null Beeld

MegastadLos Angeles

Een zwangere vrouw wordt heel correct genegeerd

Mari Meyer

Versuft loop ik rond 7 uur ’s ochtends door de lobby van mijn hotel in Atlanta. Ik ben op reportagereis in Georgia voor de tussentijdse verkiezingen en na een dag vol interviews, een avond lang schrijven en een onverwacht vroege wekker voor een radio-interview wil ik niets liever dan ontbijten. Een luide stem houdt me staande. “Girl!” Ben ik dat? Ik draai me om. De receptioniste kijkt me stralend aan. “Ik zag niet eens dat je zwanger was tot je voorbijliep! Gefeliciteerd!”

Het is niet de enige keer dat ik door enthousiaste wildvreemden word aangesproken tijdens mijn mini-week in Georgia. Ik ben pas zeventien weken zwanger, maar ik krijg een tweeling en dat gaat gepaard met een aardig buikje. Een barista stopt me met een knipoog een extra croissant toe. Een oudere vrouw bij een stembureau bestookt me met vragen over tweelingen. En ik hoef maar een minuut ergens in de rij te staan voordat iemand vraagt of ik misschien voor wil gaan.

“Zo gaat dit dus blijkbaar als je zwanger bent”, denk ik bij mezelf. Het is voor mij immers de eerste keer. Maar in Los Angeles lijkt het alsof ik in een omgekeerd, parallel universum ben beland waarin niemand op- of omkijkt, zelfs niet als ik hulp nodig heb.

Vrienden negeren mijn grote buik

Eerst vond ik het vooral onbeleefd, zeker in vergelijking met de hartelijke reacties van vreemden in Georgia. Mensen lijken nog geen stapje opzij te willen doen in de supermarkt en kijken in het postkantoor gewoon toe terwijl ik sta te hannesen met meerdere grote dozen. Tot ik binnen een paar weken tijd meerdere bekenden tegen het lijf loop en ik merk dat zelfs zij doen alsof er niks aan de hand is, terwijl ze mijn grote buik heus wel hebben opgemerkt.

Tijdens een wandeling kom ik een kennis tegen die ik voor de zwangerschap regelmatig bij de yogales zag. We praten even bij en zijn ogen dwalen steeds af naar mijn bollende torso. Na een paar minuten deel ik zelf maar mee dat ik in verwachting ben. “Joh, wat leuk!” Hij is duidelijk opgelucht dat ik erover begonnen ben.

Zo gaat het bij de trimsalon waar ik mijn hond al jaren naartoe breng, in een winkel waar ik een oude bekende tegenkom, en zelfs in mijn eigen straat waar een buurman me met een inmiddels enorme buik opmerkt en zegt: “Wauw, wat zie ik nou, ben jij…” Hij klapt zijn mond dicht en kijkt bedremmeld, alsof hij iets verkeerd heeft gezegd. “Zwanger?”, vul ik aan. “Jeetje, dat kwam er stom uit.” Hij lacht ongemakkelijk. “Congrats.”

Beleefd en respectvol

Waar komt dit gedrag, dat haaks staat op de beroemde Hollandse directheid, vandaan? Is men bang iets verkeerds te zeggen over andermans uiterlijk, in een stad waar juist de fysieke verschijning dankzij de entertainmentindustrie zo belangrijk wordt gevonden? Willen ze me de kans geven om het verheugende nieuws zelf te delen? Of is het een combinatie van politieke correctheid en gevoeligheid – niks willen aannemen, in het zeldzame geval dat ik er misschien wel zwanger uitzie maar het niet (meer) ben?

Vrienden in Los Angeles met wie ik het bespreek, zijn het er unaniem over eens: niks zeggen is het beste. Wachten tot ik zelf iets mededeel, of niet natuurlijk, is beleefd en respectvol. “Because it’s nobody’s business”, zegt een vriendin. En daar heeft ze natuurlijk gelijk in. Maar ik ben inmiddels zo rond als een tonnetje en het voelt bevreemdend dat dat genegeerd wordt, alsof ik half onzichtbaar ben. Stiekem verlang ik af en toe terug naar Georgia – minder politiek correct, maar wel een stuk behulpzamer en jovialer.

Uitdijende metropolen bieden een groeiend deel van de wereldbevolking onderdak. Hoe houden de mensen het daar leefbaar? Trouw-correspondenten doen wekelijks verslag uit hun eigen megastad.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden