MegastadRio de Janeiro
Illegaal gokken in Rio, en er is geen touw aan vast te knopen
In bijna elke straat van Rio de Janeiro zie je wel een lotério, een plek waar je loten koopt en waar je ook je energierekeningen kunt betalen. Dat zijn zichtbare, legale plekken. Wat geen enkele buitenstaander weet is dat er op elke straathoek mensen zitten van ‘het spel van de beestjes’, o jogo do bicho. Het is illegaal, maar het wordt gedoogd.
Er gaan miljoenen euro’s in om. De maffia van de jogo do bicho is zelfs machtiger dan de drugsmaffia en de milities van (oud-)politiemensen die hele wijken in hun macht hebben en de burgers afpersen, zeggen ze. De beestjesloterij is de financiële drijvende kracht achter de sambascholen. Iedereen weet het, maar er wordt niet over gesproken.
Dromen en favoriete dieren
Ik ben geen loterijgek, maar een keer in de paar maanden speel ik met een groep vrienden in de officiële loterij, die van de gewone winkels, waar je je rekeningen betaalt. Van een vriend, Daniel, wist ik dat hij ook in de beestjes speelt. Ik had hem wel eens iets horen mompelen over dromen en favoriete dieren en nummers. Heel geheimzinnig allemaal.
Ik besloot zelf een lot te kopen. Maar dat ging zo maar niet. Er zit een hele constructie van redeneringen achter je keuze voor een bepaald nummer en voor een bepaald dier. “Mijn oma is er gek op”, zei Daniel. “Als ze van mij droomt, zet ze in op de vlinder. Ik ben een vlinder voor haar.”
Van Daniel kreeg ik nadere instructies hoe te spelen. Om te beginnen: hoe herken je de lotenverkopers van de beestjes? Kun je op straat vragen waar de dichtstbijzijnde beestjeslotenverkopers zitten? Daniel lag in een deuk. “Ja, dat kan wel. Als je het maar niet aan de politie vraagt! Maar je herkent ze aan het apparaatje dat ze bij zich hebben, zwart met oranje. Het lijkt een beetje op een pinapparaatje. En het zijn bepaalde types, de mannen met van die vrijbuitersgezichten en de vrouwen zwaar opgemaakt met felgelakte nagels.”
Totaal geheimzinnige wartaal
Beneden aan onze heuvel, bij café Kalesa, zitten ze bijna altijd. Dat wist ik wel. Maar ze zitten gewoon tussen de klanten van de kroeg, dus je moet ze weten te traceren. Het apparaatje biedt dan uitkomst.
Aan Daniel had ik mijn droom verteld. Iemand die ik bewonder was mij een journalistieke prijs komen overhandigen. Zijn geboortejaar: 1985. Mijn eigen geboortejaar: 1962. Op de een of andere manier wist Daniel uit te vogelen dat ik een leeuw was, of misschien toch een ezel. Na wat vijven en zessen werd het de leeuw.
Het lijstje waarmee hij me naar de beestjeslotenverkoper stuurde: ik wil drie real inzetten in de groepen leeuw, pauw en tijger; twee real in de hertog van het tiental 62 en 85. Twee real in 8562 van het hoofd, drie real in diezelfde 8562, omgeven door de vijf.
Totale geheimzinnige wartaal voor mij, maar ik ging naar de beestjeslotenverkoper, die ik meteen met zijn vrijbuiterstronie en zwart-oranje apparaatje spotte op het terras van Kalesa. Met de grootste pokerface dat ik kon opzetten gaf ik het lijstje door. De man vertrok geen spier en tikte op een app van zijn telefoon alles in. Vervolgens rolde uit het zwart-oranje apparaatje een bonnetje met de gegevens. Ik had gespeeld! Uiteraard betaalde ik contant. Tien real, bijna twee euro.
Daniel zocht later op of ik iets gewonnen had. “Bijna! Als we alleen op leeuw hadden gespeeld, had je gewonnen.”
Volgende keer wordt het leeuw.
Uitdijende metropolen bieden een groeiend deel van de wereldbevolking onderdak. Hoe houden de mensen het daar leefbaar? Trouw-correspondenten doen wekelijks verslag uit hun eigen megastad.