Aardbeving
Dodental aardbeving komt boven de 21.000
De hoop om nog overlevenden te vinden begint langzaam te vervliegen in Turkije en Syrië, waar de volle omvang van de catastrofe nog altijd niet duidelijk is.
Af en toe zijn er nog miraculeuze reddingen, waar de reddingswerkers moed uit kunnen putten. Zoals in de Turkse stad Hatay, waar een jongetje van twee levend uit het puin werd gered, een volle 79 uur na de aardbeving. En met hem nog een paar andere onverwachte overlevenden. “Iedere seconde kan een gered leven betekenen”, liet de Syrische vrijwillige medische hulpgroep de Witte Helmen weten.
Maar de hoop om nog veel overlevenden te kunnen vinden begint wel langzaam te vervliegen in Turkije en Syrië. In de Turkse stad Nurdagi keek een groep bewoners toe hoe zware machines wat happen namen uit het puin van een ingestort gebouw van zes verdiepingen. Volgens Mehmet Yilmaz, 67, moeten er nog zo'n tachtig mensen liggen, van wie zes van zijn familieleden, een ervan een pasgeboren baby. Maar ‘er is geen hoop meer’, zei hij tegen persbureau AP. “Ons vertrouwen in God kunnen we niet opgeven, maar ze zijn dit gebouw binnengegaan met luisterapparatuur en honden, en er was niets.”
Niet alleen tikt de klok door, ook de vrieskou maakt het onwaarschijnlijk dat mensen nog heel lang kunnen overleven. 's Nachts daalt het kwik in het rampgebied een paar graden onder nul.
‘Sterven ze niet door het puin, dan gaan ze alsnog dood van de kou’
In de Turkse stad Antakya probeerden sommige ontheemde bewoners zich te warmen aan kampvuren. Sommige overlevenden vonden een heenkomen in sportstadions, of inderhaast opgetrokken tenten. Anderen slapen buiten. “Zeker in deze kou kunnen we hier nauwelijks meer leven”, zei overlevende Ahmet Tokgoz tegen persbureau AP. “Als mensen niet gestorven zijn onder het puin, gaan ze alsnog dood van de kou.”
Ook overlevenden wier huizen nog niet zijn ingestort, durven nauwelijks terug naar hun huizen, die vaak zo beschadigd zijn dat de vrees bestaat dat ze alsnog zullen instorten. De aandacht van de reddingswerkers begint zich langzamerhand te verleggen van het vinden van overlevenden naar het voorkomen van erger, door gebouwen die er slecht aan toe zijn gecontroleerd neer te halen.
Het aantal doden dat op donderdagavond geregistreerd was, passeerde de 21.000, een getal dat nog veel verder zal stijgen. Daarvan zijn er zeker 17.650 in Turkije gevallen, en ruim 3.350 in Syrië. Het verschil tussen die twee aantallen weerspiegelt ongetwijfeld het feit dat hulp in Syrië, een land dat door de jarenlange burgeroorlog hevig verdeeld is, nog veel langzamer op gang komt dan in Turkije, en de precieze omvang van de ramp nog niet duidelijk is.
Tragische berichten sijpelen wel door uit Syrië. Over de vele wezen die in ziekenhuizen worden binnengebracht. Of over de Afrin-dam, die het op donderdag begaf als gevolg van de aardbevingsschade, waardoor een dorp onder water kwam te staan, en de huizen die de aardbeving overleefden onder water kwamen te staan.
Lees ook:
Deventer rouwt om Furkan Kazci: ‘Zonder afscheid weg uit ons leven’
De inwoners van Deventer volgden gespannen het nieuws over hun eigen Furkan Kazci. De impact van zijn verlies is enorm.