Frans-Duitse top
Duitsland en Frankrijk hebben toch nog iets te vieren: nieuwe investeringen in groene energie
Zestig jaar verzoening, dat was reden voor Frankrijk en Duitsland om een feestje te vieren. Al was het maar omdat beide landen in het heden over zoveel overhoop liggen.
Bondskanselier Olaf Scholz en de Franse president Emmanuel Macron hebben zondag Oekraïne hun ‘onwrikbare steun’ toegezegd. Ook beloofden ze samen te werken voor een sterkere, ‘onafhankelijkere’ Europese Unie.
Ze waren bijeen om het verdrag te vieren waarmee hun voorgangers Konrad Adenauer en Charles de Gaulle in 1963 hun verzoening na de Tweede Wereldoorlog bezegelden. Scholz en Macron verschenen ook samen voor de pers, wat al een hele verbetering was ten opzichte van oktober vorig jaar, toen de bondskanselier in Parijs afzag van een gezamenlijke persconferentie.
De betrekkingen tussen beide regeringsleiders waren toen ernstig verzuurd door verschillen van inzicht op tal van terreinen: van defensie tot energie en financiën. Wat niet meehielp, zijn hun tegengestelde karakters: Scholz bedachtzaam en afwachtend, Macron flamboyant en ongeduldig. Wat hen toch weer in elkaars armen heeft gedreven is een combinatie van druk diplomatiek verkeer en externe factoren: de oorlog in Oekraïne en protectionistische maatregelen van president Biden om de Amerikaanse groene industrie met miljardensteun te stimuleren.
Onderdeel van de feestelijkheden was ook een ontmoeting tussen het voltallige Duitse kabinet met hun Franse collega’s, en driehonderd parlementariërs van beide landen. Vooral in Frankrijk kostte dat moeite. Door verplichtingen in hun districten waar nieuwjaarsbijeenkomsten op de rol stonden, hadden zich vrijdag nog slechts 71 Franse parlementariërs aangemeld voor de ceremonie in de Sorbonne-universiteit, tegenover 120 Duitsers, zo meldde nieuwssite Politico.
Wrijving
De oorlog in Oekraïne leidt tot wrijving tussen de twee landen, terwijl het goed functioneren van de Europese Unie zeer afhankelijk is van hun samenwerking. Zo verraste Frankrijk twee weken geleden Duitsland met de bekendmaking dat het dertig gepantserde gevechtsvoertuigen aan Oekraïne zal leveren. Pal daarna volgde Duitsland met het nieuws dat het veertig Marder-pantservoertuigen zal leveren. Daarover had Berlijn overlegd met Washington, dat vijftig Bradley-pantserwagens toezegde.
Coördinatie is ook ver te zoeken nu Duitsland onder grote druk staat om Leopardtanks te leveren. Daarvoor kijkt Berlijn wederom naar Washington. Pas als de VS Abrams-tanks beloven, zal Duitsland volgen. Oekraïne zou ook graag Franse Leclerc-tanks ontvangen, maar dat raakt ondergesneeuwd in het Leopard-tumult. Op hun gezamenlijke persconferentie zei Macron zondag desgevraagd Franse tanks voor Oekraïne ‘niet uit te sluiten’. Scholz herhaalde dat hij over de Leopards overlegt ‘met al onze vrienden’.
Beide landen verschillen ook van mening over een Europese aanpak van de inflatie, die indirect veroorzaakt wordt door de Oekraïne-oorlog. Maar op een ander belangrijk punt, energie, zijn ze elkaar genaderd. Ze beloofden nieuwe investeringen in groene energie. Duitsland wordt aangesloten op een pijpleiding onder zee, waarmee ‘groene’ waterstof uit Portugal en Spanje naar Frankrijk moet stromen. Het zogeheten H2Med-project moet in 2030 klaar zijn.
Scholz en Macron hebben het ook gehad over versoepeling van de EU-regels over staatssteun. Frankrijk wil een Europees antwoord op Amerikaanse miljardensteun voor duurzame productie, Duitsland vreest protectionisme. Beide landen beloven ‘een gezamenlijke benadering’ – zonder details waarheen precies.
Lees ook:
Is de militaire top in Ramstein op een mislukking uitgelopen?
Over veel waren ze het eens, de rond vijftig landen die gisteren hun vergadering in het Duitse Ramstein hebben afgerond. Maar wat blijft hangen: Duitsland bleef de levering van Leopard 2-tanks blokkeren. De eenheid die Oekraïnes bondgenoten hadden willen uitstralen richting het Kremlin werd daardoor doorbroken.