InterviewDarfur

Jarenlang kon niemand Jebel Marra in of uit. Florine Bos ging er helpen

Florine Bos van Unicef trekt op een ezel het Jebel Marra-gebergte  in. Beeld Unicef
Florine Bos van Unicef trekt op een ezel het Jebel Marra-gebergte in.Beeld Unicef

Bergdorpen in Darfur waren lang onbegaanbaar vanwege hevige gevechten. Florine Bos van Unicef vertelt wat zij er aantrof toen ze onlangs het gebied bezocht.

Erik van Zwam

Vanuit de hoofdstad Nyala van Zuid-Darfur in Soedan is het zes uur rijden naar de plaats Kas, aan de voet van de Jebel Marra – het hoogste gebergte van de Sahel. Daarna is er een geitenpaadje de bergen in. Toen Florine Bos van Unicef in juni in het gebied was had ze de keus tussen een ezel, een dromedaris of zelf lopen. Ze stapte op een ezel, die haar in drie uur door de rotsformaties omhoog naar het dorpje Gorlanbang bracht.

Dromedarissen vervoerden Unicef-pakketten met eten voor ondervoede kinderen, onderwijsspullen en andere noodgoederen. Het was voor het eerst in ruim tien jaar dat Unicef weer buitenlandse hulp naar Jebel Marra kon sturen. De ellende in het gebied gaat zelfs langer terug, want de oorlog in de provincie Darfur tussen het Soedanese leger en lokale rebellen begon al in 2003. 300.000 mensen werden toen gedood, 2,5 miljoen sloegen op de vlucht. Pas in 2019 toen dictator Omar al-Bashir werd afgezet, verminderden de aanvallen.

Grond bezaaid met kogelhulzen

Jebel Marra was al die tijd toneel van hevige gevechten, van luchtaanvallen door de Soedanese luchtmacht, en van raketaanvallen vanaf de grond. Onderweg omhoog op de ezel kwam Florine Bos door dorpen waar de verlaten huizen door bombardementen deels waren ingestort, en waar de grond bezaaid lag met kogelhulzen. Sommige van die gehuchten werden tien of zelfs twintig jaar geleden verlaten. De bewoners zochten hun toevlucht in diepe grotten hoog in de bergen; ook velen die in de omgeving van Jebel Marra woonden, deden dat.

Door de gevechten kon jarenlang niemand Jebel Marra in of uit. De vruchtbare grond van de akkers tussen de heuvels kon niet worden bewerkt vanwege de bommen. Voedsel werd uiterst schaars. Medicijnen raakten op. Kinderen gingen niet meer naar school.

Hulppaketten van Unicef kunnen Jebel Marra alleen bereiken per dromedaris. Beeld Unicef
Hulppaketten van Unicef kunnen Jebel Marra alleen bereiken per dromedaris.Beeld Unicef

De laatste hulp van buitenlandse humanitaire organisaties dateert van 2010 of 2011. Toen Florine Bos aankwam in Gorlanbang viel de avond. “Er is nergens schoon water, geen elektra, geen telefoon en geen internet. Nadat de zon onder is, is het pik- en pikdonker. Het is zo afgelegen. Gorlanbang is de centrale plaats met zo’n duizend inwoners in het zuidelijk deel van Jebel Marra”, vertelt ze. Het is een van de 430 afgelegen dorpen hoog in de bergen.

Mensen waren blij haar te zien; eindelijk is er weer contact met de buitenwereld. “Als het donker werd kwamen dorpsbewoners samen om met ons te eten onder een prachtige sterrenhemel. Om acht uur ’s avonds ga je daar slapen en ’s morgens om vijf uur met het eerste licht sta je op.”

Helemaal rustig is het overigens nog niet. Ook na de val van Al-Bashir zijn er in de regio nog gevechten geweest met regeringstroepen en de militie RSF. De lokale rebellengroep SLA/M weigert tot nu toe als een van de weinige van de vele bevrijdingsbewegingen in Soedan deel te nemen aan vredesbesprekingen in de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba. Met de meeste verzetsgroepen sloot de regering in Khartoem in de afgelopen paar jaar een overeenkomst.

Verloskundigen op ezeltjes

Unicef probeert met hulp en veel praten vertrouwen te winnen, zodat vooral vrouwen en kinderen een beter leven krijgen. “Vrede is de beste kans voor iedereen.” Dat het nodig is merkte Bos overal waar ze kwam. In de periode dat zij er namens Unicef was, werden gemiddeld 95 baby’s per maand geboren in de 430 dorpen in Jebel Marra. “Er zijn maar drie verloskundigen, die op ezeltjes of te voet door valleien, langs ravijnen en over bergtoppen bij bevallende vrouwen moeten zien te komen, die mensen zijn overbelast.” Veel baby’s sterven door complicaties en een ziekenhuis of medicijnen zijn er niet.

Ze maakte zelf zo’n geval mee. “Het ging om een moeder die voor de zevende keer moest bevallen. Al vijf baby’s waren doodgeboren. Ze had nog steeds maar één kind. Ook nu ging het niet goed met de baby. Ze is met weeën op een ezel naar de stad Kas gezet. Het moet een vreselijke barre tocht zijn geweest. Daarna is ze met de Unicef-auto naar het ziekenhuis gebracht. Maar moeder en kind hebben het overleefd.”

In dorpjes in het Jebel Marra-gebergte zitten wel honderd kinderen in een klas. Lesmateriaal ontbreekt, er is allen een oud schoolbord en wat krijt om mee te schrijven. Beeld Unicef
In dorpjes in het Jebel Marra-gebergte zitten wel honderd kinderen in een klas. Lesmateriaal ontbreekt, er is allen een oud schoolbord en wat krijt om mee te schrijven.Beeld Unicef

De afgelopen tien jaar was zo’n reis onmogelijk. Zwangere vrouwen kwamen niet door de linies heen. Tegelijkertijd is deze ene vrouw, die het nu gered heeft, een uitzondering. Veel vrouwen die moeten bevallen zitten hoog in Jebel Marra en wonen simpelweg te ver van een ziekenhuis. Er moeten snel meer gezondheidswerkers, klinieken en medicijnen in Jebel Marra komen. “En scholen”, voegt Bos eraan toe. “Nu zitten er honderd kinderen per klas zonder schoolspullen in gebouwtjes die op instorten staan.”

Lees ook:

In een grot in Darfur afgesneden van alle hulp.

In de Soedanese regio Darfur leven tienduizenden ontheemden in donkere grotten die door niemand worden geholpen. Klaas van Dijken wist als eerste journalist in jaren het gebied binnen te komen. Hij zag de verschrikkelijke gevolgen van de brute militaire campagne.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden