Machtsstrijd
Het conflict om de Zuid-Chinese Zee laait verder op nu de Amerikanen terugkomen
De spanningen in de Zuid-Chinese Zee lopen verder op, nu China zijn claim op de zee vol eilanden, vis, olie en gas versterkt. De Filippijnen blazen een oude maritieme basis nieuw leven in.
Het is een baai met witte stranden en een helderblauwe zee, waar onlangs nog een groot internationaal volleybaltoernooi plaatsvond. Op het strand staat in grote, witte letters de naam van deze ogenschijnlijk idyllische plek: Subic Bay.
Een toeristenoord is Subic Bay, maar dat was het niet altijd. Lang huisvestte de baai de grootste Amerikaanse maritieme basis in heel Azië, bijna net zo groot als Singapore. Maar in 1992 verlieten Amerikaanse troepen de basis in de Filippijnen aan de Zuid-Chinese Zee, vanwege politieke strubbelingen door de Koude Oorlog en geldgebrek.
Een belangrijke haven
Subic Bay ligt in de Zuid-Chinese Zee, een oceaan tussen China, de Filippijnen, Vietnam, Singapore, Taiwan, Brunei en Maleisië. De zee staat al jarenlang centraal in een territoriale strijd om het water, de eilandjes én misschien het belangrijkste: de ruime voorraad olie en gas die in de bodem van de Zuid-Chinese Zee aanwezig is.
Nu willen de Filippijnen dat de Amerikanen weer terugkeren naar de strategische baai. Plannen daarvoor zouden in de maak zijn: eind november kondigde het hoofd van de Subic Bay-regio al aan dat de Amerikanen terugkeren naar de basis. De VS heeft nu op vijf plekken in de Filippijnen een beperkte militaire aanwezigheid – in totaal zouden Manila en Washington vijf nieuwe bases plannen in het land dat tot 1946 een Amerikaanse kolonie was. Dat is overigens nog niet publiekelijk bevestigd door de Verenigde Staten.
Strategische beslissing
Eenzelfde terugkeer zou ook voor de VS ‘van groot strategisch belang’ zijn, denkt Friso Dubbelboer, Zuid-Chinese Zee-expert voor het Leiden Asia Centre. “Met wargames bootst het Amerikaanse leger regelmatig mogelijke oorlogsscenario’s na”, vertelt hij. “Daaruit blijkt één ding: in bijna ieder scenario verliest het Amerikaanse leger een oorlog van de Chinezen.” Op die stelling is één uitzondering: als de Amerikanen militaire toegang krijgen tot de Filippijnen, met strategische eilanden in de Zuid-Chinese Zee.
De afgelopen jaren is de relatie tussen de Filippijnen en de VS verbeterd, met name sinds het presidentschap van Ferdinand ‘Bongbong’ Marcos junior, die in juni het stokje overnam van Rodrigo Duterte. Zo bezocht Kamala Harris eind november de Filippijnen en kondigde ze aan het land 7,5 miljoen dollar te schenken, om het te helpen zijn kustwacht te versterken. Én Marcos blies een in 2014 getekend maar sindsdien opzijgeschoven samenwerkingsverband nieuw leven in, de US-Philippines Enhanced Defence Cooperation Agreement (Edca), waarmee de VS militaire voorzieningen mogen bouwen op Filippijnse bases.
Het is een ommekeer ten opzichte van het beleid van Duterte, die het grootste gedeelte van zijn presidentschap juist toenadering tot China zocht. “Zes jaar samenwerking met China heeft de Filippijnen helemaal niets opgeleverd”, zegt Dubbelboer. “Dus wil Marcos het anders doen, zonder de hulp van China.” En met die ontwikkeling is China allesbehalve blij, ziet Dubbelboer. “China roept al moord en brand, want dat land is bang dat de Navo zich met Zuidoost-Azië gaat bemoeien.”
Gevoelige positie
De toegang tot de Zuid-Chinese zee, een diepblauw water vol met kleine eilandjes, ligt gevoelig. Dat komt door de economisch strategische handelspositie: in 2016 voer ongeveer 20 procent van alle wereldwijde handel door dit water, met een geschatte 3370 miljard dollar aan waarde. Maar misschien nog belangrijker is de schat aan olie en gas die onder de bodem ligt: volgens de US Energy Information Agency zitten er 4500 miljard kubieke meter gas en 11 miljard vaten olie in de bodem.
Sinds 1994 geldt het VN-Zeerechtverdrag, dat stelt dat ieder land territoriale wateren van maximaal 12 zeemijl heeft, zo’n 22 kilometer vanaf de kust. Aansluitend is er een Exclusieve Economische Zone van nog 188 mijl, de EEZ, waar andere landen doorheen mogen varen, maar de grondstoffen niet mogen claimen. En juist in veel economische zones in de Zuid-Chinese Zee bevinden zich significante hoeveelheden gas en olie.
Machtsstrijd
De machtsstrijd in de zee wordt aangewakkerd door China's “steeds assertievere, dan wel agressievere” gedrag, zegt Dubbelboer. China claimt een historisch recht te hebben op de zee, op basis van de controversiële nine-dash-line uit 1947, een streepjeslijn waarmee het land op historische gronden zich praktisch de hele zee toe-eigent. De internationale gemeenschap wijst die nine-dash-lijn claim overigens af. “Maar China doet steeds een stapje naar voren en probeert zo meer eilandjes onder controle krijgen.”
Daarom ruziën de omliggende landen al jaren met China over de vele riffen, atollen en eilandjes in het water. In 2015 spoot China zelfs zeven kunstmatige eilanden op om er havens en landingsbanen te bouwen. Het cement op de tropische atollen is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Vorige week meldde het Amerikaanse nieuwssite Bloomberg dat China meerdere onbezette zandbanken in de Zuid-Chinese Zee aan het opspuiten is, hoewel actuele satellietfoto’s geen nieuwe bebouwing laten zien.
In 2016 bepaalde het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag bovendien dat de nine-dash-line ongeldig is. Toch blijft China buurlanden blokkeren die olie en gas willen delven uit het omstreden gebied. “Zo ligt er voor miljoenen aan gas in de Reed Bank, in de Filippijnse Exclusieve Economische Zone, maar ze kunnen het vanwege China niet delven”, zegt Dubbelboer.
Ook laat China ogenschijnlijke vissersbootjes met paramilitaire bemanning ronddobberen in de omstreden zeegebieden. Volgens het American Maritime Transparency Institute (AMTI) voeren er in juli 400 van die boten in de buurt van de Spratly-eilanden, een zeer betwist gedeelte in de Zuid-Chinese Zee. Die bootjes zijn de laatste maanden steeds dichterbij de Filippijnse kust gekomen, met name bij het Iroquois Reef, waaronder veel olie ligt.
Een wederzijds charmeoffensief tussen de Filippijnen en China mislukte onder Dutertes leiderschap. “Lang sprak China over vriendschap op de Zuid-Chinese Zee en Duterte ging daar lang in mee”, zegt Dubbelboer. “Maar de Filippijnse schepen bleven lastig gevallen worden door de Chinese kustwacht, die de eilandjes omsingelt. De Chinese maritieme militie bleef groeien.”
Begin december kondigde president Marcos aan dat het land nieuwe manieren gaat zoeken om grondstoffen te delven uit de Reed Bank, zonder hulp van China. China financiert intussen de bouw van een nieuwe maritieme basis aan de Cambodjaanse kust, hoogstwaarschijnlijk om ook daar de militaire aanwezigheid te versterken.
Maar ook Vietnam eigent zich de zee toe door te bouwen, merkte het Amerikaanse Center for Strategic and International Studies (CSIS) eerder deze maand op. Onderzoekers ontdekten dat Vietnam dit najaar zo’n 170 hectares nieuw land heeft opgespoten. In totaal heeft Vietnam nu 220 hectare nieuw land in de Zuid-Chinese Zee, nog steeds een stuk minder dan de bijna 1300 hectare van China.
Westerse gevolgen
Al deze ontwikkelingen drijven China en de andere landen rond de Zuid-Chinese Zee verder uit elkaar. “Door verdere escalatie kan ook de internationale scheepvaart en daardoor de wereldwijde handel geraakt worden”, zegt Dubbelboer. Zover komt het niet zomaar, vermoedt hij. “Maar de conflicten in de Zuid-Chinese Zee kunnen een precedent scheppen voor zeeconflicten dichterbij, bijvoorbeeld tussen Griekenland en Turkije.”
Met de groeiende Chinese dreiging zijn de meeste naburige landen in de Zuid-Chinese Zee vermoedelijk blij met de nieuwe Amerikaanse basis in Subic Bay, denkt Aries Arugay van het ISEAS-Yusof Ishak Instituut in Singapore. “Het samenwerkingsverband van Zuidoost-Aziatische landen (Asean) willen graag meer Amerikaanse betrokkenheid in de regio”, zei hij tegen de South China Morning Post. “Onder Donald Trump zijn veel van die landen naar China gekeerd. Maar een terugkeer van de VS naar deze maritieme basis, op deze strategische plek, is niet meer dan logisch te noemen.”
Rondom welke eilanden zijn er conflicten?
Scarborough Shoal
Beheerd door: China
Geclaimd door: Taiwan, de Filippijnen
Sharborough Shoal is een rots in de Zuid-Chinese Zee, zo’n 200 kilometer van het Filippijnse eiland Luzon, waaraan de Subic Bay ligt. Vooralsnog is er niets gebouwd op Scarborough Shoal, maar het gesteente wordt streng gecontroleerd door China, het land dat er in 2012 een kustwacht neerzette. Met de bouw van de Amerikaanse maritieme basis op Subic Bay en de Chinese aanwezigheid op Scarborough-shoal komen China en de VS lijnrecht tegenover elkaar te staan.
Thitu-eiland
Beheerd door: de Filippijnen
Geclaimd door: China, Taiwan, Vietnam
Het Thitu-eiland, door de Filippijnen Pagasa-eiland genoemd, is het grootste eiland van de Spratly-eilanden. “De Chinese kustwacht blijft lokale vissers lastig vallen”, zei de burgemeester van dit eiland in 2015 al in een interview. “Ze houden afstand om met rust gelaten te worden.”
Mischief Reef
Beheerd door: China
Geclaimd door: de Filippijnen, Taiwan, Vietnam
Mischief Reef is een zandbank in de Spratly-eilanden. China nam de bank voor het eerst in in 1994 en heeft het sindsdien opgespoten tot een eiland. Op het rif wil China ook een militair vliegveld bouwen.
Taiping-eiland (Itu Aba-eiland)
Beheerd door: Taiwan
Geclaimd door: de Filippijnen, China, Vietnam
Het Taiping-eiland, ook Itu Aba genoemd, is het enige eiland in de Zuid-Chinese Zee van Taiwan. In 2015 bouwde het land er een nieuwe scheepswerf. Op 2 december botsten Vietnam en Taiwan toen Taiwan een schietoefening uitvoerde op het eiland, die Vietnam “een serieuze schending van de territoriale soevereiniteit noemde”.
Iroquois Reef
Beheerd door: de Filippijnen
Geclaimd door: China
Zo'n 25 Chinese maritieme vissersschepen dobberden rond op het Filippijnse Iroquois Reef, waar veel olie onder de bodem ligt. Eerder mislukten onderhandelingen tussen China en de Filippijnen om die olie gezamenlijk te delven. Volgens het American Maritime Transparency Institute komen de schepen steeds dichterbij het meest olierijke gebied bij de Filippijnse kust.
Namyit-eiland
Beheerd door: Vietnam
Geclaimd door: China, de Filippijnen en Taiwan
Dit eiland is een gesteente in de Spratly-eilanden. Vietnam eigende het zich toe in 1973. De afgelopen maanden heeft Vietnam het eiland uitgebreid door een haven te baggeren, die geschikt is voor grotere schepen. Door de uitbreiding is het Vietnams grootste eiland, samen met Pearson Reef.
Nanshan-eiland
Beheerd door: de Filippijnen
Geclaimd door: China, Taiwan en Vietnam
Dit is het op acht-na-grootste eiland van de omstreden Spratly-eilanden. Het is een broedplaats voor vogels. Eind november voer een Amerikaans maritiem schip langs dit eiland, tot woede van de Chinezen. De Filippijnen bezetten het eiland sinds 1968 en bouwden er vijf vuurtorens.
Subic Bay
Beheerd door: de Filippijnen
Tot 1992 huisvestte Subic Bay de grootste Amerikaanse maritieme basis in heel Singapore, ter grootte van Singapore. Maar door geldgebrek verlieten de Amerikanen de baai, die sindsdien met name als toeristisch oord functioneerde. Maar in mei 2022 keerde de Filippijnse marine terug naar Subic Bay, met een (kleinere) maritieme basis. Nu hopen de Filippijnen dat óók de Amerikaanse marine terugkeert.
Lees ook:
Chinese vissers spelen rol in territoriale claim op zee
China investeert in een maritieme militie, die het geclaimde gebied in de Zuid-Chinese Zee moet verdedigen.