Rechtsstaat in de EU
EU-conflict over rechtsstaat bereikt kookpunt
Hongarije eist vertrek van Eurocommissaris Jourová, die premier Orbán ervan beschuldigt een ‘zieke democratie’ op te bouwen. Intussen zit overleg over de EU-begroting muurvast, ook al vanwege de rechtsstaat.
De Hongaarse regering, die in EU-verband toch al nooit op haar mondje is gevallen, is nu echt op het oorlogspad tegen ‘Brussel’.
Meest in het oog springende actie was de brief op hoge poten die de Hongaarse premier Viktor Orbán dinsdag schreef aan voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie. Daarin eist hij het vertrek van vicevoorzitter Vera Jourová (‘waarden en transparantie’), die in de huidige commissie de rechtsstaat-rol heeft die Frans Timmermans bekleedde in de vorige.
Orbán is boos vanwege uitspraken die Jourová deed in een vraaggesprek met het Duitse weekblad Der Spiegel. “De heer Orbán beweert graag dat hij een illiberale democratie wil opbouwen”, zegt de Tsjechische Eurocommissaris daarin. “Ik zou zeggen: hij bouwt een zieke democratie op. Ik vrees dat de mensen in Hongarije op een dag kunnen vaststellen dat hun laatste verkiezingen tegelijk de laatste vrije verkiezingen waren.”
Opschorting van alle bilaterale en politieke contacten
De Hongaarse premier noemt deze uitspraken ‘denigrerend’ en ‘een directe politieke aanval tegen de democratisch gekozen regering van Hongarije’. Volgens Orbán passen ze niet bij de neutrale en objectieve rol die de Europese Commissie zou moeten spelen. Naast de roep om Jourová’s aftreden kondigt Orbán alvast aan dat zijn regering ‘alle bilaterale politieke contacten’ met haar opschort.
Het Europees Parlement heeft twee jaar geleden het initiatief genomen tot een zogeheten artikel 7-procedure tegen Hongarije wegens onder meer afnemende persvrijheid en politieke inmenging in de rechtspraak. Dat slepende proces heeft nog niet tot een uitkomst geleid.
Een loopje nemen met de rechtsstaat
Om de EU meer armslag te geven tegen lidstaten die een loopje nemen met de rechtsstaat komt er in de komende meerjarenbegroting én het nieuwe coronaherstelfonds een link tussen respect voor de rechtsstaat en EU-subsidies. Maar hoe die voorwaardelijkheid eruit moet zien, dat is nu een groot twistpunt in de onderhandelingen tussen de lidstaten en het Europees Parlement. Zij moeten handen en voeten geven aan het zwaarbevochten akkoord dat de regeringsleiders bereikten tijdens hun marathontop in juli.
In Brussel heerst toenemende somberheid over het verloop van die onderhandelingen. Binnen de lidstaten staan twee onbuigzame blokken lijnrecht tegenover elkaar: Hongarije en Polen aan de ene kant, Nederland en gelijkgezinde noordelijke landen aan de andere kant – ongeveer dezelfde groep als de bekende ‘frugals’ (zuinigerds) van de juli-top.
‘Onafhankelijkheid van de rechtspraak’ is geen criterium meer
Het Duitse EU-voorzitterschap presenteerde maandag een compromis-voorstel over die voorwaardelijkheid. Daarin lijken Boedapest en Warschau aan het langste eind te trekken. De rechtsstaatartikelen zijn enorm gekortwiekt vergeleken met eerdere teksten. ‘Onafhankelijkheid van de rechtspraak’ is geen criterium meer. Landen lijken alleen te worden gestraft als ze aantoonbaar corrupt zijn bij het besteden van de EU-fondsen.
Voor onder meer Nederland is een dergelijke afzwakking onaanvaardbaar. Woensdag overleggen de EU-ambassadeurs van de 27 landen over het Duitse voorstel. Dat compromis wordt gesteund door grote landen als Frankrijk, Italië en Spanje, maar de principiële bezwaren van het blok met Nederland erin zijn groot.
In het spel van dreigementen heeft Nederland een troefkaart
Polen en Hongarije hebben niet alleen die noordelijke landen tegenover zich, maar ook een meerderheid in het Europees Parlement. Daardoor lijkt een goede afloop van het hele begrotingsproces, waarin alles met alles samenhangt, ver weg. Er zijn nog maar drie maanden te gaan voordat die nieuwe zevenjaarsbegroting in werking zou moeten treden.
Weliswaar zou een gekwalificeerde meerderheid van landen Polen en Hongarije kunnen wegstemmen bij het doorvoeren van strenge rechtsstaatvoorwaarden, maar die kunnen dan terugslaan door bijvoorbeeld invoering van het coronaherstelfonds te blokkeren. In dat spel van dreigementen heeft Nederland ook een troefkaart: het kan een akkoord over de meerjarenbegroting traineren, wat het als netto-betaler helemaal niet erg zou vinden – in tegenstelling tot de ontvangende landen Polen en Hongarije.
Woensdag stijgt de rechtsstaat-spanning in Brussel om een heel andere reden tot duizelingwekkende hoogte. De Europese Commissie presenteert voor het eerst voor elk van de 27 EU-landen rapporten over de kwaliteit van de rechtsstaat. Dat belooft wat.
Lees ook:
Wat Brussel kan doen aan de belabberde LGBT-rechten, persvrijheid en rechtspraak in Polen en Hongarije
Regeringsleiders werden het in juli eens over de voorwaarden tijdens hun marathontop, maar de uitwerking blijft vaag. Intussen gebeurt er weer van alles in Polen en Hongarije.
Rutte heeft het helemaal verbruid in Brussel. ‘Het kan me niet zo veel schelen’
Ook tijdens die juli-top stonden Nederland en Hongarije lijnrecht tegenover elkaar. “Die Nederlandse man (‘the Dutch guy') is de echte verantwoordelijke voor de puinhoop waarin we zitten”, zei Orbán toen over Rutte.