InterviewIannis Roder
Franse docent en essayist:‘Wij maken geen uitzondering voor de islam’
Franse leraren moeten na de aanslag op Samuel Paty geen rekening houden met religieuze gevoeligheden van leerlingen. Dat zegt docent en essayist Iannis Roder.
Roder geeft geschiedenis op een school met veel islamitische leerlingen in de Parijse voorstad Saint-Denis. De aanslag op zijn collega Samuel Paty verraste hem niet. “Ik wist dat dit zou gebeuren”, vertelt Roder (49) in een café in Versailles. “En het zal nog een keer gebeuren.”
“Eerder zijn er journalisten en politieagenten vermoord, nu zijn leraren het doelwit. Iedereen die de taak heeft om de waarden van onze samenleving over te brengen, bevindt zich in de frontlinie. Wij staan voor democratie, respect voor verschillen, de vrijheid om te geloven of niet te geloven. Dat is allemaal onverdraaglijk in de ogen van islamisten.”
Terwijl Roder praat, toont de tv van het etablissement beelden van Mohammed Moussaoui, de voorzitter van de moslimkoepel CFCM. Moussaoui heeft net verklaard dat het ideaal van broederschap van de Franse republiek niet is gediend met het tonen van karikaturen van de profeet.
Wat vindt u van deze uitspraak?
“Deze man, de spreekbuis van de respectabele, gewone islam, gooit olie op het vuur. Want hij zegt dat wij ons moeten aanpassen aan zijn religieuze normen als we prettig willen samenleven. Maar de Franse republiek heeft niets te maken met de overtuigingen en gevoeligheden van deze of gene. Iedereen is gelijk voor de wet en iedereen heeft zich te houden aan de wetten die wij samen maken. Er is geen uitzondering mogelijk voor de islam. Dat is ook wat ik mijn leerlingen altijd uitleg.”
Volgens sommige buitenlandse critici is de laïcité, de Franse opvatting van de scheiding tussen kerk en staat, onderdeel van het probleem. Als er geen aandacht mag zijn voor religie, zouden de spanningen alleen maar toenemen.
“De laïcité wordt vaak verkeerd begrepen. Religie is geen taboe op school en wij vallen onze leerlingen natuurlijk niet aan, wij provoceren ze niet. Wij zien het wel als onze opdracht om ze te laten kennismaken met andere zaken dan waarmee zij thuis opgroeien, zodat elk individu zelf kan oordelen en zich vrij kan ontplooien. Op school ben je niet het kind van je ouders, maar een leerling. Die ambitie is typisch Frans.”
Wordt het moeilijker om op die manier les te geven na de aanslag op Paty?
“Ik ben bang van wel. Velen zullen denken dat je je leven waagt als je een tekening laat zien. Tegelijk ben ik voor de langere termijn optimistisch. Ik kan mij niet voorstellen dat het obscurantisme zal overwinnen in een land dat zoveel heeft betekend voor de emancipatie van de mensheid. Het is heel positief dat we voor het eerst een minister van onderwijs hebben die het probleem niet onder het tapijt veegt. In 2015, na de aanslag op Charlie Hebdo, bagatelliseerde de regering bijvoorbeeld het aantal scholen waar de minuut stilte voor de slachtoffers werd aangevochten. Eerst waren het er maar 70, toen ‘maximaal 200 bevestigde gevallen’. In werkelijkheid waren het er nog veel meer.”
Veel leerlingen op het type school waar u werkt, menen dat wanneer iedereen alles over de islam mag beweren, de nu populaire rapper Freeze Corleone ook mag zeggen dat de Shoah hem ‘geen reet’ kan schelen.
“Dat is het ‘meten met twee maten’-argument, dat veel varianten kent. Het is altijd een appels-en-perenvergelijking, want je moet in zo’n geval uitleggen dat kritiek uiten op een religie of het laten zien van karikaturen geen oproep tot haat is. Omdat de karikatuur geen personen op de korrel neemt, maar zich richt op het geloof, het idee.’
En als men antwoordt: de profeet is zo belangrijk, daarmee raak je ons diep?
“Dan zeg ik: ik begrijp dat het jullie raakt. Maar ik ben er niet om begrip te tonen, het is mijn taak om jullie aan het denken te zetten.”
Wanneer besefte u voor het eerst dat radicale opvattingen gewoon werden?
“In 2000, met de tweede Palestijnse Intifada. Leerlingen bezochten demonstraties en kwamen vol complottheorieën over Israël terug. Hierna werd het alleen maar erger. In 2012, toen Mohamed Merah joodse kinderen op een schoolplein in Toulouse vermoordde, zeiden leerlingen: waarom zouden we een minuut stil zijn? Dat doen we ook niet voor Palestijnse kinderen. Bedenk dat Merah drie kinderen van vier, vijf en zeven jaar van dichtbij doodschoot. Toen heb ik voor het eerst bij sommige kinderen pure haat gezien.”
Wat kun je daar als leraar tegen doen?
“Ik heb een boek geschreven over de vraag hoe je de Shoah behandelt in zulke omstandigheden, maar haat, daar is heel moeilijk iets tegen te doen. Mijn leerlingen groeien op in een omgeving waar overal sprake is van religieuze druk: thuis, op de sportclub of een culturele vereniging, in de kebabzaak. De term ‘islamistisch ecosysteem’ is hier adequaat. De school heeft hier als enige een andere boodschap. Daarom is de school ook een doelwit, omdat die van kinderen vrije burgers wil maken.”
Lees ook:
Bespreek de aanslag op leraar Paty in elke les, niet alleen bij burgerschap.
De moord op de Franse leraar Samuel Paty zou op Nederlandse scholen moeten worden besproken. Maar niet alleen tijdens de lessen burgerschap, zegt Saro Lozano Parra, promovendus onderwijsfilosofie aan de Universiteit Utrecht en docent geschiedenis.