ReportagePolen
In Polen trekken regering en kerk samen op
De conservatief-nationalistische regeringspartij PiS gaat de verkiezingen zondag in Polen vrijwel zeker winnen. Met dank aan de katholieke kerk.
“Toen ik een kind was stond hier een hek met grote honden.” Tomasz Brzozowski (45) trekt een onzichtbare streep over het smalle asfaltweggetje in het natgeregende bos. Aan de andere kant lag het domein voor partijbonzen. “Een staat in de staat.” Dorpen werden ontruimd en afgebroken en het hele gebied rondom het Lanskie-meer omheind, zodat de communistische bovenbazen ongestoord konden uitrusten en jagen.
De communisten zijn verdwenen. Hun plaats is ingenomen door priesters. Toen de huidige conservatieve regeringspartij PiS de eerste keer aan de macht kwam, gaf ze in 2007 het voormalige dorp Rybaki inclusief het partijresort aan de katholieke liefdadigheidsorganisatie Caritas. Destijds accepteerde Brzozowski dat. “Caritas was beter dan een of andere projectontwikkelaar, want dan zou alles zijn platgelopen.”
De bisschop wil een hotel bouwen
Maar onlangs ontdekte hij dat het mooiste plekje aan het meer, ruim zestien hectare, eigendom is geworden van de bisschop die er een hotel wil bouwen met 355 kamers, een conferentiecentrum en 35 huizen met appartementen. Brzozowski protesteert samen met andere activisten van de vereniging Warmia Underground. Hij hoopt dat de gemeente geen vergunning afgeeft. Maar de burgemeester zit in een spagaat. “Hij weet dat ongerepte natuur het kostbaarste is wat de gemeente bezit, maar ruzie met de bisschop is riskant.”
De kerk is het machtigste instituut van het land. Waar de gewone burger nog altijd wacht op compensatie voor onroerend goed dat de communisten afpakten, wordt de clerus op zijn wenken bediend. Een gemengde commissie van kerk en regering verdeelt al dertig jaar lang achter gesloten deuren onroerend goed onder bisdommen en kloosterordes. Beroep aantekenen is niet mogelijk.
Opeenvolgende regeringen hebben het de kerk sinds de val van het communisme altijd naar de zin proberen te maken. Maar onder PiS is de relatie pas echt symbiotisch geworden. Zo stelde PiS-leider Jaroslaw Kaczynski: “De kerk verkondigt het enige, algemene waardensysteem in Polen. Buiten de kerk bestaat alleen nihilisme.” Op bijna elke verkiezingsbijeenkomst herhaalt hij zijn boodschap: “Wie aan de kerk komt, komt aan Polen.”
Eeen enorme omwenteling
Die liefde is wederzijds. Aartsbisschop Stanislaw Gadecki van Poznan verklaarde kort nadat PiS aan de macht kwam: “Een enorme omwenteling heeft plaatsgevonden. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben kerk en staat nog nooit zo’n eenheid gevormd.”
Het lijkt een paradox, want de statistieken wijzen op een trage, maar gestage secularisatie. In 1990 ging ongeveer de helft van de Polen op zondag naar de mis. Statistieken van de kerk zelf laten zien dat dit percentage de laatste jaren ruim onder de 40 procent blijft. Onder jongeren gaat de ontkerkelijking nog veel sneller.
“Het is een schijnparadox”, legt Irena Borownik over de telefoon uit. Ze is sociologe en hoogleraar religiewetenschappen in Krakau. Polen is verdeeld in twee uitersten die steeds feller tegenover elkaar staan. “De ene kant kun je omschrijven als liberaal en individualistisch, de andere kant vindt gemeenschappelijke waarden het belangrijkst.”
Kaczynski speelt die groepen tegen elkaar uit. “Hij wijst het geseculariseerde Europa aan als vijand en mobiliseert mensen om de traditie te verdedigen.” Daarbij schuwt hij extreme stellingname steeds minder. Borownik: “Of je bent een goede Pool en zelfs als je niet gelovig bent spreek je geen kwaad woord over de kerk, of je hoort niet langer bij de nationale gemeenschap.”
Die aanpak loont, omdat de traditionele Pool gedisciplineerder is dan zijn liberale landgenoot. “Onder mensen die actief zijn in het kerkelijk leven ligt het opkomstpercentage hoger.” Of iemand gelooft of niet, doet niet ter zake. “Het loont voor politici om te laten zien dat ze bidden en op pelgrimstocht gaan”, concludeert Borownik.
Het loont voor de bisschoppen hen te steunen. Voor wat hoort wat.
Lees ook:
De Poolse politiek lijkt verwikkeld in een oorlog tussen de geslachten.
Poolse jongeren zijn niet bijster geïnteresseerd in politiek. Zij die dat wel zijn, lijken verwikkeld in een oorlog tussen de geslachten. Extreem-rechts is een zaak van jonge mannen. Jonge vrouwen daarentegen zijn liberaler, linkser en meer pro-EU.