ReportageSchadeherstel
In Wallonië schuilt een jaar na de overstromingen tragiek achter elke voordeur
Wallonië werd een jaar geleden getroffen door de ergste overstromingen die de regio ooit zag. Er vielen 39 doden. Maar na die zichtbare ramp, voltrekken zich nog vele onzichtbare rampen in de Vesdervallei.
Aan de sporen op de muur is nog te zien hoe metershoog het water een jaar geleden stond in het huis van de Belgische Marie Desbeselle (67). Ze kookt, eet, slaapt en leeft sindsdien in een kamer van drie bij drie meter op haar bovenverdieping. De afwas en de vaat doet ze in de douche. Haar kleine leefruimte heeft ze aangekleed met een grote olifantknuffel en andere dierenaccessoires. Daartussen ligt haar hondje in zijn mand onophoudelijk te blaffen, een jammerlijk geluid dat klinkt als een hees kuchje. “Dat doet hij sinds de overstromingen”, zegt Desbeselle bedroefd. “Dat komt door de stress.”
Desbesselle woont in Nessonvaux, een dorpje direct aan rivier de Vesder in de Belgische Ardennen. Het water ligt er nu rustig bij, maar in de nacht van 14 op 15 juli veroorzaakte extreme regenval hier de ergste overstromingen die België ooit zag. Er vielen 39 doden. De Vesdervallei werd het zwaarst getroffen. De omgeving staat nu vol spookhuizen met een ‘Verkocht’-bord voor de deur. Maar er zijn ook veel mensen die niet weggingen, of niet weg konden omdat ze geen geld hadden en geen familie bij wie ze terecht konden. Bij de nog bewoonde huizen, schuilt tragiek achter elke voordeur.
Blikken tomatensaus
Iemand die de verhalen van de achterblijvers goed kent, is Solange Tastenoye (59). Ze werkt als jurist in Halen, een dorp in het oosten van Vlaanderen. Afgelopen zondag reden zij en haar man Johan (57), elektrotechnisch tekenaar, voor de 55ste keer naar het getroffen gebied met een aanhangwagen vol eten, waaronder blikken tomatensaus, pakken houdbare melk en eieren. Via Facebook krijgen ze berichten van mensen uit heel Vlaanderen die voeding en hulpgoederen doneren. Johan: “De meeste kelders in de omgeving zijn leeg. Iedereen heeft zijn voorraad weggegeven”.
Vóór de overstromingen gingen Solange en Johan graag fietsen in de vallei vanwege de idyllische dorpjes en de rivier waarin ze graag zwommen. Toen ze in juli 2021 op het nieuws beelden van de overstromingen zagen, zei Solange tegen haar man: “Misschien moeten we eens kijken of mensen hulp nodig hebben”. Zo kwam het dat ze op een ochtend in juli hun kofferbak vol gooiden met wat gereedschap, handschoenen en laarzen, en richting de vallei reden.
De geur, dat is Solange het meest bijgebleven van dat eerste bezoek, vertelt ze aan de keukentafel in Halen. “Al kilometers van tevoren kwam die lucht ons toegestroomd. Het was een combinatie van rottend hout, benzine, stookolie, bedorven voedsel, vocht. Die geur was zo indringend dat hij bij thuiskomst nog uren in onze neuzen bleef hangen.”
Repareren van wegen en bruggen
De kracht van het water was enorm geweest. De overstromingen troffen 100.000 mensen. Volgens de Waalse regering zijn er 45.000 verwoeste woningen, 11.000 weggespoelde auto’s en 559 beschadigde bruggen. De natuurramp kostte de Waalse regering al 2,8 miljard euro aan schadevergoedingen, waarvan een miljard werd geleend van de federale overheid. Het grootste deel van de kosten waren bijkomende betalingen bij schadedossiers en herstel van het openbaar domein, zoals het ruimen van het puin en het repareren van wegen en bruggen.
De schuldenlast zal enorme effecten hebben op de Waalse economie, die toch al sterk achterloopt op het rijkere Vlaanderen. Het Waalse gewest is belast met de afhandeling van de ramp, maar de financiële armslag van de Waalse overheid is klein. Al voor ramp waren de verschillen tussen de twee landsdelen groot. Zo ligt het aandeel Belgen dat risico loopt op armoede of sociale uitsluiting in Wallonië op 25,4 procent en in Vlaanderen op 13,1 procent, volgens statistisch bureau Statbel. De werkloosheidsgraad is in Wallonië 9 procent tegenover 4,1 procent in Vlaanderen, blijkt uit cijfers van de Nationale Bank van België.
Solanges telefoon gaat voor de zoveelste keer af. “Zo gaat het de hele dag”, lacht ze. “Begrijp me goed, ik word alleen maar blij als ik dat geluidje hoor. Elke pling betekent hulp.” Solange en Johan wilden zich vorige zomer aanvankelijk aansluiten bij het Rode Kruis. “Maar ons werd verteld: ‘We hebben nog geen aanmeldingen, we nemen later wel contact op’”, zegt Johan. Het maakt hem nu weer boos. “Hoe moeten mensen die niks meer hebben een aanvraag doen? Je moet niet afwachten, je moet ernaartoe!” Solange zoomde via Google Maps in op de kleine zijstraatjes en plande een route langs de meest afgelegen huizen. Aankloppen hoefde niet, ramen en deuren waren er niet meer. Het stel tuurde de duisternis in en riep: “Is hier iemand? Il y a quelqu’un?”
Huizen zonder ramen
Nog steeds zijn er huizen zonder ramen en deuren in La Brouck, gelegen in een bocht van de rivier in de gemeente Trooz. De wijk ontstond ooit door de metaalindustrie, maar de mensen die er nu wonen zijn veelal arm en werkloos, en waren dat al voor de ramp. Het water kwam hier die nacht op plekken tot acht meter hoog. Huizen direct aan de rivier zijn onbewoonbaar verklaard en liggen er nog hetzelfde bij als net na de overstromingen. Ze zijn tot het plafond gevuld met kapotte meubels, boomstronken, autobanden en plastic flessen. De rivier heeft alles wat op zijn pad kwam naar binnen geduwd. De indringende rottingsgeur ruik je er nu nog.
Als Chantal Defawes (52) haar voordeur openzwaait, blijkt haar benedenverdieping een lege, donkere ruimte. Er ligt geen vloer, er staan geen meubels. De muren bestaan enkel uit kale bakstenen. Ze heeft de winter zonder verwarming doorgebracht, vertelt ze. Ze kon zich een beetje warmen aan een kleine pelletkachel, die ze kreeg van vrijwilligers. Pas sinds een maand heeft ze weer elektriciteit en kan ze op een kookpitje een warme maaltijd maken.
Defawes groet door haar linkerhand uit te steken. De rechterkant van haar lichaam kan ze niet meer goed bewegen, ze is sinds februari gedeeltelijk verlamd. “Dat is gekomen door alle spanning”, zucht ze. Na de overstromingen bivakkeerde Defawes een aantal dagen in een tent in haar tuin. Ze wilde bij haar woning blijven, want er waren mensen in de buurt die leegstaande huizen leegroofden. Niet dat ze nog veel spullen had. Ze kon alleen haar hondje Gismo redden en de enige foto die er bestaat van Aurelie, haar dochter die ze als baby van 3,5 maanden oud verloor aan de wiegendood.
Installateurs volgeboekt
Defawes heeft problemen met de verzekering, die vraagt om documenten en bonnetjes die ze niet kan tonen omdat ze zijn weggespoeld. Mensen die wel geld hadden voor herstelwerkzaamheden waren vaak niet veel beter af. Onderdelen zijn door schaarste erg duur geworden of al maanden uitverkocht, installateurs volgeboekt. Een buurman van Defawes dacht geluk te hebben toen hij wel een beschikbare aannemer vond. Hij deed een aanbetaling, maar zag daar nooit iets voor terug. Hij werd voor 40.000 euro opgelicht.
Zo kregen zij die in Wallonië bleven na de overstromingen een nieuwe golf aan rampen over zich heen. Er is ontsteltenis over wat hen is overkomen, maar ook over wat hen nog steeds overkomt. En er is argwaan. Het water steeg in de nacht van 14 juli niet geleidelijk, maar kwam heel snel omhoog. Mensen door de hele Vesdervallei zeggen dat ze een golf zagen, een vloedgolf. Het woord ‘tsunami’ valt meerdere keren. Maar hoe is dat mogelijk, een golf op een rivier? Kwam dit door de extreme regenval of speelde er iets anders?
Kort na de ramp werd er een parlementaire onderzoekscommissie opgericht om helderheid te scheppen. Ook werd een Zwitsers onderzoeksbureau ingeschakeld om een analyse te maken van het beheer van de waterwegen. Er was onduidelijkheid over de rol van de dam bij het stuwmeer van Eupen, stroomopwaarts aan de Vesder. Het stuwmeer zat die zomer extra vol, zodat er in periodes van droogte genoeg drinkwater zou zijn. In de bewuste nacht werd water uit het stuwmeer gelost. Veel getroffenen zien het openzetten van de dam als de oorzaak van de vloedgolf.
Verhoogde waterdruk
De dam wordt vaak ten onrechte als schuldige aangewezen, zegt Patrick Willems, hydroloog aan de Katholieke Universiteit Leuven. “Wanneer het water achter de dam te veel stijgt, worden de sluizen opengezet om te voorkomen dat de dam doorbreekt, want dat zou nog meer catastrofale gevolgen hebben.” Hij wijst op nog een element. “Het had voor die nacht al dagen geregend, waardoor zich onder bruggen stenen en vuil had opgestapeld. Dat blokkeerde de doorgang van het water. De vele regen verhoogde de waterdruk, waardoor het puin op plekken plots losbrak. Dat stuurde een extra golf door de Vesdervallei. Zo steeg het water in enkele uren op bepaalde plekken met twee meter.”
Een andere factor: de meteorologen hebben de werkelijke neerslag onderschat. “In het zwartste scenario werd er 150 millimeter regen in 48 uur verwacht, terwijl op sommige plekken 271 millimeter viel”, zegt Willems. Wat en waar het precies mis ging die nacht, zal nooit volledig worden achterhaald. Meetapparatuur is stuk, meegesleurd door het water. De parlementaire onderzoekscommissie concludeerde ook dat de communicatie niet goed liep. Informatie van weerinstituut KMI werd door de waterbeheerders en gouverneurs onvoldoende ernstig geacht, burgemeesters werden niet gewaarschuwd en evacuaties kwamen te traag op gang.
In één nacht weggespoeld
In Nessonvaux herinnert Marie Desbeselle zich nog goed hoe ijskoud het water was die nacht. Haar woning ligt tussen de Vesder en een kleine vertakking van de rivier in. Terwijl het water van twee kanten naar binnen stroomde, moest ze door haar huis zwemmen om haar hond en kat te redden. Intussen zag ze al haar bezittingen wegdrijven. “Alles wat ik met 27 jaar hard werken had opgebouwd, is in één nacht weggespoeld.”
Desbeselle voelt zich door iedereen verlaten. Buren die er beter vanaf waren gekomen, waren eerst wel behulpzaam, maar met het water droogde ook de hulp op. Haar drie kinderen kijken niet naar haar om. Gevraagd naar wat de overheid voor haar doet, barst ze in tranen uit. “Niks! Helemaal niks!” Desbeselle was niet verzekerd. Ja, natuurlijk wist ze dat het belangrijk was, maar als je aan het eind van de maand moet kiezen tussen een inboedelverzekering of eten, is de keuze snel gemaakt. De enigen die ze nu nog heeft, zegt ze, zijn de Vlaamse vrijwilligers. “Mijn engelen.”
Het gevoel in de steek gelaten te zijn, leeft bij veel mensen in de Vesdervallei. Toch kan de burgemeester van Trooz Fabian Beltran zich daar weinig bij voorstellen. “In de steek gelaten door wie? Door ons in ieder geval niet”, zegt hij, zichtbaar geërgerd, vanachter zijn bureau op een noodlocatie die tijdelijk als gemeentehuis dient. “Wij kunnen hun huizen niet opnieuw opbouwen, dat moeten ze begrijpen. Dat is niet de verantwoordelijkheid van de gemeente.”
Geen verzekering, geen spaargeld
De burgemeester zegt dat de gemeente ‘van alles’ doet om de mensen te helpen. Zo werden maaltijden verzorgd, hulp bij administratie geboden en stond er in elke wijk een bureau waar mensen langs konden komen, zegt hij. “Mensen hebben geen verzekering, geen spaargeld en melden zich niet aan voor hulp. Maar wij kunnen niet ieder huis afgaan om te vragen of het goed gaat, ze moeten naar ons komen. Er zijn 2.000 getroffenen in Trooz, het is onmogelijk contact met iedereen te hebben. Bovendien hebben we zoiets als dit nog nooit eerder meegemaakt.”
Alle niet-verzekerden konden aanspraak maken op het rampenfonds. Na een jaar zijn er ruim 7.000 aanvragen gedaan voor gebouwen, voertuigen en alles daar tussenin, maakte de Waalse regering onlangs bekend. Zo’n 1.900 dossiers werden positief afgesloten. Veruit het grootste deel van de aanvragen is (nog) niet uitgekeerd.
Hoe ingrijpende de economische nasleep voor de slachtoffers is, blijkt uit de verhalen in Pepinster. De rivier ligt hier nog vol puin en afval. Ook hangt er weer diezelfde nare geur. Toen zich vorige zomer de ramp voltrok, zaten Genevieve Staquet (61) en Jean-Paul Princen (66) middenin een grote verbouwing. Ze wilden drie appartementen maken in een oud winkelpand dat ze hadden geërfd. De benedenverdieping lag vol bouwmaterialen en drie nieuwe keukens die nog geplaatst zouden worden. Het water spoelde alles weg.
Jean-Paul: “We dachten dat we goed verzekerd waren.” Genevieve: “We hebben 2.500 foto’s naar de verzekeraar gestuurd van alle schade, maar ze kijken er niet eens naar.” Jean-Paul: “En de verzekeraar vindt dat de 80.000 euro aan bouwmaterialen die hier stonden niet bij de inboedel horen, daar krijgen we geen geld voor.” Genevieve: “We hebben voor 200.000 euro aan schade en krijgen slechts 50.000 euro vergoed.”
Verderop in de straat, op nummer 34, stak Alain Verstraelen (68) al zijn spaargeld, 40.000 euro, in het herstel van zijn huis. Onlangs kreeg hij een brief van de gemeente die zijn toekomst opnieuw onzeker maakt. Een aantal huizen in Pepinster moet worden gesloopt omdat ze in overstromingsrisico gebied staan. De gemeente wil nu ook Verstraelen uitkopen. Een notaris gaat de grond waarop zijn huis staat taxeren. De grond van de woningen die eerder al werden gesloopt omdat ze te dicht bij de rivier stonden, bleek 10 euro per vierkante meter waard.
Het kan altijd erger
Ondanks hun misère, zijn de mensen in de vallei hoopvol over de toekomst. “Ja, ik heb het moeilijk, maar het kan altijd erger. Er zijn ook mensen verdronken”, zeggen ze. Ook Marie Desbaselle uit Nessonvaux probeert positief te blijven. “Als ik mijn lach niet meer heb, wat moet ik dan? Maar zoiets als vorig jaar mag nooit meer gebeuren, dat kan ik niet aan.”
De slachtoffers halen moed uit de Vlaamse vrijwilligers, die nog steeds elk weekend komen, onder hen Johan en Solange uit Halen. “Deze mensen verdienen het om geholpen te worden en de ongelooflijke dankbaarheid die we van hen krijgen, maakt ook dat we terugkeren”, zegt Solange. “Spijtig dat het onder zulke omstandigheden gebeurde, maar hier zijn vriendschappen voor het leven ontstaan, deze mensen zitten in onze harten.”
Het probleem is: hydroloog Willems sluit een nieuwe waterbom niet uit. Sterker nog, de kans op herhaling neemt aanzienlijk toe, zegt hij. “Zulke fenomeen zullen vijf tot tien keer vaker voorkomen. Eerst gebeurde een ramp als dit eens in de vierhonderd jaar, straks eens in de tachtig tot veertig jaar. Klimaatverandering zorgt voor extremen, we moeten ons daar echt beter tegen wapenen.”
Hoge overstromingskans
De Vesdervallei is smal en de huizen staan dicht op de rivier. Hoe bescherm je zo’n gebied? Kunnen mensen daar wel veilig blijven wonen? “Je kunt natuurlijk niet zomaar een hele wijk verplaatsen, maar eigenlijk zou je de gebieden met hoge overstromingskans moeten vrijwaren van bebouwing”, zegt hydroloog Willems. “In ieder geval moeten er geen nieuwe bouwprojecten meer komen in overstromingsgevoelig gebied.”
Willems nam deel aan een panel experts. Ze schreven een tienpuntenplan voor de Vlaamse overheid om zich beter tegen extreem weer te beschermen, dat afgelopen weekend naar buiten kwam. Er wordt onder meer geadviseerd een watercommissaris aan te stellen en sponslandschappen, zoals moerasgebieden, te herstellen. Willems: “Het risico dat België loopt op een soortgelijke overstroming is nu onaanvaardbaar hoog. Waterbeheerders en beleidsmakers moeten zich ervan zijn doordrongen dat er snel iets moet veranderen. Laat de overstromingen een wake-up-call zijn geweest.”
De waarschuwingen ten spijt, peinzen Genevieve en Jean-Paul er niet over om weg te gaan uit de vallei. Genevieve: “Ik ben in Pepinster geboren, hier liggen mijn wortels. Misschien zitten we nog in een soort ontkenning.” Ze vergelijkt haar leed met rouwen. “Er zijn verschillende fasen waar je doorheen gaat. Voor nu is het vooral woede die overheerst.”
Overstromingen
Op 14 en 15 juli zorgde zware regenval in België, Duitsland en Zuid-Limburg voor grote overstromingen. Ook in Frankrijk en Luxemburg traden beken en rivieren buiten hun oevers. In Duitsland vielen 180 doden en in Wallonië 39.
Inmiddels hebben verschillende instanties in België, Nederland en Duitsland de handen ineen geslagen om dit soort natuurrampen in de toekomst te voorkomen. Twaalf instellingen, waaronder Waterschap Limburg, het KNMI en Nederlandse, Duitse en Belgische universiteiten, werken grensoverschrijdend samen aan bescherming tegen hoogwater. Voor de samenwerking is in totaal 8 miljoen euro uitgetrokken.
Het gaat om zo’n vijftig projecten op het gebied van het verbeteren van de weers- en watervoorspellingen, het versterken van de crisisbestrijding en het krijgen van inzicht in de ruimtelijke inrichting, zodat deze beter bestand kan worden gemaakt tegen klimaatverandering.
Lees ook: Overstromingen in Limburg zijn een bekend risico, weten experts: ‘We accepteren dat het eens in de vijftig jaar misgaat’
In Limburg staan huizen en straten onder water door de combinatie van hoge waterstanden en veel neerslag in korte tijd. Was dit niet te voorkomen? Waterbeheerexpert Klaas-Jan van Heeringen van kennisinstituut Deltares in Delft legt uit.