ReportageGoeljaj-Pole

In Goeljaj-Pole wachten ze strijdlustig op het tegenoffensief. ‘Niemand zal ons tot slaaf maken’

Straatbeeld in Goeljaj-Pole, de regio Zaporizja.  Beeld Michiel Driebergen
Straatbeeld in Goeljaj-Pole, de regio Zaporizja.Beeld Michiel Driebergen

In de regio Zaporizja, in het zuiden van Oekraïne, wachten de bewoners ongeduldig op het tegenoffensief van het leger. ‘Dit is ons land en onze geschiedenis. Niemand zal ons tot slaaf maken’, aldus de nakomelingen van de anarchistische boerenleider Nestor Machno.

Michiel Driebergen

Door het open portierraam waait de zoete geur van koolzaad naar binnen, en de doffe dreun van mortierinslagen: drie stuks achter elkaar; op hetzelfde ogenblik stijgen drie rookwolken op aan de horizon. De Russen bestoken de Oekraïners, en zij zullen het vuren beantwoorden, zo blijkt verderop. In het veld langs de weg naar het stadje Goeljaj-Pole staat een militair naast een uitvouwbare schotelantenne een drone te besturen. Het luchtvoertuigje zelf is onzichtbaar, maar de reusachtige loop van een houwitser in naburige bosschages laat geen misverstand.

Grote troepenbewegingen zijn er niet te zien in de provincie Zaporizja; wel is er sprake van een steeds actiever front. “We denken elke dag dat het tegenoffensief begint”, zegt Inna Karnauch, inwoonster van eindbestemming Goeljaj-Pole. Ze hoopt erop. “We bidden dat het sneller komt dan we denken, want de Russen zijn veel te dichtbij.” De vrouw geeft een kleine rondleiding langs de kapotgeschoten huizen in haar straat. “Het enige dat ons staande houdt, is de hoop dat deze nachtmerrie snel voorbij is.”

Zestien keer van bezetter gewisseld

Goeljaj-Pole, dat ‘wandelveld’ betekent, kent met overwegend vrijstaande huizen-plus-moestuin een dorps karakter. Al sinds haar prille ontstaan trekken er troepen voorbij aan het stadje. Rond de Russische Revolutie bijvoorbeeld, een eeuw geleden, wisselde de plaats zestien keer van bezetter. De bewoners, agrariërs, buigen of barsten niet. Boerenleider Nestor Machno, die in Goeljaj-Pole geboren werd, leidde in die jaren een anarchistische leger, dat met duizenden manschappen een guerrilla-oorlog vocht tegen iedereen die de regio wilde veroveren: Duitsers, Oekraïense nationalisten, het Rode en het Witte Leger.

Iets van die standvastige mentaliteit schuilt vandaag de dag nog steeds in de bewoners. Werk is er allang niet meer in het stadje. De verffabriek en de werkplaats voor landbouwwerktuigen zijn gesloten en grotendeels verwoest. Aan gas en elektriciteit ontbreekt het al een jaar; hulpverleners moeten water rondbrengen in een museaal ogende brandweerwagen. Toch zijn er mensen. “We blijven hier vanwege ons huis en onze grond. We zijn Machno’tsi. We zijn thuis op deze glorieuze plek”, aldus Inna Karnauch, die verantwoordelijk is voor de distributie van humanitaire hulp in haar wijk.

Inna Karnauch, bewoonster van Goeljaj-Pole: ‘We zijn thuis op deze glorieuze plek’. Beeld Michiel Driebergen
Inna Karnauch, bewoonster van Goeljaj-Pole: ‘We zijn thuis op deze glorieuze plek’.Beeld Michiel Driebergen

Nu het voluit lente is in Oekraïne neemt het gevaar toe. Veel gevluchte bewoners keren deze weken tijdelijk terug naar Goeljaj-Pole, om aardappelen te poten en groente te zaaien. “Omdat we dat altijd zo hebben gedaan”, aldus Inna Karnauch. De beschietingen werden Boris, een bevriende buurman, noodlottig. Hij kwam om 11 uur ’s ochtends aan, en om 3 uur ’s middags was hij dood. “Hij rende naar de kelder, maar haalde die niet.” Twee andere vrouwen, die de moestuin spitten, raakten door granaatscherven gewond – een van hen bezweek. Gisteren nog ging een andere buurman de straat op; hij hield een hersenkneuzing over aan een raketinslag. “Hij beweert dat hij opnieuw geboren is.”

Een aanval nabij de stad ligt voor de hand

Hoewel niemand weet waar het door Oekraïne aangekondigde tegenoffensief plaatsvindt, ligt een aanval nabij Goeljaj-Pole voor de hand. Mocht het leger in de regio Zaporizja een opmars richting het zuiden kunnen maken, dan wordt het door Rusland bezette gebied in tweeën gekliefd. “Natuurlijk hopen we dat we de Russen verdrijven”, zegt Anton Ostapenko, een man van rond de zestig die aan de rand van het stadje woont. “Zij hebben meer wapens. Maar we leven vanuit het idee dat alles beter wordt. Slechter kan het niet worden.”

Gisteren zag hij de vlammen uitslaan in de wijk verderop, toen de controlepost van het leger daar beschoten werd. De gevolgen zijn hem onbekend. “Als je ’s ochtends wakker wordt, is het eerste wat je denkt: hé, ik leef nog”. De man bleef in de stad om te kunnen helpen de branden te blussen die Goeljaj-Pole teisteren. In zijn straat wonen nog 53 mensen. “Voor ons is het onvoorstelbaar dat iemand ons erf oploopt om ons te vertellen wat we moeten doen”, verklaart Ostapenko, wiens grootvader in de jaren twintig als partizaan van het Machno-leger door het Sovjetregime werd gefusilleerd. “Dit is ons land en onze geschiedenis. Niemand zal ons tot slaaf maken.”

Het verleden is weggevaagd

Het Machno-verleden is weggevaagd: het streekmuseum is zwaar beschadigd. Toch gelooft Ostapenko in de toekomst. Zijn zoon vecht mee aan het front, maar laat niets los over het tegenoffensief. Z’n kleinzoon, die zich met zijn moeder veilig in de stad Zaporizja bevindt, zal terugkeren naar een vrij Goeljaj-Pole, gelooft hij. “We wachten op hem. Z’n kamertje houden we vrij.”

De militairen in het stadje willen niet zeggen of de troepen zich zuidwaarts bewegen. Wel beamen ze dat de strijd intensiveert. “We hebben volop vuurcontact met de Russen”, aldus Volodymyr Martinjoek, een officier die met zijn kameraad uit de kelder van een flatje zonder ramen kruipt. De Russen schieten met helikopters, vliegtuigen, tanks en houwitsers, zegt hij. “Dat doen ze elke dag. Er zijn geen stille dagen meer.”

De militair houdt zich bezig met ontmijnen. Bij een eventueel tegenoffensief is het zijn taak mijnen en explosieven in het heroverde gebied onklaar te maken, zodat zijn collega’s een nieuwe verdedigingslinie kunnen aanleggen. Vandaag kwamen zijn mannen onder vuur, vertelt hij, en konden ze hun taak niet volbrengen. Morgen proberen ze het opnieuw. “We bereiden ons voor op het offensief. Dat is alles wat we kunnen doen”, aldus de officier. “Er is niet zoiets als de beste regio of het juiste moment. Er is een bevel, en dat volgen wij op. Tse vse — da’s alles.”

Lees ook:

De Russen claimen hun hoofdprijs: Bachmoet, stad van gips, zout en champagne

Eén ding is zeker als Bachmoet in Russische handen is, zoals het Kremlin beweert en Kiev tegenspreekt:de slag om de tot puin geschoten stad duurt voort.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden