Een gelekte database biedt Oeigoeren in het buitenland nieuwe informatie over achtergebleven familie in Chinese strafkampen. Maar informatie alleen is niet genoeg: het is tijd voor actie, vindt de gemeenschap.
Ghopur Abey (47) heeft zijn broer gevonden. De Oeigoerse Nederlander had Ehtem, ver weg in Xinjiang, al jaren niet gesproken. De Chinese overheid verbood al het contact. Maar nu was er die nieuwe, gelekte database, waarin Abey vanuit zijn woning in Alkmaar vorige week enigszins huiverig de benodigde gegevens intikte en op ‘enter’ drukte. De zoekmachine bevestigde wat hij eigenlijk al wist: dat zijn verloren broer al jaren vastzit in een strafkamp in Xinjiang, een noordwestelijke regio in China.
De feiten verschenen droog, zonder opsmuk, op Abeys computerscherm. Status: concentratiekamp. Reden voor detentie: contact met de buitenwereld. ‘Wanneer de problemen begonnen’, een eufemistische omschrijving voor zijn arrestatie: oktober 2020 - december 2020.
De reden voor de arrestatie was het pijnlijkst om te lezen. Want dat contact met de buitenwereld, dat is Abey geweest. In 2019 sprak hij telefonisch met Ehtem. Een jaar later werd zijn broer gearresteerd, met als reden onder andere dat korte telefoongesprek.
Zoektocht
Wereldwijd zochten gevluchte Oeigoeren als Abey in de Xinjiang Police Files de afgelopen twee weken naar hun familieleden in Xinjiang, een provincie in noordwest-China, die Oeigoeren zelf Oost-Turkestan noemen. Vaak hebben zij al jaren geen contact meer met broers, zussen, ouders.
De Xinjiang Police Files is een enorme dataset met 730.000 gevangengenomen Oeigoeren. De Duitse onderzoeker Adrian Zenz kreeg de informatie in handen van een anonieme klokkenluider. Vorig jaar mei publiceerde Zenz al drieduizend foto’s en namen van gevangenen uit die database. Nu publiceert hij, na verder onderzoek, honderdduizenden van hun namen: Xakir, Hesen, Sajide, Erkin.
Het is een klein lichtpuntje voor Oeigoeren in de diaspora, na jarenlange radiostilte. “Ik wilde deze informatie voor iedereen vindbaar maken, alsof de Oeigoeren kunnen inloggen op een politiecomputer en directe informatie vinden over hun familie”, vertelt Zenz.
De meeste data komen uit 2016 tot 2018, toen de Chinese president Xi Jinping besloot zich met harde hand op minderheden in het westelijke gebied te gaan richten. In die jaren groeide het aantal concentratiekampen het hardst. Maar de lijst bevat ook informatie over latere arrestaties, zoals in het geval van Abeys broer, die in 2020 werd opgepakt.
De gegevens moeten Oeigoeren opbeuren en hoop geven, vertelt Zenz. “De meeste Oeigoeren scrolden vorig jaar door al die 3000 foto’s, op zoek naar een teken van hun geliefden. Want al het nieuws uit Xinjiang verdwijnt in een groot zwart gat, gegraven door de Chinese overheid.”
Geen opluchting, geen verdriet
“Het was een rare mengeling van verdriet en opluchting”, zegt ook Abduweli Ayup, een gevluchte Oeigoerse activist die in Noorwegen woont. “Ik kan je niet zeggen dat ik blij ben, of teleurgesteld, of verdrietig. Het is een ander gevoel, een beetje van beide.”
Ayup vond naar eigen zeggen 36 namen van bekenden in de lijst, onder wie zijn zus Sajide en zijn broer Erkin. Hij leerde dat zijn broer inmiddels een 14-jarige gevangenisstraf uitzit. “Hij heeft dertig jaar voor de Chinese Communistische Partij gewerkt en kwam zelfs in een leidinggevende functie, verantwoordelijk voor de samenwerking met telefoonbedrijf Huawei in zijn district.” Maar toen kreeg zijn broer de stempel ‘dubbele pet’. “Iemand die werkt voor de overheid, maar ook trouw is aan zijn eigen cultuur”, zegt Ayup. “Mijn zus, die leraar is, kreeg dezelfde beschuldiging.”
Hij heeft het zelf ook meegemaakt. In 2014 verbleef Ayup vijftien maanden in een Chinese cel. Daar zag hij verkrachtingen en mishandelingen voor zijn ogen plaatsvinden. “Ik ben ook verdrietig om de namen van mijn broer en zus te vinden, want ik weet hoe verschrikkelijk het is. Dat maakt de opluchting dat ik de namen vond kleiner.”
Surveillancestaat
Al jaren onderdrukt en arresteert de Chinese regering etnische groepen die geen deel uitmaken van de Han-meerderheid: Oeigoeren bijvoorbeeld, maar ook Kazakken en Tibetanen. De onderdrukking vindt onder andere plaats in Xinjiang, waar ruim elf miljoen Oeigoeren leven, op een totale bevolking van 25 miljoen. Vier miljoen inwoners maken deel uit van andere minderheidsgroepen.
In de provincie hebben sinds 2016 minstens twee miljoen mensen vastgezeten in concentratiekampen, stelden de Verenigde Naties in een in augustus gepubliceerd rapport. De Chinese overheid noemt die kampen ‘trainingscentra voor extremisten’. Oeigoeren in de diaspora beschouwen twee miljoen als een grove onderschatting.
Het werkelijke aantal Oeigoeren in gevangenschap is vermoedelijk veel hoger, zegt ook David Tobin, Oost-Azië-onderzoeker aan de Universiteit van Nottingham, gespecialiseerd in Xinjiang. Naast concentratiekampen zijn er nog veel andere manieren waarmee China de minderheden onder controle houdt, somt hij op. “Er zijn pre-detentiecentra, gevangenissen, en werkkampen voor Oeigoeren die wel thuis wonen, maar iedere dag gedwongen worden opgehaald om te werken. Iedere Oeigoer in Xinjiang zit vast in hetzelfde systeem van surveillance.”
Spelling
Dat betekent niet dat iedere Oeigoer in Nederland zijn familie in de lijst weet te vinden. Niet iedereen kent de benodigde id-code van zijn geliefde. “De tweede optie, het invoeren van de Chinese naam, is ook niet makkelijk”, zegt Alerk Ablikim, een 23-jarige Oeigoers-Nederlandse activist, wiens vader Hesen al jaren in een strafkamp zit. “Voor de Chinese spelling van een Oeigoerse naam zijn vaak tientallen opties.”
De dataset richt zich bovendien op twee relatief kleine regio’s in Xinjiang: Konasheher en Tekes. Gevluchte Oeigoeren met familie in andere delen van Xinjiang blijven dus nog in het duister tasten. “Dat er uit die gebieden al ruim 700.000 namen komen, toont hoe groot dit probleem is”, zegt Ablikim. “Want Xinjiang is nog zoveel groter.”
Enkele Oeigoeren die hun familieleden wél vonden, zijn huiverig om daarover te vertellen in de krant. De arm van China is lang en eenieder die zich uitspreekt, krijgt ermee te maken. “Toen ik laatst met een Oeigoerse vriend op het terras zat, liep ineens een andere Oeigoerse vrouw langs, die ons allerlei vragen ging stellen”, vertelt Ablikim. Even later ontving hij op zijn Instagram-profiel een volgverzoek van de vrouw én tien andere vermoedelijke nep-accounts.
Het zorgt ervoor dat maar weinigen ondanks de nieuwe informatie zich willen uitspreken. Ayup, die het wel doet, krijgt er regelmatig kritiek op. “Mensen vragen me: je sprak je uit, wat is er nu gebeurd? Heb jij je familieleden gered? Nee, je hebt ze in gevaar gebracht. Waarom spoor je ons aan om onze familieleden in gevaar te brengen?” Maar volgens Ayup is deze strijd niet met stilte te winnen.
Tijd voor actie
De nieuwe informatie in de Xinjiang Files is een kans om de schrijnende situatie van hun familieleden aan de kaak te stellen, vinden de meeste Oeigoeren in het buitenland. Maar het is niet genoeg, klinkt ook door in hun verhaal. Dit is de zóveelste keer dat de mensenrechtenschendingen naar buiten komen, de zóveelste keer dat de media rapporteren over de gruwelijkheden.
“Deze database is eigenlijk een druppel op een gloeiende plaat”, vindt Ablikim. “Het gaat slechts over een deel van alle Oeigoeren. En we weten al jaren dat Oeigoeren in Xinjiang worden opgesloten en mishandeld. Natuurlijk, deze database is voor de gemeenschap een manier is om zekerheid te krijgen over of hun families nog leven of niet. Of leefden, want een deel van de data is al best oud.”
Maar ze willen actie, de Oeigoeren. Zoals Mirehmet Ablet, een Nederlandse Oeigoer die het ministerie van buitenlandse zaken meermaals mailde in de zoektocht naar zijn broer Miradil. “Meestal krijg je dan een reactie als: die mensen leven nog maar zijn gelukkig, ze willen hier helemaal niet weg”, vertelt hij. Of Abduherim Gheni, wiens 19 familieleden al vijf jaar vermist zijn, en die al jarenlang tevergeefs actie voert bij het ministerie van buitenlandse zaken om zijn geliefden op te sporen.
Het zijn bovendien vaak individuele zoektochten, van activistische Oeigoeren die zich durven uit te spreken, zoals Ablet, Abey en Ablikim. Die filmpjes maken, voor ambassades gaan staan en buitenlandse zaken keer op keer mailen met de vraag hoe het met hun familieleden gaat.
Ablikim hoopt op steviger politiek optreden. Dat het kabinet erkent dat er een genocide gaande is tegen de Oeigoeren, bijvoorbeeld. “In 2021 heeft het parlement dat wel erkend, maar het kabinet weigert nog.”
Ook bedrijven met fabrieken in Xinjiang moeten strenger worden aangepakt, vindt hij. De Nederlandse overheid adviseert de bedrijven te vertrekken uit de regio, maar verplicht dat niet. Dus produceren kledingbedrijven nog steeds katoen voor kleding die in Nederland terechtkomt. Volkswagen heeft een fabriek in Xinjiang.” In 2021 klaagde mensenrechtenorganisatie ECCHR kledingwinkel C&A aan voor het gebruiken van katoen uit Xinjiang in de kleding. Die zaak loopt nog steeds.
Ook onderzoeker Zenz noemt de aanpak van de Europese Unie “traag en egoïstisch”. “De EU zet alleen lage bestuurders uit Xinjiang op sanctielijsten – daardoor zou de hoogste gouverneur van Xinjiang, Erkin Tuniyaz, in eerste instantie een tour door Europa maken.” Na veel kritiek van mensenrechtenorganisaties ging dat tripje niet door. “Toch blijven de Oeigoeren zich in de steek gelaten voelen.”
Een week thuis
Bij Abey is het nieuws over zijn broer hard aangekomen. “Ik ben een week niet naar buiten geweest. Ik moest er eerst zelf mee leren omgaan”, vertelt hij. Hij voelt zich ‘ontbonden’ van zijn familie, die juist door het zien van deze namen extra ver weg voelt. Toch noemt hij het verspreiden van de Xinjiang Police Files ‘superbelangrijk’. “Wij Oeigoeren weten al wat er aan de hand is. Maar de rest van de wereld nog niet. Dus het kan helpen om aandacht te vragen voor onze situatie.”
“Deze site toont me bekende gezichten”, zegt ook Ayup. “Mijn vrienden en familie en mijn buren. Ik hoop dat ze leven, dat was mijn eerste gedachte. Hun vrijlating, dat is een luxe, dat is onmogelijk. Maar dat ze leven, is ook iets.”
Reactie Buitenlandse Zaken
‘De algemene zorgen ten aanzien van vermiste of gevangengenomen familieleden worden op verschillende niveaus aan de Chinese autoriteiten overgebracht’, schrijft een woordvoerder van het ministerie van buitenlandse zaken. ‘De Mensenrechtenambassadeur heeft het aangekaart in haar gesprek met de Chinese ambassadeur. Nederland blijft China zowel bilateraal als in EU- of VN-verband aanspreken op de bredere mensenrechtensituatie in China zolang die daarom vraagt.’
‘Als betrokkenen dit willen, wordt navraag gedaan via de Chinese ambassade. In sommige gevallen levert dit informatie op over familieleden. Bijvoorbeeld de gevangenisstraffen die zijn opgelegd. We doen dus op verzoek soms navraag. Die informatie delen wij alleen met de direct betrokkenen.’
Lees ook:
De gruwelen in Xinjiang zijn nu ook door de VN erkend
Een langverwacht VN-rapport over de Oeigoeren is toch verschenen, ondanks grote Chinese weerstand. Wat is de betekenis van deze publicatie?