Brandwachter Vasco Costa controleert met een verrekijker waar rook vandaan komt.

ReportageBosbranden

In de eenzame brandtorens van Portugal vrezen de wachters een droge zomer

Brandwachter Vasco Costa controleert met een verrekijker waar rook vandaan komt.Beeld Eline van Nes

Na een droog jaar en een voorjaar van extreme hitte gaat Portugal het nieuwe bosbrandseizoen in. Technologie helpt in de strijd tegen de branden, een goed paar ogen ook.

Jurriaan van Eerten

Het belangrijkste is goed te kijken. Simpelweg staan en de horizon afturen: naar de bergen in de verte en de kleine dorpjes, naar de wegen die langs de bergwanden kronkelen en de uitgestrekte bosgebieden in de vallei. En goed kijken, dat heeft Vasco Costa wel geleerd in de 34 jaar die hij in deze afgelegen wachttoren heeft doorgebracht, in een rond metalen kamertje met een doorsnede van een meter of drie.

Waar de leek voorbij een heuvel een opklimmende rookpluim zou vermoeden, weet Costa dat het niets meer is dan een wolk stof, veroorzaakt door werkzaamheden aan een nieuw treinspoor. Of neem die andere rookpluim, daar aan de horizon honderdtachtig graden de andere kant op, daarvan weet hij dat het een fabriek is. Het valt zonder overdrijven te zeggen dat Costa iedere boom en iedere uitstekende rots in het landschap rondom de toren weleens heeft bekeken in al de jaren dat hij hier als brandwacht voor de Portugese Nationale Garde (GNR) werkt.

Of hij dan ook weleens een bosbrand heeft gezien? “Oef, zo vaak”, zegt hij hoofdschuddend. “Ik kan het niet eens meer tellen.” Altijd is het proces hetzelfde: eerst noteert hij in het logboek op hoeveel graden hij de rookpluim ziet – wat hij afleest op een oude metalen kompasroos en vervolgens opschrijft in een papieren schrift. Hij zet het tijdstip van de registratie erbij en neemt via het radiosysteem contact op met een andere wachttoren die het ook zou moeten zien. Zodra die de brand in zicht heeft en weet op hoeveel graden dat is, kunnen de lijnen getrokken worden, en zo kan aan de brandweer de precieze locatie worden doorgegeven. Daar wordt een eerste verkennende wagen naartoe gestuurd, die gaat kijken wat er precies aan de hand is.

Vasco Costa heeft in zijn werkzame leven al talloze malen melding gemaakt van bosbranden. Beeld Eline van Nes
Vasco Costa heeft in zijn werkzame leven al talloze malen melding gemaakt van bosbranden.Beeld Eline van Nes

Het op één na ergste brandjaar ooit

Dit zal ook deze zomer weer geregeld gebeuren hier in Portugal. Vorig jaar was heftig op het gebied van bosbranden in Europa. In totaal brandde een oppervlakte ter grootte van drie tot vier keer het land Luxemburg weg op het Europese continent, waarmee 2022 het op één na ergste brandjaar ooit geregistreerd was. Ook in Portugal waren opnieuw een aantal hevige bosbranden, vooral in het centrale binnenland rondom natuurpark Serra da Estrela – dat op enkele kilometers van de brandtoren van Costa begint.

Ernstig droge jaren

Gemiddeld verbrandt in Portugal jaarlijks een gebied ter grootte van de Veluwe. In rampjaar 2017 verbrandde zeker zes keer zoveel grond: ruim vijfduizend vierkante kilometer. Wetenschappers verwachten dat Portugal tegen het einde van de eeuw zeven ernstig droge jaren per decennium heeft, tegenover twee à drie op dit moment.

De Portugese minister van binnenlandse zaken José Luís Carneiro waarschuwde na een extreem hete aprilmaand dat het deze zomer zo mogelijk allemaal nog erger zal worden, aangezien de grond nog zeer droog is van vorig jaar. In bijna het halve land is een staat van ernstige droogte afgekondigd, waardoor maatregelen kunnen worden genomen om bijvoorbeeld de landbouwoogsten te redden.

De combinatie van extreme hitte en droogte is uiteraard ook een enorme risicofactor voor bosbranden – en precies dat was wat er speelde vorig jaar zomer. In zijn rapport over klimaatverandering noemde het klimaatpanel van de Verenigde Naties Portugal vorig jaar al een van de meest kwetsbare landen van de EU op het gebied van klimaatrampen.

In de auto omgekomen door de rook

Wijzend op de bergen van Guarda in de verte, begint Costa te vertellen over de maand juni in 2017, toen er zeker 64 mensen om het leven kwamen in bosbranden, het merendeel zittend in de auto, op de vlucht geslagen maar door de rook niet in staat om door te rijden. “Het vuur kwam daar over de rand”, wijst Costa. “Daarna trok het die kant uit verder, zo de vallei in. Daarmee kwam ook de rook, het stond hier helemaal blauw. Dus moest ik zorgen dat ik wegkwam uit de toren.”

Afgaand op zijn plotselinge opwinding tijdens het verhaal is te merken hoeveel indruk die dag op Costa maakte. Het is ook niet vreemd: de meeste dagen brengt hij zijn shifts van acht uur hier alleen opgesloten in de kleine toren door, met wat muziek uit zijn eenvoudige draagbare radio en zijn walkietalkie om met andere brandwachten te kletsen, soms even zittend op de versleten fauteuil waar het vilt uitpuilt.

Op sommige dagen wordt de toren brandend heet door de zon, terwijl de nachten juist ijzig koud kunnen zijn. Soms moet Costa zichzelf wakker houden door water over zijn hoofd te gieten. Maar in 2017 zag hij het landschap dat hij zo goed kent van het ene op het andere moment veranderen in een inferno.

Het uitzicht vanuit de toren. Beeld Eline van Nes
Het uitzicht vanuit de toren.Beeld Eline van Nes


Camera’s die hitte registreren

De Portugese overheid heeft in de afgelopen jaren serieuze maatregelen genomen om herhaling van een drama als in 2017 te voorkomen. Pakweg drie jaar geleden is als aanvulling op de brandwachttorens een groot aantal camera’s in het land geplaatst, die bij het registreren van hitte automatisch inzoomen. Om hier een beter beeld van te krijgen, rijden we met kapitein Luis Ribeiro van de GNR mee naar de brandweerkazerne in Viseu.

Omlaag hobbelend over de zandweg vanaf de bergtop, vertelt Ribeiro dat het voor hem niets zou zijn om alleen in de wachttoren te zitten. “Je zit daar maar de hele dag, met niets omhanden.” Omdat de toren 24 uur per dag bemand moet zijn, vallen de achturige shifts soms ook in de nacht. Dan staar je urenlang in het donker, waar hoogstens het lichtje van een auto over een bergweg voortkruipt. Ribeiro: “Maar het is ideaal dat we mensen als Costa hebben. Het voordeel is dat hij iets ouder is, daardoor is hij niet afgeleid door een telefoon met sociale media.”

Dat het waken voor bosbrand voor Ribeiro en zijn collega’s een persoonlijke kwestie is geworden, blijkt wel zodra hij begint over die brand van 2017. Hij verloor twee oudtantes, die in de auto waren gestapt om te vluchten. Volgens Ribeiro hadden ze meer kans gemaakt als ze thuis waren gebleven – zoals geldt voor de meeste mensen tijdens een brand. “Daarom proberen we zoveel mogelijk mensen voor te lichten over het wegkappen van struiken rondom je terrein, zodat het vuur niet dicht bij het huis kan komen. Daar ben je dan het veiligst.”

Huisjes met oranje dakpannen

in het controlecentrum in de GNR-kazerne in Viseu houden twee mannen constant een grote wand van beeldschermen in de gaten. Die beelden bij elkaar bieden een mooi overzicht van het rurale Portugal: valleien besprenkeld met kleine huisjes herkenbaar aan de oranje dakpannen, bergwanden begroeid met ruige struiken. Tegelijk zie je ook wat het probleem is: het ziet er zo droog en brandbaar uit dat je er dorst van krijgt.

Terwijl Ribeiro naar de beelden kijkt, vertelt hij dat de meeste bosbranden ontstaan doordat mensen takken en snoeiafval op hun land verbranden. Het zijn veelal oude boeren, die al het afval bij elkaar op een brandstapel gooien, zoals ze dat hun hele leven gedaan hebben. De wereld om hen heen is veranderd: doordat veel jongeren voor werk naar de steden trekken, worden stukken land niet meer bewerkt en raken overwoekerd.

Wanneer het vuur van een van de boeren overslaat naar het verwaarloosde land van hun buren, heeft dat snel ernstige gevolgen. Niet alleen voor de mogelijke brand, maar ook voor de mensen zelf: iedere brand wordt als een mogelijk misdrijf onderzocht, of het nu gaat om opzettelijke brandstichting of om nalatigheid.

De Portugese autoriteiten trekken daarom nog voor het brandseizoen de gemeenschap in, om mensen voor te lichten over de gevaren van de branden en de te nemen maatregelen. Maar het belangrijkste is uiteindelijk de branden zo snel mogelijk te doven, voordat deze zich uitbreiden. Ribeiro: “Vanaf de eerste melding is er zelfs op de meest afgelegen gebieden binnen 90 minuten iemand aanwezig. Maar met bepaalde omstandigheden als droogte, hitte en wind kan het vuur dan al enorm uitgegroeid zijn. Dan moet er gelijk hulp ingeschakeld worden, van bijvoorbeeld helikopters.”

Kapitein Luis Ribeiro van de Portugese Nationale Garde (GNR) kijkt naar een wand met beeldschermen. Ongeveer drie jaar geleden heeft de Nationale Garde als aanvulling op de wachttorens camera’s in het land geplaatst, die bij het registreren van hitte automatisch inzoomen. Beeld Eline van Nes
Kapitein Luis Ribeiro van de Portugese Nationale Garde (GNR) kijkt naar een wand met beeldschermen. Ongeveer drie jaar geleden heeft de Nationale Garde als aanvulling op de wachttorens camera’s in het land geplaatst, die bij het registreren van hitte automatisch inzoomen.Beeld Eline van Nes

Voorbereiden op winterbranden

In hoeverre een brand al is uitgegroeid, hangt af van de weersomstandigheden. Dat ook in januari vorig jaar al een fikse bosbrand woedde, heeft de vraag opgeroepen of Portugal zich voortaan ook moet voorbereiden op winterbranden. Volgens kapitein Ribeiro trad de staat van alertheid voor bosbranden de afgelopen jaren steeds vroeger in. In buurland Spanje gaf de regering anderhalve maand eerder dan normaal opdracht aan de verschillende regio’s om met de jaarlijkse bosbrandcampagne te beginnen, wat betekent dat de brandweer alvast in staat van alertheid wordt gebracht.

Zoals de Portugese binnenlandminister José Luís Carneiro waarschuwde: “Wanneer er een combinatie is van drie factoren – temperaturen boven 30 graden, vochtigheid onder 30 procent en wind boven 60 kilometer per uur – lopen we een hoog risico op brand. In 2022 hadden we temperaturen van 47 graden, een luchtvochtigheid van minder dan 10 procent en windsnelheden van meer dan 60 kilometer per uur.”

Een bijkomende factor in Portugal is de papierindustrie, waarvoor praktisch overal in het land enorme hoeveelheden van de snelgroeiende eucalyptusboom zijn aangeplant. Er is veel kritiek op deze aanplant, omdat de eucalyptus bij brand werkt als olie op het vuur: bij verhitting kunnen de vlammen meters ver uit de bomen slaan, waardoor een brand zich snel verspreidt. De economische belangen zijn echter groot, aangezien de papierindustrie jaarlijks drie miljard euro omzet.

De eenzame toren als basis

Met de inzet van moderne technologie proberen de Portugezen in ieder geval zo snel mogelijk te reageren en duidelijk te krijgen welke kant het vuur zich uit beweegt. Maar al die technologie ten spijt, is uiteindelijk de eenzame brandtoren die 24 uur per dag wordt bemand nog steeds de basis onder de bosbrandpreventie, zo stelt Ribeiro. Camera’s zijn goede hulpmiddelen, die de plekken in beeld kunnen brengen die buiten het zicht van de brandwachten vallen, maar zijn nog altijd ‘dom’: zij geven simpelweg een melding af zodra ergens hitte wordt geregistreerd.

“Mensen als Vasco Costa in hun torens zien gelijk wat een echte brand is en wat niet belangrijk is om aandacht aan te besteden. Die tientallen jaren van ervaring, die vervang je niet zomaar met technologie. De brandtorens zijn een antiek systeem”, zegt Ribeiro. “Maar het werkt juist omdat het zo eenvoudig is.”

Lees ook:
Regen heeft Europa wel, maar het water wordt niet vastgehouden

Het voorjaar is net begonnen, maar in delen van Zuid-Europa zien we al een droogte die ‘normaal’ pas midden in de zomer optreedt. Wat is er aan de hand?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden