Aan de bestorming in Brasília door Bolsonaro-aanhangers ging een lang proces van democratische ondermijning vooraf.
De bestorming van het Congres, het Hooggerechtshof en het presidentieel paleis in de Braziliaanse hoofdstad Brasília op 8 januari heeft een grote schok veroorzaakt in de democratische wereld. Hoewel de beroering in het Westen niet zo hevig is als bij de bestorming van het Amerikaanse Capitool op 6 januari 2021 door Trump-aanhangers, laat de Braziliaanse casus wel zien dat de gebeurtenis in Amerika niet op zichzelf stond, maar mogelijk het begin is van een zorgelijk patroon. In het Westen neemt de roep toe om democratieën weerbaarder te maken tegen ‘krachten’ die erop uit zijn die te ondermijnen.
Aan de bestorming in Brasília ging een lang proces vooraf en deze kwam niet, zoals in Amerika, als een complete verrassing. Brazilië is een jonge democratie en heeft een lange geschiedenis met antidemocratische tendensen.
Van militaire junta naar een jonge democratie
In 1964 maakte het leger een einde aan de prille democratie en vestigde een militaire dictatuur. Net als in veel andere Latijns-Amerikaanse landen, zoals in Argentinië en Chili, bedienden de Braziliaanse militairen zich van geweld, waarbij honderden (vooral progressieve en linkse) tegenstanders werden vermoord en duizenden gemarteld, onder wie de latere president van het land Dilma Rousseff.
Het Braziliaanse militaire regime was dan misschien niet zo gewelddadig als de militaire junta in buurland Argentinië (daar werden tussen 1974 en 1983 zo’n 30.000 mensen vermoord), maar de militairen en hun aanhangers verdwenen nooit helemaal van het politieke toneel. Ook toen in 1985 de democratie voorzichtig terugkeerde, bleven antidemocraten altijd een belangrijke politieke factor in het land. Deze waren lang niet allemaal militairen: ook een aantal grootgrondbezitters, industriëlen, religieus conservatieven en neo-liberalen keerde zich meerdere malen tegen de democratische vooruitgang. En zij gebruikten ook niet louter geweld om de democratie te ondermijnen.
Lula verdween na een controversiële rechtsgang in de gevangenis
Tijdens de eerste regeerperiode van de linkse president Luiz Inácio Lula Da Silva (2002-2010) kregen de antidemocraten weinig kans om invloed uit te oefenen. Dit had te maken met de ongekende populariteit van Lula. Bij zijn vertrek in 2010 kon hij rekenen op de goedkeuring van meer dan 80 procent van de Brazilianen.
De situatie veranderde met de komst van Dilma Rousseff in 2011: als vertrouweling en voormalig rechterhand van Lula zette zij het progressieve beleid van Lula voort, maar ze erfde niet zijn populariteit. Vanuit de politieke rechtervleugel begon een campagne tegen Rousseff om haar, maar ook haar populaire voorganger Lula, voorgoed uit te schakelen. Onder hun bestuur vond corruptie plaats, en dat grepen tegenstanders aan om met hen af te rekenen.
Rousseff werd in 2016 na een lange lastercampagne, daarbij geholpen door verschillende media, uit haar ambt gezet; Lula verdween na een controversieel proces in de gevangenis en het werd hem vervolgens onmogelijk gemaakt zich opnieuw verkiesbaar te stellen voor de verkiezingen van 2018. De rechtse en antiprogressieve vleugel in de Braziliaanse politiek schoof de corrupte zakenman Michel Temer naar voren, die in 2019 bekende dat de afzettingsprocedure van Dilma Rousseff een ‘coup’ was, en dat hij daar onder druk van een aantal politici aan moest meewerken.
Het was de regering van Temer die de weg vrijmaakte voor de komst van Jair Bolsonaro. Deze politicus maakte, net als Trump, in de aanloop van de presidentsverkiezingen furore met zijn harde uitspraken en controversiële beleidsvoorstellen die door veel mensen als komisch en verfrissend werden gezien. Bolsonaro, die carrière maakte in de krijgsmacht, maakte ook geen geheim van zijn voorliefde voor de militaire dictatuur. In 2018 won hij de verkiezingen.
Bolsonaro’s grip op de uitvoerende macht en aanval op de rechterlijke macht
Bolsonaro’s militaire inborst werd onmiddellijk zichtbaar in de samenstelling van zijn kabinet. Daarin zaten zelfs meer militairen dan tijdens welk kabinet ook in de Braziliaanse geschiedenis, zelfs meer dan ten tijde van de militaire dictatuur. En ook buiten zijn kabinet konden militairen rekenen op bestuursfuncties. Het aantal militairen met posities binnen de federale overheid lag onder Bolsonaro meer dan 500 procent hoger ten opzichte van dat onder Lula’s eerste ambtstermijn tussen 2002-2006. De aanhang van Bolsonaro is ook oververtegenwoordigd binnen het leger, de politie en de veiligheidsdiensten.
Deze achterban deed pogingen de democratie te ondermijnen. Zo hield de politie tijdens de presidentsverkiezingen in het najaar van 2022 mensen tegen op de wegen die hun stem wilden uitbrengen op Bolsonaro’s tegenstander Lula da Silva, veelal de armere inwoners uit het noorden van het land.
De Bolsonaro-aanhangers die op 8 januari het Congres, het Hooggerechtshof en het presidentieel paleis bestormden, hoopten met hun actie militair ingrijpen uit te lokken. Zij riepen de krijgsmacht op om de macht te grijpen. Hoewel zij niet slaagden in hun opzet, is er toch kritiek op het leger, omdat het niet hard genoeg ingreep tegen de demonstranten en aanhangers van Bolsonaro. Deskundigen en commentatoren verwijten het leger medeplichtigheid aan de bestorming. Volgens sommige Braziliaanse commentatoren is het gevaar van een coup nog altijd niet geweken.
De aanvallen van Bolsonaro op de rechterlijke macht gingen zelfs conservatieven te ver
Een ander doelwit van Bolsonaro in de tijd dat hij president was, was de rechterlijke macht. Hoewel de Braziliaanse rechtspraak al langer hevig gepolitiseerd is – de hoogste rechters van het Federale Gerechtshof worden benoemd door de politiek en het komt regelmatig voor dat zij zelf onderwerp zijn van strafrechtelijke onderzoeken of andere controverses – opende Bolsonaro in 2018 de aanval op de rechtspraak als geheel en trok hij later haar geloofwaardigheid in twijfel. Die aanvallen waren zo fel dat deze zelfs de conservatieve meerderheid in het Congres te ver gingen.
Bolsonaro had zijn pijlen gericht op met name het Federale Gerechtshof, dat ook dient als constitutioneel hof en bevoegd is om strafrechtelijke onderzoeken in te stellen naar politici. In 2018 stelde Bolsonaro voor om het aantal rechters van het Federale Gerechtshof uit te breiden van 11 naar 21, zodat hij in een klap veel nieuwe rechters kon benoemen in plaats van te moeten wachten tot pensionering of overlijden. Maar dankzij Bolsonaro’s politieke onhandigheid en extremisme kreeg hij nooit een meerderheid in het Congres voor zijn extreme voorstellen.
Niet eerder was de dreiging voor rechters zo groot
Bolsonaro besefte uiteindelijk – vooral nadat hijzelf en zijn zonen onderwerp waren van strafrechtelijke onderzoeken – dat hij de rechterlijke macht niet onder controle kon krijgen. In 2021 gooide hij het over een andere boeg: hij hitste zijn aanhangers op om rechters fysiek op te zoeken.
De twee rechters op wie hij het specifiek gemunt had waren Alexandre de Moraes (rechter van het Federale Gerechtshof) en Luis Roberto Barroso (rechter van het hoogste electorale college dat toeziet op het organiseren van verkiezingen). Bolsonaro beweerde in 2021 dat hij bewijzen had gevonden van fraude in het kiessysteem. Toen Barroso de aantijgingen ontkende, eiste Bolsonaro zijn vertrek.
Gevaarlijker waren de aanvallen op Moraes. Deze rechter onderzocht in de zomer van 2021 beschuldigingen dat Bolsonaro en vier van zijn zonen desinformatie hadden verspreid. Daarop riep de president zijn aanhangers op om tegen het Gerechtshof te demonstreren. In september 2021 gingen meer dan 100.000 Bolsonaro-aanhangers de straat op in verschillende steden, waaronder Brasília, waarbij Bolsonaro het vertrek eiste van Moraes. Niet eerder was de dreiging voor rechters zo groot en direct zichtbaar.
De bestorming heeft een sterke tegenreactie teweeggebracht in Brazilië
De instituten die de Bolsonaro-aanhangers op 8 januari bestormden, stonden dan ook symbool voor het falen van zijn presidentschap. Het presidentieel paleis moest Bolsonaro tegen zijn zin verlaten, het Congres kreeg hij uiteindelijk niet mee in zijn extreemste voorstellen, ondanks de conservatieve meerderheid, en het Gerechtshof boog niet voor zijn dreigementen.
De bestorming heeft een sterke tegenreactie teweeggebracht in Brazilië. President Lula heeft zijn pragmatische houding laten varen en wil een einde maken aan de invloed van Bolsonaro in de politiek en aan de dreiging van antidemocratische stromingen. Ook het Hooggerechtshof slaat terug. Alexandre de Moraes, riep dinsdag de regering op om het ‘terrorisme’ en de ‘antidemocraten die een coup beramen’ stevig te bestrijden. “Democratie zal zegevieren en de Braziliaanse instituties zullen niet buigen”, aldus Moraes, die ook het onderzoek leidt naar de bestorming in Brasília.
Moraes heeft ook arrestatiebevelen uitgevaardigd voor onder anderen Anderson Torres, die minister van justitie was onder Bolsonaro en veiligheidschef van Brasília ten tijde van de bestorming, en naar Fabio Augusto Vieira, het hoofd van de militaire politie. Ook verzoeken de openbaar aanklagers het Hooggerechtshof om de bezittingen van Bolsonaro te bevriezen.
‘Er zou zich een tirannie kunnen vestigen’
Dat Lula’s regering de zaken niet op hun beloop kan laten gaan, is duidelijk, maar de vraag is of de maatregelen ter bescherming van de democratie op termijn niet juist de democratie ondermijnen. De rechterlijke macht had bijvoorbeeld al verregaande bevoegdheden in het vervolgen van politici, en die leidden in het verleden al weleens tot machtsmisbruik. Dat bleek tijdens de rechtszaak tegen Lula, waarin de rechter die hem vervolgde later deelnam aan het kabinet van Bolsonaro en van wie het Hooggerechtshof later oordeelde dat hij partijdig was.
De Franse staatsrechtgeleerde Montesquieu (1689-1755) waarschuwde in zijn beroemde werk Over de geest van de wetten dat een staat maat moet houden bij het nemen van tegenmaatregelen, die hem bedreigen of schade hebben toegebracht. “Onder het voorwendsel dat de republiek wraak moet nemen, zou zich een tirannie kunnen vestigen.” Hij stelde daarom voor de natuurlijke impulsen te bedwingen: “Wanneer een republiek erin geslaagd is om degenen die haar omver wilden werpen, onschadelijk te maken, moet het snel gedaan zijn met het wreken, het straffen en zelfs met het belonen... Het is zaak dat de normale situatie zo snel mogelijk wordt hersteld, de situatie dus van een staatsvorm waar de wetten alles beschermen en niemand aanvallen.”
Correctie 13/01/2023: In een eerdere versie stond dat er in Brazilië kritiek was op het leger, omdat het niet hard genoeg ingreep tegen de demonstranten en ‘aanhangers van Lula’. Dit moet uiteraard ‘aanhangers Bolsonaro’ zijn.
Lees ook:
Gevaar voor coup in Brazilië nog niet geweken, maar Lula heeft zijn positie versterkt
De rust lijkt weergekeerd in Brazilië, na de bestorming van het regeringscentrum. Maar de bedreiging van de democratie is nog niet van de baan.