Kaukasus
Georgiërs vrezen wetsvoorstel over ‘buitenlandse agenten’
In Georgië is ophef ontstaan over een voorstel voor een ‘buitenlandse-agentwet’. Critici spreken van een ‘Russische wet’ en vrezen de beteugeling van ngo’s en de vrije pers.
‘Geen Russische wet’, met die tekst protesteerden tientallen demonstranten maandag voor het parlementsgebouw in de Georgische hoofdstad Tbilisi. Aanleiding voor de demonstratie is een wetsvoorstel dat momenteel in het parlement ligt over de invoering van een zogeheten ‘buitenlandse-agentwet’. Mocht het plan doorgang vinden, dan moeten alle ngo’s, mediaorganisaties en individuen die 20 procent of meer van hun financiering uit het buitenland ontvangen zich gedwongen registreren als ‘agenten onder buitenlandse invloed’.
De term ‘buitenlands agent’ heeft in de gehele post-Sovjetwereld een bijzonder slechte connotatie en is voor velen synoniem aan landverrader, waardoor het brandmerk tot aanzienlijke imagoschade en teruglopende financiering kan leiden. Daarnaast moeten toekomstige buitenlandse agenten onder de voorwaarden van het wetsvoorstel hun inkomsten aangeven en verantwoorden, anders volgen hoge boetes.
Storm van kritiek
Sinds de politieke partij Macht van het Volk, bondgenoot van regeringspartij Georgische Droom, vorige maand met het wetsvoorstel over ‘transparantie over buitenlandse beïnvloeding’ op de proppen kwam, volgde er een storm van kritiek uit zowel binnen- als buitenland. Critici vrezen dat de wet het voorbeeld volgt van de Russische buitenlandse-agentwet en uiteindelijk gebruikt kan worden om dissidente stemmen en onafhankelijke verslaggeving onder druk te zetten of zelfs geheel de kop in te drukken.
De introductie van een soortgelijke wet in Rusland in 2012 bleek achteraf een van de belangrijkste instrumenten van het Kremlin om elke vorm van oppositie het zwijgen op te leggen. Door de wet door de jaren heen telkens een beetje aan te scherpen, veranderde ze na verloop van tijd in een centraal onderdeel van de repressiemachine van het Russisch staatsapparaat. Nog altijd gebruikt het Kremlin de wet als stok om activisten en onafhankelijke journalisten mee te slaan.
Kneveling van de vrijheid van meningsuiting
Zeker nu ook regeringspartij Georgische Droom haar steun voor het voorstel heeft uitgesproken, nemen de zorgen over de toekomstige kneveling van de vrijheid van meningsuiting daarom alleen maar toe. Zo klonk er vanuit Brussel vorige maand al scepsis toen de EU liet weten dat ‘het creëren en onderhouden van een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld en het garanderen van persvrijheid ten grondslag liggen aan democratie’.
De EU gaf bovendien te kennen dat de invoering van de wet weleens het einde van Europese ambitie van Georgië kan betekenen. In oktober beoordeelt de Europese Commissie de vorderingen van de Kaukasusrepubliek op basis van een lijst van twaalf punten waar het land aan moet voldoen om in aanmerking te komen voor de kandidaatstatus. Volgens Brussel staat die status nu op de tocht, want het garanderen van deze vrijheden is ‘essentieel voor de EU-toetreding en onderdeel van de twaalf prioriteiten’.
Door de aanzwellende kritiek kwam Macht van het Volk onlangs met een tweede versie van het wetsvoorstel die naar eigen zeggen grote gelijkenissen zou hebben met de Amerikaanse Foreign Agents Registration Act (Fara), een wet die in 1938 werd geïntroduceerd om buitenlandse lobbyisten in Washington als zodanig te laten registreren. De Fara verbiedt deze lobbyactiviteiten overigens niet en legt verder ook geen restricties op: de wet dient puur ter bevordering van de transparantie.
Dit in tegenstelling tot de tweede versie van het Georgische wetsvoorstel dat in werkelijkheid alleen maar strenger is dan het eerste: het beslaat een breder scala aan organisaties en wie zich volgens de nieuwe versie niet aan de regels houdt loopt niet alleen risico op boetes, maar riskeert ook vijf jaar cel. Onder critici bestaat dan ook het vermoeden dat de tweede versie enkel in het leven is geroepen om het oorspronkelijke voorstel milder te doen lijken.
Marionet van het Kremlin
Voor critici van de regering is het wetsvoorstel het zoveelste bewijs dat regeringspartij Georgische Droom aan de leiband van Moskou loopt. De oprichter, oligarch en ex-premier Bidzina Ivanisjvili is volgens hen nog altijd de machtigste man van het land en zou mede door zijn nauwe banden met Moskou, waar hij in de jaren negentig zijn fortuin van bijna vijf miljard dollar bij elkaar verdiende, achter de schermen als marionet van het Kremlin fungeren.
Voor de tegenstanders zijn de intenties van het wetsvoorstel dan ook zonneklaar. ‘De invoering van de Russische wet is bedoeld om de Georgische voortgang richting Europese integratie te verhinderen’, zo schreef de Georgische ngo de Shame Movement vorige week op sociale media. ‘De regering streeft ernaar om Georgië dichter naar Rusland te bewegen terwijl ze afstand neemt van zijn westerse bondgenoten. #GEENRussischeWet’.
Lees ook:
Zorgen bij Georgiërs over enorme toestroom Russische vluchtelingen. ‘Ze gedragen zich alsof het hun thuis is’
Tienduizenden Russen streken sinds het begin van de oorlog neer in Georgië. Maar de Georgiërs zelf weten zich maar moeilijk een houding te geven tegenover de nieuwkomers.