Cultuurstrijd
Genderneutrale taal is op school in Buenos Aires niet toegestaan. ‘Onnatuurlijk in het Spaans’
De president van Argentinië gebruikte de nieuwe, genderneutrale vorm van het Spaans wel, maar op scholen in de hoofdstad Buenos Aires mag dat soort inclusieve taal niet meer. Het is onnatuurlijk in het Spaans, vinden critici.
Spaans is soms simpel. Als een woord op -o eindigt, is het mannelijk, en als een woord op -a eindigt, is het vrouwelijk. Onzijdig bestaat niet. De hele taal is doortrokken van die twee uitgangen, ook veel bijvoeglijke naamwoorden voegen zich naar het geslacht van het woord waar ze bij horen. Het voelt voor veel sprekers van het Spaans volkomen natuurlijk aan.
Maar Spaans wordt ineens een stuk ingewikkelder, als je probeert mee te doen met de internationale trend naar genderneutrale taal. De afgelopen jaren gingen sommige jongere sprekers van de taal op zoek naar manieren om onder die strikte, binaire onderverdeling uit te komen, en begonnen de -a of de -o aan het eind van sommige woorden door de genderneutrale -e te vervangen. Dat voelt voor veel sprekers van het Spaans dan weer volkomen onnatuurlijk aan.
Neerbuigend verbeterd
In Argentinië heeft het een ware cultuurstrijd opgeleverd. In 2018 maakte het grote publiek daar kennis met de nieuwe ‘inclusieve taal’, toen een fragment uit een nieuwsprogramma viraal ging. In een item over abortus kwam de 17-jarige scholiere Natalia Mira aan het woord, die het over volksvertegenwoordigers had, en daarbij de term ‘les diputades’ bezigde. Ze werd nogal neerbuigend verbeterd door de oudere journalist in de studio: “Ik heb op school Spaans geleerd, Natalia, en het is los diputados.”
Vier jaar later is die discussie bepaald niet geluwd. Het genderneutrale taalgebruik heeft de hoogste politieke regionen bereikt. De 63-jarige centrumlinkse president Alberto Fernández lonkte in 2020 nadrukkelijk naar de progressieve jonge generatie, toen hij een toespraak begon met ‘Goedendag, amigos, amigas y amigues’– dat laatste is de inclusieve variant van het woord ‘vrienden’.
Verbod op inclusieve taal
Maar sinds vorige maand mogen leraren in de hoofdstad Buenos Aires dat de president niet meer nazeggen. De stad kondigde een regel af die het gebruik van inclusieve taal in het klaslokaal verbiedt. Het was geen primeur, buurland Uruguay reguleerde het gebruik van inclusieve taal al in april. “De nieuwe norm is gebaseerd op de premisse dat de Spaanse taal verschillende opties biedt om op een inclusieve manier te communiceren zonder dat dat het nodig is om haar te verdraaien”, luidt de toelichting.
Ook de Koninklijke Spaanse Academie, die het internationale gebruik van de taal probeert te standaardiseren, kwam eerder al tot de conclusie dat de ‘zogenaamde aanduidingen van inclusief geslacht wezensvreemd zijn aan het Spaans’.
Linguïstische nieuwlichterij
Dat laatste vinden veel sprekers van het Spaans, zoals Mario Vargas Llosa, de Peruaanse winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur, die zich ook af en toe geamuseerd afwijzend uitlaat over deze linguïstische nieuwlichterij. Het mannelijke meervoud, bijvoorbeeld ‘alumnos’, als je het over een groep mannelijke en vrouwelijke leerlingen hebt, omvat al ieder mogelijk geslacht, en is dus inherent inclusief.
Maar dat is al heel wat langer een omstreden mening, weet de Argentijnse taalkundige Juan Eduardo Bonnin. Want de discussie die nu gevoerd wordt komt ook weer niet helemaal uit de lucht vallen. In de jaren tachtig en negentig maakten feministen al bezwaar tegen het feit dat die meervouden automatisch mannelijk werden, vertelt hij. Het werd steeds gebruikelijker om, als je een gemengd publiek leerlingen aansprak, bijvoorbeeld ‘alumnos y alumnas’ te zeggen.
Ook dat klinkt conservatieve sprekers al gekunsteld in de oren, maar voor de jongste generatie gaat het niet ver genoeg. Zo blijf je namelijk vasthouden aan een strikte onderverdeling in mannen en vrouwen, terwijl ‘alumnes’ niet alleen beknopter is, maar ook nog uitdrukt dat niet iedereen zich met een van de twee geslachten associeert.
Vechten tegen conservatisme
Bonnin onderzocht hoe geaccepteerd die vormen inmiddels zijn. De uitkomst van de studie bleek bij zijn eigen taalgevoel aan te sluiten: veel Argentijnen vinden vormen als todes in plaats van todos wel acceptabel, maar zouden ze niet zomaar zelf gebruiken. Inclusieve taal moet namelijk tegen twee vormen van conservatisme vechten, vertelt Bonnin. Ten eerste tegen het politieke conservatisme, dat tegen de verspreiding van allerlei moderne ideeën over seksualiteit en gender is. Maar ook tegen een taalkundig conservatisme, van mensen die het moeilijk vinden om te accepteren dat de taal zoals ze die kennen verandert.
Dat voelt Bonnin zelf ook. “Ik spreek vaak in het openbaar over dit soort onderwerpen. Het voelt niet per se natuurlijk om dan te beginnen met ‘Goedendag, chiques’. Maar ik doe het wel heel bewust, en ga tegen mijn eigen instincten in, omdat ik begrijp dat ik conservatief ben, en omdat andere mensen daar geen last van hoeven te hebben.”
Overigens hoeven echt verstokte conservatieven ook weer geen angst te hebben dat de hele Spaanse taal overhoop geploegd wordt, verzekert Bonnin. Eerder zullen er gewoon wat woorden bijkomen. Uit zijn onderzoek bleek namelijk dat 75 procent van al het genderneutrale taalgebruik beperkt bleef tot vier veelgebruikte termen: vrienden, zij, iedereen en jongens/meisjes (chiques). De structuur van de taal blijft onaangetast. “Ik denk dat we het steeds meer horen, maar dan als een manier waarop de spreker iets over zichzelf duidelijk maakt.”
Lees ook:
Is het Nederlands klaar voor het genderneutrale ‘Hen loopt’?
Als iemand zich geen hij en geen zij voelt, hoe kan die persoon in het Nederlands dán worden aangeduid? De non-binaire gemeenschap vindt ‘hen’ een fijn alternatief: ‘Hen loopt.’ Taalkundigen reageren sceptisch, maar beamen dat het Nederlands toe is aan een gender-update. Weet u nieuwe woorden voor de tussenmens?