Aardbeving
Hulya Cebe is zes familieleden kwijt, maar werkt door: ‘Eerst helpen, dan rust’
Zes familieleden is Hulya Cebe-Serbetcioglu kwijt door de aardbeving. De afgelopen dagen nam ze nauwelijks tijd om na te denken. ‘Zoveel mogelijk helpen, de rest komt later wel.’
Ruim tachtig uur na de aardbeving komt de hulp in een nieuwe fase, vertelt Turks-Nederlandse Hulya Cebe-Serbetcioglu (46) vanuit Amersfoort. “Speuren tussen het puin heeft minder zin, mensen op straat moeten nu in veiligheid gebracht worden.” En dus weet Cebe dat twee familieleden in Kahramanmaras bedolven blijven. “Die zijn we kwijt”, zegt Cebe. “Besef is er nog niet, misschien straks als de rust terugkomt.”
U bent de afgelopen dagen druk geweest. Waarmee?
“Net als heel veel Turkse Nederlanders heb ik spullen ingezameld. Alleen zaken die volgens de Turkse overheid echt nodig zijn zoals: pampers, maandverband, nachtlampjes, winterjassen, dekens, babyflesjes, speentjes, winterkleding, laarzen, telefoonladers en babyvoeding. In Amersfoort hebben we binnen anderhalve dag twee vrachtwagens vol gekregen om die kant op te sturen. Dat is heel veel werk, je moet voor alles een vergunning hebben en alles in overleg met AFAD (Turkey’s Official Ministery of Disaster and Emergency Management Presidency). Medicijnen mogen bijvoorbeeld niet, maar we hebben iemand op het vliegtuig gezet met een paar koffers vol pijnstillers. Door de adrenaline ben ik chaotisch. Nu de spullen onderweg zijn probeer ik zelf wat af te remmen.”
Wat voor indruk heeft u van de ernst van de ramp?
“De zware aardbeving van 1999 maakte in zelf mee in Turkije. Het volk en de overheid weten wat er nu nodig is, maar de chaos is onwerkelijk groot. In de getroffen gebieden is niets meer over, vlak, weg. De overheid heeft de leiding en dat lijkt goed te gaan. In konvooi worden overlevenden naar veilig gebied gebracht, ook krijgen ze leefgeld. Maar goed, het blijft totaal onwerkelijk.”
Gaat u zelf rust nemen?
“Ik probeer nu wat mailtjes te beantwoorden voor mijn werk, maar als mijn telefoon gaat denk ik weer aan Turkije. Veel vrienden en collega’s hebben me vertrouwd met geld voor de slachtoffers, en dat moet ik wijs besteden. Het voelt als een enorme verantwoordelijkheid, ik wil tot op de cent precies zijn. Verder gaan er dit weekend al vluchten naar Turkije om te helpen in de hangars waar ze goederen sorteren. Ik weet nog niet wanneer precies, maar ik ga daar zeker helpen. Bezig zijn.”
Nog even door dus?
“Ja, ik probeer mijn hoofd erbij te houden. De berichtjes en video’s van geholpen mensen geven mij weer energie. Ze zijn al blij met een flesje water. Er moet nog zoveel gebeuren.”
Lees ook:
In Kahramanmaras is geen gebouw onbeschadigd: ‘Niemand hier heeft nog een huis, en het is zo koud’
In de zwaar getroffen Turkse stad Kahramanmaras haalden de inwoners aanvankelijk zelf medeburgers onder het puin vandaan. Nu komen de vragen of er dingen anders hadden gekund.