Zuidoost-AziëIslam
Human Rights Watch: Indonesische schoolmeisjes vaak onder druk gezet om hoofddoek om te doen
Scholen in Indonesië gebruiken psychologische druk, publieke vernedering en straffen om meisjes aan te zetten tot het dragen van de hoofddoek, waarschuwt Human Rights Watch.
Indonesische vrouwen en meisjes worden vaak onder druk gezet om de jilbab, de islamitische hoofddoek, te dragen. Dat meldt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) in een rapport dat donderdag verscheen. Volgens HRW worden schoolmeisjes zonder jilbab veelal getreiterd, bedreigd en buitengesloten. Ambtenaren worden soms ook ontslagen omdat ze de hoofddoek niet dragen. En vrouwen en meisjes krijgen op heel wat plekken zonder jilbab geen toegang tot scholen of overheidsgebouwen.
“De jilbab dragen zou een keuze moeten zijn, geen overheidsverplichting”, zegt onderzoeker Andreas Harsono van Human Rights Watch tegen persbureau Reuters. “De opvatting groeit in heel Indonesië dat als je als moslimvrouw geen jilbab draagt, je minder vroom bent. Je bent dan moreel minderwaardig.”
Dwingende voorschriften
De jilbab is wat elders vaak hijab wordt genoemd: een hoofddoek die hoofd, nek en schouders en ook het haar volledig bedekt. Deze hoofddoek wordt in Indonesië doorgaans gecombineerd met een ruim zittende blouse en een lange rok. Human Rights Watch constateert dat sinds 2001 ruim zestig lokale en provinciale voorschriften zijn ingevoerd die vrouwen dwingen zich zo te kleden. Ook de meeste van de bijna 300.000 staatsscholen verplichten leerlingen hiertoe.
Volgens HRW gebruiken scholen veelal een combinatie van psychologische druk, publieke vernedering en straffen om meisjes aan te zetten tot het dragen van de jilbab. Soms lopen leraren ook met scharen rond om haarlokken die onder een jilbab vandaan komen af te knippen. Siti Rohani, een moeder van vier, vertelde aan persbureau AFP hoe haar dochter op een dag huilend uit school kwam omdat ze door andere leerlingen werd getreiterd omdat ze geen jilbab draagt. “Ze smeekte me om haar naar een andere school te laten gaan.”
Invloed conservatieven groeit
De overgrote meerderheid van de 270 miljoen mensen in Indonesië is moslim, maar er leven ook andere gelovigen, zoals christenen, hindoes en boeddhisten. Hoewel de archipel van oudsher bekend staat om zijn relatief gematigde, tolerante islam, verwerven conservatieve groepen de laatste decennia steeds meer invloed.
Zo ontstond afgelopen maand ophef over een christelijke leerlinge in Padang op West-Sumatra die door haar school onder druk werd gezet om de hoofddoek te dragen. Haar ouders maakten een heimelijke opname van een gesprek met een beambte die zei dat de jilbab op de school verplicht was voor kinderen van alle religies. Daarop greep de regering in.
‘Topje van de ijsberg’
Het ministerie van onderwijs verbood scholen om meisjes, ongeacht welk geloof ze aanhangen, te verplichten een hoofddoek te dragen. Scholen die zo’n plicht hebben, moeten die uiterlijk 25 maart schrappen. De minister van religie, Yaqut Cholil Qoumas, hekelde de praktijk om de hoofddoek te verplichten en noemde de zaak op West-Sumatra “het topje van de ijsberg”.
Maar of deze maatregel zal worden nageleefd, moet worden afgewacht. De overheid is betrekkelijk zwak in Indonesië. Human Rights Watch dringt er dan ook bij de regering op aan om hier strikt op toe te zien.
Lees ook:
Fatwa’s, knokploegen en opportunisme; hoe de radicale islam tolerant Indonesië verandert
Sinds de val van dictator Soeharto in 1998 maakt Indonesië een proces van democratisering door. Conservatieve moslims profiteren daarvan en veroveren de macht. Tot bezorgdheid van minderheden. Een achtergrondreportage.