprake van een informatievacuüm, denkt ze. Zo zou er een auto door de stad rijden die nepnieuws uitzendt, bijvoorbeeld dat ook Zaporizja inmiddels Russisch is.
Dresvjannikova vestigt haar hoop op het door Oekraïne aangekondigde tegenoffensief. Als het lukt Marioepol te bevrijden, mag er voor collaborateurs geen genade zijn, vindt ze. “We weten wie ze zijn. Ze zullen vluchten.” Vraag is wat er na de herovering overblijft van de stad, die ook de Russen niet zomaar zullen opgeven: de bezetter maakt van de renovatie van de stad een propagandapunt. “Alles is gestolen, maar de muren van mijn huis staan er nog. Ik hoop dat die tenminste heel zullen blijven.”
Leger-kapelaan Maksym Prokopenko: ‘Herbouwen’
Halverwege de route naar het zuiden verruilt Maksym Prokopenko zijn petje voor een helm: het front is dichtbij. “We bereiden ons voor”, zegt hij. De achterbak van zijn auto is gevuld met voedselpakketten voor dorpsbewoners en materieel voor militairen. “Waar het offensief ook plaatsvindt, er zal veel vernietigd worden. Dan is er behoefte aan alles.”
De kapelaan, oftewel legerpredikant, runde een antiquariaat in Marioepol. Begin maart vorig jaar vond hij veilig onderdak in Zaporizja. Op de eerste dag van de invasie had hij de kinderen van de protestantse kerk waarvan hij lid was geëvacueerd uit de havenstad. Een paar dagen later was terugkeren naar huis al niet meer mogelijk. “Overal waren controleposten, zowel van het Russische als het Oekraïense leger.” Nu verleent hij vanuit Zaporizja hulp aan bewoners en militairen.
De eerste maanden na de vlucht overheerste bij hem de depressie. “Hoe kon ons dit overkomen? Marioepol bestaat niet meer. De stad is volledig verwoest.” Nu ziet hij het anders: Marioepol vervulde een heldenrol. “Het beleg vertraagde de Russische opmars voor drie maanden, en ging met grote verliezen gepaard. Dat stelde onze jongens in staat deze regio van verdedigingswerken te voorzien. Als al die troepen richting Zaporizja hadden kunnen oprukken, zouden de verwoesting en het aantal burgerslachtoffers veel hoger zijn.”
Ook Prokopenko, die als kapelaan veel contact met militairen heeft, rekent op een offensief. Hij waarschuwt voor teleurstelling. “Verdedigen is veel makkelijker dan terugveroveren.” Het afgelopen jaar hebben de Russen op hun beurt tijd gehad het bezette gebied te fortificeren. “Als we de verbinding tussen de Donbas en de Krim kunnen doorsnijden, zou dat al een geweldig resultaat zijn.”
Inmiddels is de kapelaan aangekomen in een dorp aan het front. Uit de kelder van een flat komen twee militairen gekropen, die dankbaar de spullen in ontvangst nemen: onder meer een tablet voor verbinding met een drone, een generator en hygiënische producten. “Op dit moment proberen onze jongens chaos te zaaien bij de Russen, door hun bases, transport en munitieopslag te raken. Zodra ze de controle verliezen, zullen we aanvallen”, denkt de kapelaan. “Uiteindelijk zullen we Marioepol herbouwen.”
Lees ook:
Sergej (63) en Iryna (62) ontsnapten uit Marioepol. ‘Het idee dood te zijn gaf enige opluchting’
Samen met zijn vrouw overleefde Sergej Vaganov de belegering van Marioepol en de vlucht uit de havenstad.