Oorlog in Oekraïne
Is het Duitse leger klaar voor de grootse plannen van bondskanselier Scholz?
Duitsland neemt na 75 jaar afscheid van een zeer terughoudend militair beleid. Maar is het land wel klaar voor dit ‘keerpunt in de geschiedenis’?
Als de wereld een week geleden wakker wordt met een oorlog in Europa, gaat de Duitse legerinspecteur Alfons Mais achter de computer zitten en schrijft een emotionele tekst op LinkedIn. “Ik had niet gedacht dat ik na 41 dienstjaren in vrede nog eens oorlog zou meemaken”, schrijft hij. “En de Bundeswehr, het leger dat ik mag leiden, is min of meer kaalgeslagen.”
Liever luisteren? Onze collega's van Blendle spraken het voor u in.
Het bericht wordt meteen veel gedeeld, ook al zegt Mais niets nieuws. Al jarenlang wordt er geklaagd over de slechte staat van het Duitse leger. Het kampt met ernstige tekorten aan materiaal, personeel en hoognodige modernisatie wordt stelselmatig uitgesteld. Hoewel bondskanselier Olaf Scholz meteen na de Russische invasie van Oekraïne de Baltische Navo-partners zijn steun verzekerde, twijfelt Mais aan de Duitse slagkracht. “De mogelijkheden die wij kunnen bieden om de alliantie te steunen zijn uiterst beperkt.”
Dat lijkt ook tot de regering te zijn doorgedrongen. Nadat bondskanselier Olaf Scholz zaterdag al de draai maakte om tegen het regeringsbeleid in tóch wapens naar Oekraïne te sturen, kwam hij zondag met het grootste defensiebudget in de geschiedenis van de Duitse Bondsrepubliek. Een fonds van 100 miljard moet het leger weer in vorm krijgen. Ook beloofde Scholz dat minimaal 2 procent van het Duitse bbp naar defensie zal gaan. De regering wilde eerder niet aan die Navo-eis voldoen.
Een keerpunt in de geschiedenis
De omslag van Scholz is zo betekenisvol dat het door Duitse analisten een Zeitenwende is gedoopt, een keerpunt in de Duitse geschiedenis. Sinds de Koude Oorlog is het defensiebeleid er namelijk op gericht dat oorlog in het verleden lag. “Het probleem is dat we sinds 1989 de ogen alleen maar op de toekomst gericht hadden, niet meer naar het verleden”, zegt Ralph Thiele, defensie-consultant en directeur van EuroDefense Duitsland. “We geloofden dat er geen dreiging meer kon komen. Het was de tijd van Fukuyama, het einde van de geschiedenis.”
Volgens Fukuyama zou de westerse liberale democratie de universele regeringsvorm worden, wat oorlog in de toekomst onwaarschijnlijk zou maken. Internationale afspraken en instituties als het Internationaal Gerechtshof en de VN-Veiligheidsraad moesten de vrede waarborgen. Ook in Duitsland had het politieke discours een pacifistische instelling. Het land zou een historische verantwoordelijkheid dragen om oorlog te voorkomen. Zo verbood het land zichzelf wapens naar conflictgebieden te sturen en mocht het ook zelf niet te veel militariseren.
Maar volgens Thiele schuilt achter die pacifistische taal nog een andere reden. “Duitsland was in een comfortabele positie omdat het veel aan de Verenigde Staten over kon laten”, zegt hij en vertelt hoe Bush senior als voormalige Amerikaanse president Helmut Kohl na de Duitse hereniging een leiderschapsrol aanbood. “Daar werd toen over nagedacht, maar Kohl nam het niet aan,” vertelt hij. “Zo kon Duitsland zich richten op het ontwikkelen van de economie, terwijl Amerika de zaken in de wereld regelde. Het kwam Duitsland goed uit niet klaar te zijn om mee te doen.”
Wensdenken
Thiele was voor de Navo betrokken bij de hereniging van Duitsland en reisde in die tijd naar Moskou, Kiev en Praag. “Veel van de ontwikkelingen in Oost-Europa die wij nu zien, konden in die tijd al voorspeld worden”, zegt hij. De gedachte dat Europa nooit meer met een oorlog te maken zou krijgen noemt hij ‘wensdenken’. “Dat mevrouw Baerbock (de huidige Duitse minister van buitenlandse zaken, red.) bij de start van de invasie vorige week verklaarde dat ze wakker was geworden in een wereld die er opeens anders uitziet, dat is onzin. Dan heeft ze de afgelopen decennia liggen slapen.”
Ook legerinspecteur Mais klaagde in zijn LinkedIn-bericht dat Duitsland niet reageerde op eerdere conflictsignalen. “Wij zagen het allemaal aankomen en waren niet in staat onze argumenten door te voeren, de conclusies uit de Krim-annexatie te trekken en deze ten uitvoer te brengen. Dit voelt niet goed! Ik ben kwaad!”
Toch probeerde Duitsland in 2015 onder de toenmalige defensieminister Ursula von der Leyen al de eerste stappen te zetten. Haar voorgangers hadden tot dan toe dezelfde richtlijnen gevolgd: het leger moest zo klein en goedkoop mogelijk worden. Dat veranderde in 2014, toen Rusland de Krim annexeerde en de separatisten in het oosten van het land begon te steunen. Von der Leyen besloot de Bundeswehr uit te breiden. Meer personeel werd in dienst genomen en na zuinige jaren ging het defensiebudget ieder jaar voorzichtig omhoog.
Niet genoeg ervaring
Desondanks klagen defensie-experts in Duitse media dat het allemaal niet ver genoeg gaat. Met het oog op Rusland komt de nadruk voor de Bundeswehr te liggen bij nationale defensie en bondgenootschappelijke verplichtingen, zoals de Navo-steun aan de Baltische Staten. Door die uitbreiding van het takenpakket is de Bundeswehr toe aan grootschalige modernisering. Maar ook de nieuwe Duitse regering onder Scholz houdt de hand op de knip, en zegt niet over de financiële middelen te beschikken om aan de moderniseringsbehoefte te kunnen voldoen.
Door de Russische oorlog in Oekraïne komt alles opeens in een stroomversnelling. In de Duitse Bondsdag zijn weinig stemmen meer te horen die vinden dat Duitsland zich geheel militair afzijdig moet houden. De oude standpunten lijken door de oorlog stukgeslagen. “Politici zien ook in dat de pacifistische argumenten moeilijk te verkopen zijn nu er bloed wordt vergoten in Oekraïne”, zegt hij. Opeens is het benodigde geld wel te vinden, 100 miljard maar liefst.
Dat Scholz die stap zet noemt Thiele “moedig een indrukwekkend.” Toch zal de geldsom alleen niet voldoende zijn. In zijn ogen is de huidige politiek niet geschikt om de Zeitenwende te leiden. “Dat is de kern van het probleem waar wij nu voor staan”, zegt hij. Als voorbeeld noemt hij Christine Lambrecht, de nieuwe Duitse defensieminister, die volgens hem net als het merendeel van haar voorgangers geen ervaring heeft in defensiezaken. “Ze heeft nu de taak de Bundeswehr klaar te maken voor oorlog, maar ze heeft geen ervaring in oorlogsvoering, laat staan hoe dat er in tien, twintig jaar uit gaat zien.”
Een afwachtende houding past niet meer
Ook durven Duitse politici volgens hem niet goed gebruik te maken van de expertise in het leger. “Je hebt mensen nodig die dertig, veertig jaar ervaring hebben in defensie”, zegt hij. Die ontbreken in het team van Lambrecht en ook bij het inkoopbureau van defensie in Koblenz, waar consultants van adviesbureau McKinsey beslissen over het inkopen van laarzen tot fregatten voor het Duitse leger. “Dat werkt zo niet. We hebben mensen met ervaring in ons leger nodig”, zegt Thiele. “En zij mogen nu 100 miljard uitgeven aan onze toekomst.”
Voor die toekomst heeft Duitsland volgens Thiele ook een sterkere politieke visie nodig. De comfortabele, afwachtende houding die Duitsland lang aannam zou in deze tijd niet meer passen. Onder Angela Merkel kreeg Duitsland, het land met de vierde grootste economie ter wereld, onder invloed van verschillende crises in Europa geleidelijk meer politiek gewicht. Zo werd Duitsland ook wel de ‘reluctant hegemon’ genoemd, de onwillige machtshebber. “Ze was een goede crisiskanselier, maar haar afwachtende houding heeft Europa zwakker gemaakt”, zegt Thiele.
Bij die grotere politieke rol hoort ook een grotere militaire rol, verkondigden defensie-experts de afgelopen weken in Duitse media. “Als Scholz deze ommekeer in defensiebeleid succesvol doorvoert, dan wordt hij een belangrijk figuur in de lijn van Duitse bondskanseliers”, vertelt Thiele. “Als Scholz nu pusht voor een meer leidende rol voor Duitsland, dan helpt het ons allen verder.” Want volgens Thiele kijken andere landen in Europa voor hun defensiebeleid naar Duitsland. “Wij hebben een grote verantwoordelijkheid”, zegt hij. Ook Nederland zal baat hebben bij een sterk Duits defensiebeleid: “Of je dat volgt of ertegen bent, je hebt in ieder geval een referentie. Dat hebben we hard nodig in Europa.”
Democraten in de minderheid
Want het einde van de geschiedenis, zoals Fukuyama het voorspelde, is volgens Thiele nog altijd niet gekomen. “Het gaat niet alleen om Rusland, het gaat ook om China”, zegt hij, voordat hij uitlegt hoe China het voortouw neemt in belangrijke technologieën en daarmee koploper kan worden in een nieuwe wereldorde. “Het was altijd de Duitse droom dat je in de nieuwe wereld problemen naar de Verenigde Naties kon brengen en dat alles dan goed zou komen”, zegt Thiele. “Maar in feite zijn de democraten altijd in de minderheid geweest. De sterkte van die naties bepaalt tot in hoeverre zij in staat zijn de democratische idealen in de wereld te verdedigen.”
Thiele herinnert zich zijn bezoek aan de voormalige Stasi-gevangenis in Hohenschönhausen, vlak na de Duitse hereniging. “Daar was te zien hoe lelijk mensen behandeld kunnen worden als zij zichzelf niet kunnen verdedigen”, zegt hij. “Ik begrijp het als mensen zeggen dat ze niet van het leger houden. Militairen over de hele wereld doen slechte dingen. Maar in een democratische samenleving wordt zoiets opgepikt en gestraft. Daar kun je niet op hopen in een autocratisch land als Rusland of China.”
Ook Stockholm en Brussel doorbreken taboe van wapenlevering
In navolging van Duitsland heeft ook Zweden wapens toegezegd aan Oekraïne. Naast duizenden helmen en kogelvrije vesten stuurt Stockholm zo’n vijfduizend anti-tankwapens naar Oekraïne, zo kondigde de Zweedse premier Magdalena Andersson eerder deze week aan. Het is een ongekende stap voor Zweden, dat er doorgaans alles aan doet om militair neutraal te blijven. Het land heeft sinds 1939 geen wapens geleverd aan een conflictgebied. Destijds schoot Zweden buurland Finland te hulp, dat werd aangevallen door de Sovjet-Unie.
‘We zijn een nieuw en donker hoofdstuk van de Europese geschiedenis ingegaan’, zei Andersson tijdens een persconferentie. Een hoofdstuk waarin het land niet langer militair neutraal wenst te blijven. De politieke neutraliteit gaf Stockholm al op toen het in 1995 lid werd van de Europese Unie. Maar in Brussel heeft EU-lid Zweden zich nooit voorstander van militaire samenwerking getoond. Zo sprak Stockholm zich vorig jaar nog uit tegen het voorstel voor een snelle EU-reactiemacht.
Ook in Brussel is het taboe op het leveren van wapens doorbroken. De EU zal voor het eerst in haar geschiedenis wapens leveren aan een land dat wordt aangevallen. Zondag kwamen de EU-ministers van buitenlandse zaken overeen om voor zo’n 450 miljoen euro aan wapens te financieren voor Oekraïne. Polen zal daarbij als ‘logistieke hub’ fungeren. Ook kan Kiev rekenen op nog eens 50 miljoen euro uit Brussel voor zaken als beschermende uitrustingen en benzine voor tanks. De historische beslissing om als EU militaire hulp te bieden markeerde commissievoorzitter Ursula von der Leyen als een ‘waterscheiding’.
Lees ook:
Poetin bedreigt Oekraïne en het Westen met het pistool op tafel
President Poetin gaf nucleaire eenheden van het Russische leger zondag opdracht over te gaan tot de ‘hoogste staat van paraatheid’. Wat betekent dat? En hoe past dat in de Russische nucleaire doctrine?