Migranten warmen zich aan een vuur bij de controlepost ‘Kuznitsa’ aan de Wit-Russische grens met Polen.

Migratie

EU-landen lappen het asielrecht steeds vaker aan hun laars

Migranten warmen zich aan een vuur bij de controlepost ‘Kuznitsa’ aan de Wit-Russische grens met Polen.Beeld AP

De schaamte over pushbacks verdwijnt bij EU-landen. Ook wordt geopperd het Vluchtelingenverdrag aan te passen. Maar dat is riskant volgens critici: “Als je daaraan gaat morrelen, tast je iets heel fundamenteels aan.”

Arjen van der Ziel

De recente crisis aan de westgrens van Wit-Rusland was niet alleen een cynisch geopolitiek spel van de Wit-Russische dictator Aleksandr Loekasjenko, die migranten uit het Midden-Oosten doorliet om de Europese Unie onder druk te zetten. Het was ook een nieuw voorbeeld van de gestage uitholling van de asielregels in de EU.

Litouwen en Polen bouwden in allerijl hekken en prikkeldraadversperringen om hun grenzen af te grendelen en duizenden migranten werden door veiligheidstroepen teruggestuurd, vaak hardhandig, zonder dat ze de kans kregen asiel aan te vragen. Dat ging in tegen de regels van het Vluchtelingenverdrag, waar de Europese landen bij zijn aangesloten. Litouwen en Polen namen vervolgens wetgeving aan die deze zogenoemde pushbacks moest legitimeren en kregen daarbij steun van de EU, die niet wilde zwichten voor de manipulaties van Loekasjenko.

‘De schaamte over de pushbacks is weg’

“De EU stond er met het duimpje omhoog bij”, zegt Thomas Spijkerboer, hoogleraar migratierecht aan de Vrije Universiteit. “Daar zakt mijn onderkaak van naar beneden, want wat de Polen en Litouwers deden is gewoon knalhard in strijd met het Vluchtelingenverdrag en Europese regels.”

De gang van zaken bij de grens met Wit-Rusland staat bovendien niet op zich. Ook op de Balkan, bijvoorbeeld aan de grens tussen Bosnië en Kroatië, zijn dergelijke illegale pushbacks aan de orde van de dag. De Griekse grenswacht duwt bootjes met migranten geregeld de Griekse wateren uit en terug naar Turkije, zonder dat mensen enige kans krijgen om asiel aan te vragen. En Italië werkt nauw samen met de Libische kustwacht, die wordt gefinancierd door de Europese Unie, om bootjes terug te slepen naar de Libische kust. Mensenrechtenactivisten noemen die een-tweetjes tussen de Italianen en de Libiërs inmiddels ‘pullbacks'.

“Het is normaal aan het worden”, zegt Spijkerboer. “Twee, drie maanden geleden waren pushbacks nog iets wat je als land ontkende als je je eraan schuldig maakte. Maar de schaamte is weg. Polen en Litouwen zeggen gewoon dat ze het doen.”

Migranten in een opvanghuis van vrijwilligers in Polen Beeld Eddy van Wessel
Migranten in een opvanghuis van vrijwilligers in PolenBeeld Eddy van Wessel

Het illustreert volgens deskundigen hoe de normen van het VN-Vluchtelingenverdrag, een hoeksteen van het Europese asielbeleid, steeds meer onder druk staan. En niet alleen doordat de regels worden geschonden. Politici, vooral op rechts, roepen ook geregeld op tot wijziging of opzegging van het verdrag.

Zo klaagde de Griekse migratieminister Notis Mitarachi dat het vluchtelingenverdrag “geen reispas geeft om te gaan naar welk land een vluchteling of asielzoeker maar wil.” En hier in Nederland pleit de VVD voor aanpassing. “Ik vind de huidige uitleg van dat verdrag niet goed”, zei VVD-Kamerlid Bente Becker vorig jaar in NRC Handelsblad. “Het is nooit bedoeld om vluchtelingen die recht hebben op opvang zelf te laten kiezen in welk land dat is.”

Sinds 1951

Het VN-vluchtelingenverdrag werd in 1951 gesloten, vooral uit schaamte over wat er was gebeurd met de vluchtelingen uit nazi-Duitsland (die deels waren teruggestuurd) en in de hoop een oplossing te vinden voor het vluchtelingenprobleem van net na de Tweede Wereldoorlog. In de decennia daarna werd de bescherming van vluchtelingen door onder meer een aanvullend protocol in 1967 en door Europese regels en rechterlijke uitspraken steeds verder uitgebouwd. De tekst van het verdrag bleef gelijk, maar de toepassing werd breder.

Op de Middellandse Zee. Beeld AP
Op de Middellandse Zee.Beeld AP

De asielregels die zo zijn gegroeid bieden bescherming aan mensen die zijn gevlucht vanwege ‘een gegronde vrees’ voor vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep. Of iemand recht heeft op asiel, moet in principe individueel worden beoordeeld. En mensen mogen niet worden teruggestuurd naar landen waar ze dreigen te worden vervolgd.

Maar de tijden zijn veranderd. Migranten hebben tegenwoordig veel meer informatie over rijkere delen van de wereld dan in 1951 en kunnen makkelijker reizen en communiceren. Vrijwel elke migrant heeft een mobieltje.

De aloude trek naar de steden

Een flink deel van de huidige asielmigratie is een variant op de aloude ‘trek naar de steden’, zoals het wordt genoemd in een recent adviesrapport aan de regering. Asielzoekers zijn in de praktijk deels economische migranten, op zoek naar werk en welvaart. En er zijn ook heel wat echte vluchtelingen uit crisisgebieden als Syrië en Afghanistan die worden gedreven door zulke motieven. Zij zijn doorgaans al in veiligheid voordat ze de EU binnentrekken, maar willen door naar een betere plek om een bestaan op te bouwen.

“Het probleem is dat twee derde van de wereld niet legaal naar de EU kan reizen”, zegt Henk van Houtum, hoogleraar politieke geografie en migratie-expert aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. “Dus trekken mensen ongedocumenteerd binnen en kloppen aan bij het asielloket. Dat is voor de meesten van hen het enige loket waar ze terecht kunnen. En mensensmokkelaars hebben er een gouden handel aan. Hoe strikter landen hun grenzen proberen te sluiten, hoe meer geld de smokkelaars aan de migranten kunnen vragen.”

Tegelijk woedt in veel landen tegenwoordig een verhit debat over de nationale identiteit en de omgang met nieuwkomers. Nationalistische anti-immigratiepartijen zijn opgekomen en de ‘migratiecrisis’ van 2015, toen zo’n 1,3 miljoen asielzoekers naar de EU kwamen, heeft de verhoudingen verder op scherp gezet.

“De aanslagen op 11 september 2001 in Amerika waren het grote kantelpunt”, zegt Van Houtum. “Daarna werd asiel gekoppeld aan veiligheid. Ineens was het: ‘immigratie = islam = bedreiging’. Immigratie werd gecriminaliseerd. Terwijl migranten natuurlijk niet met geweren komen. Ze willen veiligheid en een beter leven. Het is migratie, geen oorlog.”

In de praktijk zeer beperkte aantallen

Europese regeringen worstelen met deze ontwikkelingen. Er is op zich wel brede overeenstemming dat grenzen bewaakt horen te worden en dat niet iedereen naar de EU kan komen. Als elke wereldburger die dat wil ook daadwerkelijk zou migreren naar een land naar keuze, zou de Nederlandse bevolking met 29 procent groeien, blijkt uit een ‘Potential Net Migration Index’ van de Amerikaanse opiniepeiler Gallup. De Britse bevolking zou met 37 procent toenemen en de Duitse met 45 procent. Voor zo’n volksverhuizing is in rijke landen weinig steun.

Maar in de praktijk gaat het bij asielmigratie, afgezet tegen de bevolking van de EU, om zeer beperkte aantallen. Vorig jaar, tijdens de coronapandemie, vroegen zo’n 416.000 mensen asiel aan in de EU, minder dan 0,1 procent van de Europese bevolkingsomvang. Wat is in zo'n situatie het juiste evenwicht tussen enerzijds grenscontrole en migratiebeheersing en anderzijds mensenrechten en een humane opvang?

Wachten in Rwanda of Albanië

Daarover lopen de opvattingen nogal uiteen. Zo overwegen sommige regeringen, in navolging van Australië, om asielverzoekers de uitkomst van hun procedure in een ander land te laten afwachten. Denemarken en Groot-Brittannië zouden hiervoor al in gesprek zijn met verscheidene landen, waaronder Rwanda en Albanië. Zo’n opvang in het buitenland zou migranten met economische motieven moeten afschrikken.

Daarnaast zijn er pleidooien, vooral van linkse politici, om het mogelijk te maken dat migranten een asielverzoek in het buitenland kunnen indienen, bij een diplomatieke post of een kantoor in een vluchtelingenkamp. Asielzoekers hoeven dan hun gevaarlijke reizen over de Middellandse Zee en door koude Wit-Russische bossen niet meer te ondernemen en kunnen, als ze eenmaal zijn erkend als vluchteling, gewoon het vliegtuig pakken. Ook wordt vaak gepleit voor meer legale mogelijkheden voor arbeidsmigratie.

En er wordt dus geregeld opgeroepen om het Vluchtelingenverdrag te herzien. Zeventig jaar nadat het werd gesloten sluit dat verdrag volgens sommige deskundigen niet meer helemaal aan op de huidige situatie. Zo voorziet het niet in een effectieve regeling voor een verdeling van lasten of voor opvang in de regio – zaken waar tegenwoordig veel discussie over is.

Maar het blijkt zeer moeilijk om onderhandelingen over een aanpassing van het verdrag van de grond te krijgen. Dit komt onder meer doordat sommige lidstaten en pressiegroepen vrezen dat aanpassing, gezien de opkomst van anti-immigratiepartijen, alleen maar zal leiden tot een verdere vermindering van de rechtsbescherming van vluchtelingen.

“Dat hoor ik van iedereen, ook van mensen op Justitie”, zegt Marlou Schrover, hoogleraar migratiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden. “Iedereen is het er over eens dat je niet aan het Vluchtelingenverdrag moet zitten. Dat verdrag kwam voort uit de Holocaust, en het idee dat de wereld had gefaald. Als je daaraan gaat morrelen, tast je iets heel fundamenteels aan. Het wordt dan voor vluchtelingen alleen maar slechter.”

Ook initiatieven voor aanpassing van de Europese asielregels die voortborduren op het VN-verdrag, stuiten steevast op diepe verdeeldheid. Zo presenteerde de Europese Commissie vorig jaar met enige trompetgeschal een tamelijk ingewikkeld voorstel.

Na een jaar geen akkoord

Een van de kernpunten was dat de Commissie sterker wil inzetten op een vlotte en effectieve terugkeer van afgewezen en kansloze asielzoekers. Herkomstlanden zouden met ontwikkelingsgeld en versoepeling van visumregels moeten worden verleid tot het terugnemen van hun burgers. Ook presenteerde de Commissie een gecompliceerde formule om lidstaten onderling solidair te laten zijn. Landen die geen vluchtelingen willen opnemen, zouden andere dingen kunnen doen, zoals expertise delen en geld geven, of helpen bij het terugsturen van uitgeprocedeerden, bijvoorbeeld door de inzet van hun eigen bilaterale contacten.

Aan de grens tussen Wit-Rusland en Polen. Beeld Eddy van Wessel
Aan de grens tussen Wit-Rusland en Polen.Beeld Eddy van Wessel

Maar het is nu meer dan een jaar later en de lidstaten zijn het er nog niet over eens geworden. En deskundigen en mensenrechtenorganisaties vrezen dat de normvervaging aan de grenzen intussen gestaag door zal gaan.

Ze wijzen er op dat de Europese Commissie net heeft voorgesteld om Polen, Litouwen en Letland, vanwege de ‘hybride aanval’ door Wit-Rusland, voor een half jaar toestemming te geven om een deel van de Europese asielregels opzij te schuiven. In uitzonderingsgevallen zouden zij asielzoekers dan mogen gaan opsluiten - iets wat nu op sommige plekken in het gebied al gebeurt.

Hulpverleners als criminelen behandeld

Ook worden hulpverleners die bijvoorbeeld migranten oppikken uit zee in landen als Griekenland en Italië steeds vaker gecriminaliseerd. Zo loopt in Griekenland een proces tegen 24 hulpverleners die worden beschuldigd van onder meer spionage, mensensmokkel en deelname aan een criminele organisatie. En in Polen worden hulpverleners en journalisten weggehouden uit een strook langs de grens.

“Dat ze daar journalisten weren, is natuurlijk ook een duidelijk teken dat het niet in de haak is wat daar gebeurt”, zegt Spijkerboer. “Ik denk dat de verharding aan de grenzen doorgaat. Het gaat waarschijnlijk nog een paar tandjes verder escaleren tot de volgende crisis, als migranten weer massaal gaan lopen zoals in 2015. Wat er dan gebeurt? Dat weet ik echt niet. Dat durf ik niet te voorspellen.”

Lees ook:

Hulpverleners aan de Poolse grens bedreigd door gewapende mannen. ‘Ik voelde me opgejaagd wild’

Polen heeft zijn oostgrens afgegrendeld en treedt hard op tegen migranten. Soms worden ook hulpverleners slachtoffer van die harde aanpak.

Berooid en in elkaar geslagen: als weerloze prooi aan beide kanten van de grens

Na dagen zwerven komen uitgeputte migranten uit het bos rond de grens tussen Polen en Wit-Rusland. Daar wacht hun soms hulp. En soms geweld.

Overstekende migranten blijken een opvallend effectief dwangmiddel te zijn

De Wit-Russische dictator Aleksandr Loekasjenko laat illegale migranten door om de EU onder druk te zetten. Hij is niet de eerste. En het is een opvallend effectief dwangmiddel.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden