Turkije en Syrië
EU legt Turkije een half wapenembargo op
Europese landen exporteren geen wapens meer die Turkije in Syrië kan gebruiken. Belangrijke projecten zoals de bouw van onderzeeboten zijn daarmee uitgezonderd van de boycot.
Een stevige waarschuwing en een half wapenembargo dat officieel niet zo mag heten moet het Europese ongenoegen over Turkije kracht bijzetten. Buitenlandministers van de Europese Unie besloten maandag dat zij exportvergunningen voor wapens kritisch tegen het licht houden als die ingezet kunnen worden bij de inval in Syrië. Ook veroordeelden ze expliciet de Turkse militaire operatie. Veel landen deden dat eerder al op eigen houtje.
Volgens minister van buitenlandse zaken Stef Blok zal de Turkse president Erdogan dit ‘heel vervelend’ vinden. “Het is een enorme stap vooruit dat de hele EU dit vindt. De Europese Unie heeft nog nooit een Navo-land veroordeeld. Een heel duidelijk signaal, ik ben blij dat het gelukt is.”
Ook buitenlandcoördinator Federica Mogherini sprak van stevige stappen. “We horen vaak de klacht dat de EU niet met één stem spreekt. Dit keer doen we dat wel. Een verenigde stem, die een erg heldere boodschap uitdraagt.”
Die ene stem spreekt wel op omfloerste wijze. Het wapenembargo mag namelijk niet zo heten. In de EU-verklaring staat dat lidstaten extra kritisch kijken naar exportvergunningen bij aanvragen voor levering aan Turkije. Volgens een uitleg die diplomaten aan persbureau Reuters gaven is dat om te voorkomen dat Turkije op één lijst komt te staan met Venezuela en Rusland, waar wel volledige boycots voor gelden. Dat zou net een te grote schoffering van Ankara zijn.
Cruciale projecten uitgezonderd
In de praktijk is het embargo ook geen volledige wapenboycot. Volgens een woordvoerder van Mogherini heeft het alleen betrekking op wapens die ingezet kunnen worden bij de inval in Syrië. Dat betekent dat een aantal cruciale projecten uitgezonderd zijn. Turkije heeft bijvoorbeeld advies en onderdelen uit Duitsland nodig voor de bouw van onderzeeboten. Italië en Frankrijk proberen luchtafweerraketten aan Ankara te slijten. Zulke projecten kunnen nog steeds doorgaan.
De Luxemburgse minister van buitenlandse zaken Jean Asselborn was bij aankomst in Luxemburg dan ook pessimistischer over de mogelijkheden van de EU iets aan de Turkse militaire operatie te doen. “We zijn als Europeanen niet in staat dit te stoppen”, zei hij. “Daar moet je eerlijk over zijn.”
In de Tweede Kamer is ook Sjoerd Sjoerdsma van coalitiepartij D66 niet onder de indruk van de sancties die de landen maandag afspraken. “Dit zijn geen sancties die pijn doen. Dan moet je tot echte economische sancties overgaan. De Turkse economie is al verkouden en is kwetsbaar voor een extra duw.”
Boren naar olie en gas
Syrië is niet het enige onderwerp waarover de EU en Turkije het oneens zijn. De buitenlandministers vroegen de Europese Commissie maandag ook met een plan te komen voor sancties tegen bedrijven en personen die naar olie en gas boren voor de kust van Cyprus.
In juli sprak de EU zich hier al tegen uit, maar dat heeft in Ankara nog weinig indruk gemaakt. Deze maand voerde een Turks schip proefboringen uit bij het zuidelijke Griekse deel van Cyprus. Eerder vonden er al boringen plaats in het alleen door Turkije erkende noordelijke deel van het land. Volgens de Cypriotische regering en andere EU-landen kan Turkije zich deze wateren niet op eigen houtje toe-eigenen.
Lees ook:
Ook de Navo heeft het gehad met Turkije
Traditioneel lieten bondgenoten Turkije begaan bij aanvallen op de Koerden. Maar nu schroeven bondgenoten op allerlei terreinen de samenwerking terug.
Turkse aanval in Syrië moet Koerden breken
De Turkse president Erdogan is eerder dan gedacht begonnen met het binnenvallen van Syrië. De Amerikanen waren niet van tevoren ingelicht.