Priester Isidore Qilitauri, zijn vrouw Irma Qilitauri (met hun kind), en Oekraïners Natalja Orel en Igor Savtsjenko.

ReportageOpvanghotel

Georgische priester vangt gevluchte Oekraïners op. ‘Hun radeloosheid sneed dwars door mijn ziel’

Priester Isidore Qilitauri, zijn vrouw Irma Qilitauri (met hun kind), en Oekraïners Natalja Orel en Igor Savtsjenko.Beeld Jarron Kamphorst

Oekraïense vluchtelingen hebben in Georgië steeds meer moeite onderdak te vinden nu de regering een gesubsidieerd overheidsprogramma heeft stopgezet. Een priester vangt in het stadje Signagi nog altijd Oekraïners op. ‘We weten hoe het voelt.’

Jarron Kamphorst

Het beeld van de eerste gele schoolbussen vol moeders en kinderen die piepend tot stilstand kwamen voor hotel Pirosmani in zijn Georgische woonplaats Signagi zal Isidore Qilitauri niet snel vergeten. De vluchtelingen die uit de voertuigen stapten, waren stuk voor stuk uitgemergeld, met ingevallen wangen en een doffe oogopslag van de slapeloze nachten. De gelaatsuitdrukkingen vertelden het verhaal van hun dagenlange vlucht vanuit Oekraïne naar Georgië. Dagen vol honger, angst en wanhoop.

Vooral de baby van zes maanden die begin maart uit een van de bussen tevoorschijn kwam, staat op Qilitauri’s netvlies gebrand. “Het was steenkoud en het jongetje droeg niet eens winterkleding. Hij trilde als een rietje”, memoreert de 35-jarige priester die in het stadje in de oostelijke regio Kacheti beter bekend staat als Vader Isidore. “Ik heb hem direct kleren van een van mijn eigen kinderen gegeven.”

Qilitauri krijgt nog kippenvel als hij vertelt over die begindagen in maart toen de oorlog in Oekraïne net was losgebarsten en de eerste vluchtelingen in Signagi arriveerden. “Ze zagen eruit als wandelende skeletten. De radeloosheid in hun ogen sneed dwars door mijn ziel. De eerste weken dat ze hier waren, hebben mijn vrouw en ik elke dag gehuild.”

Verzorgers van de vluchtelingen

Het was voor Qilitauri en zijn echtgenote Irma daarom niet meer dan vanzelfsprekend dat ze de Oekraïense vluchtelingen zouden opvangen. Toen de eigenaar van hotel Pirosmani, die zelf in hoofdstad Tbilisi woont, besloot de accommodatie te sluiten voor toeristen en het gebouw om te toveren in een opvang , ontpopte het stel zich tot de verzorgers van de in totaal 185 vluchtelingen die er de afgelopen negen maanden verbleven.

Qilitauri’s geloof speelde een belangrijke rol bij dat besluit, al werd hij bovenal gedreven door medemenselijkheid en herkenning. “Wij weten als geen ander wat oorlog is. Georgië heeft in de jaren negentig een conflict in Abchazië meegemaakt en in 2008 lagen we zelf onder Russisch vuur.” Hij doelt op de korte oorlog die Moskou en Tbilisi uitvochten in augustus dat jaar. “We weten dus hoe het voelt. Dat we dit doen, is niet meer dan normaal.”

Al is zijn barmhartigheid minder vanzelfsprekend dan Qilitauri zelf wellicht beseft. Zeker sinds de Georgische regering op 1 augustus een gesubsidieerd programma beëindigde waarmee hoteliers gratis opvang konden bieden aan Oekraïners, is het voor veel vluchtelingen moeilijk onderdak te vinden. “Gelukkig hebben wij nooit gebruikgemaakt van het overheidsprogramma”, licht de priester toe. “We werken samen met ngo’s die geld regelen voor eten. Voor de rest zijn we afhankelijk van donaties van dorpsinwoners.” Hij wijst naar het vertrek bij de receptie, waar tassen staan vol kleding, speelgoed, luiers en dekens.

Hotel voor wijnliefhebbers

Voorlopig is dat genoeg voor de twintig Oekraïners die momenteel nog in het hotel verblijven aan het centrale, met kasseien geplaveide plein van het stadje. Onder hen is ook de 69-jarige Natalja Orel, die in een joggingbroek en rood trainingsjack in de spierwitte ontbijtzaal haar verhaal doet. Ze vluchtte eind maart vanuit haar woonplaats Znamjanka in Centraal-Oekraïne naar Georgië. “Mijn huis ligt vlak bij een vliegveld. Daardoor regende het constant bommen, ik moest wel weg daar.”

Sinds augustus verblijft ze daarom na wat omzwervingen door Georgië op een kamer in hotel Pirosmani, waar normaal gesproken wijnliefhebbers overnachten die de befaamde natuurwijn in de regio komen proeven. “Het leven is hier goed. We krijgen goed te eten, het is warm, er is frisse lucht en de omgeving is prachtig.” Ze wijst op de idyllische ligging van Signagi bovenop een heuvel te midden van eindeloze wijnvelden. Op de achtergrond zijn de besneeuwde pieken van de Kaukasus te zien.

Ter plekke flauwvallen

Ook de vijftigjarige Igor Savtsjenko telt zijn zegeningen sinds hij in mei zijn woonplaats Cherson ontvluchtte en na een zenuwslopende reis in een minibusje in de oasis van Signagi belandde. Met name de controle bij de oversteek van bezet gebied naar het Russische vasteland staat hem nog goed bij. “De FSB (de Russische veiligheidsdienst, red.) ging door mijn telefoon om te kijken of ik geen contacten had met het Oekraïense leger. Ik moest vingerafdrukken maken en ze checkten mijn lijf op tatoeages die op banden met ‘nationalisten’ konden duiden. De spanning was zo ondraaglijk dat sommigen ter plekke flauwvielen.”

Toch wist Savtsjenko door de zogeheten filtratiecontrole te glippen en Georgië te bereiken. “Ik moest daar weg. Het leven in Cherson onder de Russische bezetter was een hel. Overal liepen militairen en FSB-agenten. Het was een openluchtgevangenis.” Vlak nadat de Russen de stad in maart binnenvielen, organiseerden ze provocerende acties om de Oekraïense steun te neutraliseren. “Dan gingen ze op een plein staan en riepen ze heel hard ‘glorie aan Oekraïne’ om te kijken wie eropaf zou komen. Veel mensen die in de val liepen, zijn gearresteerd of verdwenen. Niemand weet waar ze zijn.” Of en wanneer hij teruggaat, weet Savtjsenko niet. “Cherson is weliswaar bevrijd, maar de stad ligt nog altijd onder vuur.”

Ook Orel heeft weinig hoop op een spoedige terugkeer. “Het wordt nu winter en half Oekraïne zit zonder stroom, mensen zullen er doodvriezen.”

Qilitauri hoort het nog altijd met hetzelfde erbarmen aan als toen hij ruim negen maanden geleden begon met de vluchtelingenopvang. “Ze mogen hier zo lang blijven als ze willen. Als onze financiële middelen opdrogen, verzinnen we wel weer iets anders om ze te blijven helpen. Deze mensen moeten gered worden.”

Lees ook:

De bezetting maakte van buurtgenoten in Cherson een soort familie

Een kleine maand na de bevrijding zijn de bewoners van Cherson nog bezig de bezetting te verwerken. ‘We kunnen weer vrijuit ademen.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden