ReportageGeorgië
In deze commune in de Georgische bossen bouwen Russen aan een vreedzaam ‘koninkrijk voor wereldburgers’
In de bossen van Oost-Georgië bouwt een stel Russen aan een idealistisch ‘koninkrijk voor wereldburgers’. Door de oorlog wankelde de commune even, maar van opgeven willen de idealisten niet weten.
Nog niet eens zo heel lang geleden zag Anna Lamonova’s leven er heel anders uit. Haar carrière zat in de lift, ze had een druk sociaal leven en vijf jaar na haar verhuizing naar Moskou had ze eindelijk het gevoel dat ze aan het aarden was in de metropool. Langzaam maar zeker begonnen haar ambities uit te komen. Want al ver voordat ze als 22-jarige vrouw vanuit Siberië naar de hoofdstad trok, had Lamonova een droom: ze wilde werken bij een van de grote, gerenommeerde kunstinstellingen in Moskou.
De Tretjakovgalerij, het Poesjkinmuseum, het Moscow Museum of Modern Art, lange tijd waren het namen die klonken als iets onbereikbaars. Plekken om te verdwalen tussen de werken van Russische grootmeesters als Chagall, Kandinsky en Malevitsj. Totdat Lamonova een baan kreeg bij het GES-2, een gloednieuw en gigantisch museum voor moderne kunst dat qua allure niet onderdoet voor het Centre Pompidou in Parijs. Lamonova mocht er aan de slag als ombudsvrouw die het instituut van binnenuit kritisch bekijkt.
Een onzichtbaar monster: de censuur
Haar droom kwam eindelijk in vervulling. Maar nog voordat ze goed en wel was begonnen, zag Lamonova haar droom uiteenspatten. Toen het Kremlin op 24 februari Oekraïne binnenviel, werd haar meteen duidelijk dat haar leven in Moskou over was. “De censuur hing als een onzichtbaar monster boven onze hoofden”, herinnert ze zich de sfeer in die eerste weken. “Ik had de keuze om ondergronds te gaan of mijn baan op te zeggen en te vertrekken”.
Ze koos voor het laatste. Vorig jaar april pakte ze haar biezen en vertrok ze naar Georgië waar ze bij ‘Chateau Chapiteau’ belandde, een commune in de bossen van de oostelijke regio Kacheti tussen de bergen van de Kaukasus. Het project zag in 2019 het licht en profileert zich als ‘een gemeenschap van wereldburgers op 27 hectare magisch bos’. Alles draait er om samenleven met de natuur, medemenselijkheid, pacifisme en gelijkheid voor iedereen in dit ‘koninkrijk van wereldburgers’.
Want internationaal is de gemeenschap zonder meer. In het centrale gemeenschapshuis op het terrein waar verder enkele houten blokhutten, tenten, een biologische boerderij en een sanitair huisje staan, zit een eclectisch gezelschap aan tafel te eten. Tussen het grofweg dertigkoppige gezelschap zitten onder meer een Duitse vrouw die op de fiets naar Georgië kwam, een Fransman die met bussen in Georgië geraakte en een Nederlandse die als vrijwilligster meehelpt op het terrein. Het gezelschap is een bonte verzameling van vrije geesten, kunstenaars, hedonisten, moderne ambachtslieden, hedendaagse hippies, vrijbuiters en eeuwige reizigers.
Escapisme
Voor hun neuzen staan borden met dampende, vettige vleesbouillon met aardappel, pasta met pompoen, kool en bonen. De geur van het eten vermengt zich in de ruimte met die van het smeulende hout dat in de open haard in de hoek zachtjes knettert. Aan de muur hangen gitaren naast een Perzisch wandkleed, op tafel staan gedroogde bloemen en takken in hoge vazen en uit de speakers klinkt de stem van Katie Melua. No need to cry, or hide, it’s a wonderful, wonderful life.
Internationaal of niet, één groep springt er in het bijzonder uit: de Russen die hier grotendeels als personeel of vrijwilligers werken en het kloppende hart van de gemeenschap vormen. Een klein deel van hen verbleef hier al voordat de oorlog uitbrak, terwijl de meesten pas na het begin van de invasie hun toevlucht zochten op het Chateau. Voor sommigen is het leven in de commune een vorm van escapisme nu ze door de oorlog gevoelsmatig geen thuis meer hebben, vertelt Lamonova. Door in de moestuin te werken, te koken, hout te hakken, nieuwe hutten te bouwen en gasten te ontvangen ontsnappen ze even aan die realiteit.
“Maar tegelijkertijd maakt niemand zich enige illusie: ook hier kunnen we ons niet verstoppen voor wat er gebeurt”. Want ook binnen de utopie van de commune druppelt de werkelijkheid zo nu en dan als een gifstof naar binnen. ’s Avonds klinken er bij het haardvuur veel politieke gesprekken. Anderen zitten weggezakt in een van de gestoffeerde zetels op hun telefoon het nieuws te lezen over het zoveelste Russische bombardement op een Oekraïense stad. “We kunnen en willen niet wegkijken”, zegt Lamonova. “Maar binnen deze gemeenschap vinden we wel steun bij elkaar. We zijn lotgenoten”.
Behoefte aan een internationaal ecosysteem
Wel bracht de oorlog het project in eerste instantie aan het wankelen, vertelt oprichter Vanja Mitin. “Toen de oorlog uitbrak, viel ons team uit elkaar. Er was een Amerikaanse jongen die direct naar Oekraïne vertrok, een Russische vrouw ging terug naar Rusland om te filmen, en andere teamleden waren simpelweg te depressief om verder te gaan. Ze blokkeerden en zeiden dagenlang vrijwel niets, alsof ze verlamd waren.”
Desalniettemin weigerde Mitin zijn droom over te leveren aan de duisternis en bouwde hij door aan zijn idylle. Want juist nu is er behoefte aan verbinding binnen een internationale gemeenschap, meent hij. “Het moet hier op den duur een groot internationaal ecosysteem worden. Een paddenstoel waar heel veel organismen vreedzaam tegelijk op leven. Op die manier willen we positieve verandering teweeg te brengen. Zodat mensen, ook Russen, zien hoe het anders kan”.
Lees ook:
Geopolitiek tussen de wijnranken: ‘Met Russische importeurs doe ik sowieso geen zaken’
Wijn is een van de belangrijkste exportproducten van Georgië. Lange tijd ging veel van die typisch Kaukasische natuurwijn naar Rusland, maar de afgelopen jaren richt de sector zich steeds meer op Europa. ‘Geen fles gaat naar Rusland. Ze hebben geen smaak’.