ReportageZiekenhuis Kaboel
De ziekenhuisdirecteur werkt gewoon door in Kaboel. Er staan alleen twee Talibanvlaggen op zijn bureau
De Taliban namen de macht over, ook in de zorg. In het publieke ziekenhuis probeert de directeur er het beste van te maken.
Op het bureau van Mohammadullah Alishungi, directeur van het publieke Jamhuriat-ziekenhuis in Kaboel, staan twee kleine Talibanvlaggen, erachter één grote. Hij kreeg ze van de Talibanvertegenwoordiger die in zijn ziekenhuis werd geïnstalleerd, vlak nadat de islamitische strijders in augustus de macht overnamen in Afghanistan. Maar dat is wel zo'n beetje alles wat hij tot nu toe heeft gemerkt van diens aanwezigheid. Nieuwe regels, bijvoorbeeld over het gescheiden laten werken van mannen en vrouwen, zijn er nog niet afgekondigd.
Wat de ziekenhuisdirecteur wél merkt, is dat het gezondheidssysteem in Afghanistan sinds de machtsovername in grote problemen is doordat buitenlandse tegoeden zijn bevroren en donoren betalingen hebben stilgezet. “We hebben hier nu veel meer patiënten omdat 2000 klinieken in de provincies, die werden ondersteund door de Wereldbank, zijn gesloten.”
Tot nu toe krijgt zijn ziekenhuis nog geld van het ministerie van gezondheid. “Maar wij maken dat geld over aan een onderaannemer die voor ons inkoopt. Die kan alleen niet bij al zijn geld vanwege de strengere regels bij de banken. En dan zijn ook nog de prijzen erg gestegen. We hebben nu al tekorten voor verschillende laboratorium-items en röntgenfilms.”
Mannen en vrouwen liggen door elkaar
Alishungi laat de nierdialyse-afdeling zien, waar mannen en vrouwen door elkaar liggen – de enige afdeling waar dit het geval is, overigens net als vóór de machtsovername. Op een van de bedden, die van elkaar zijn gescheiden door een schot, ligt zelfs een lid van de Taliban aan een piepend dialyseapparaat. Een bed verder waakt een dochter bij haar moeder. Het regeringsziekenhuis is gratis, op omgerekend 20 eurocent inschrijfgeld na. Maar vanwege de beperkte capaciteit op deze afdeling wordt patiënten gevraagd om de helft van de benodigde behandelingen bij een privékliniek te doen. “Daar moeten ze betalen, maar sinds de overname door de Taliban hebben veel mensen geen salaris meer. En nee, wij kennen hier geen zorgverzekeringen.”
Dus doen sommige arme patiënten het met één gratis dialyse per week. Bij Sher Mohammad zijn de gevolgen daarvan goed te zien. Hij heeft oedeem in zijn voeten en een harde opgeblazen buik. “Ik ben al drie jaar ziek en heb geen werk. Ik kan niet meer betalen.” Volgens de directeur is dat een gevaarlijke oplossing. “Zijn oedeem zal groter worden, zijn bloeddruk hoger. Hij vergiftigt zichzelf.”
Talibanlid Sharifullah (31) loopt even weg bij het bed waarop een ander Talibanlid wordt behandeld. Hij zegt dat het geen probleem is dat mannen en vrouwen hier door elkaar liggen, en dat ze worden geholpen door mannelijk en vrouwelijk personeel. “Volgens de sharia kunnen mannen best hulp krijgen van vrouwen en andersom. Door de slechte economische situatie is dat ook nu eenmaal zo. Maar in de toekomst kunnen we, als we meer personeel hebben opgeleid, tot gescheiden systemen komen. Want dat is wel zoals we het zouden willen zien.”
Drie artsen zijn naar het buitenland vertrokken
De ziekenhuisdirecteur heeft intussen meer zorgen over de directe toekomst. Vooral in de provincies. Hij is wel blij dat zijn ziekenhuis nog geen last heeft van personeelstekorten, ook niet door de evacuaties. “Er zijn drie artsen van ons naar het buitenland vertrokken en een stuk of zeven andere personeelsleden.” Dat meisjes van 12 jaar en ouder niet naar school mogen, ziet hij als gevaarlijk voor zijn sector. “Als dat zo blijft, zal dat op termijn grote problemen geven in de zorg.” Nu is 40 procent van het personeel vrouw.
Hij kan wel nog iets positiefs melden. “We hadden altijd al regelmatig ruzie met patiënten die eisten dat ze alle medicijnen gratis van ons kregen, in plaats van die zelf te kopen. Dat liep vaak erg uit de hand. Nu gebeurt dat niet meer, bang dat ze streng worden gestraft.”
Toch blijkt op de Eerste Hulp dat ook de Taliban van discussiëren weten. Een groepje staat om het bed van een Talibanlid dat een telefoon aan zijn hoofd houdt. Iedereen praat door elkaar met de verpleging. “Ze zijn het niet eens met de conclusie van onze artsen. Onze mensen zijn vaak bang om ze tegen te spreken”, zegt Alishungi.
Maar juist de komst van de directeur maakt een eind aan de discussie en de Talibanleden druipen af naar buiten, langs het bordje waarop staat dat er geen wapens mee mogen worden genomen op de Eerste Hulp.
Lees ook:
Jonge vrouwen komen in Kaboel zelden voorbij
De Taliban veroverden op 15 augustus de Afghaanse hoofdstad Kaboel. Sindsdien leven veel Afghanen in angst en is er gebrek aan werk, geld en voedsel.