Als binnenkort de slag om de Donbas in volle heftigheid losbarst zal Rusland in het voordeel zijn, denken analisten. Maar een gelopen race is het niet.
Vóór 9 mei zou de slag om de Donbas in Oekraïne gepiept moeten zijn, als het aan de Russische president Poetin ligt. Op die Dag van de Overwinning viert Rusland traditioneel de overwinning in de ‘Grote Vaderlandse Oorlog’, zoals de Russen de Tweede Wereldoorlog noemen. Er is Poetin veel aan gelegen, denken militaire analisten, om op die feestelijke dag van militaire parades, kransleggingen en zo meer een resultaat te kunnen presenteren van de ‘militaire operatie’ tegen het ‘nazistische regime’ in Oekraïne.
Eén mogelijkheid om een overwinning te claimen ligt binnen handbereik: de landdoorgang van de ‘volksrepublieken’ Loegansk en Donetsk naar de in 2014 geannexeerde Krim. Die doorgang is een feit zodra Marioepol is gevallen, wat een kwestie van dagen lijkt. Rusland kan daarna vanuit het zuiden troepen vrijmaken voor nog zo’n overwinning: de ‘bevrijding’ van de hele Donbas, het gebied ten westen Loegansk en Donetsk.
Dan zal Rusland spoedig proberen vanuit het zuiden en vanuit het noorden op te rukken en de Oekraïense troepen te isoleren, verwacht Tom Middendorp, oud-commandant der Strijdkrachten en Strategisch Adviseur bij het Haagse Centrum voor Strategische Studies HCSS.
Makkelijker gezegd dan gedaan
“De Russen bombarderen nu nog Charkov, vermoedelijk om Oekraïense troepen daar te binden en te voorkomen dat Oekraïne al zijn middelen naar de Donbas kan brengen. Maar vanuit Izioem, dat sinds kort in Russische handen is, rukken ze naar het zuiden op om de achteringang naar de Donbas in te sluiten.”
Rusland wil zo voorkomen dat Oekraïne vanuit het westen en Kiev middelen en troepen kan aanvoeren naar de Donbas. Maar dat verhinderen is makkelijker gezegd dan gedaan, aldus Middendorp. “De Donbas is een gebied dat groter is dan Nederland, met een achtergrens van zo’n vierhonderd kilometer die de Russen dan zouden moeten afsluiten. Maar als ze de grote wegen en spoorverbindingen kunnen afsluiten zijn ze al wel een heel eind.”
De eerste anderhalve maand van de Russische ‘militaire operatie’, die 24 februari begon, is voor Rusland beroerd verlopen, daar is iedereen het wel over eens. Kremlinwoordvoerder Dimitri Peskov wilde onlangs wel toegeven dat zijn land ‘aanzienlijke’ verliezen heeft geleden, wat een ‘enorme tragedie voor ons’ is, maar verder houdt het Kremlin vast aan het idee dat de operatie heus weer geheel volgens plan verloopt. En dat plan zou vooral zijn: de Donbas ‘bevrijden’.
Verliezen zijn enorm
Volgens officiële Russische cijfers zijn 1351 militairen in Oekraïne gesneuveld. Oekraïne houdt het op bijna 19.000 Russische gesneuvelden. Westerse inlichtingendiensten komen ergens in het midden uit: zo’n 10.000 Russen zouden het leven hebben gelaten, onder wie zeven generaals; naar schatting 30.000 manschappen zouden gewond zijn geraakt of krijgsgevangen zijn gemaakt.
Ook de materiële verliezen zijn enorm. Volgens de militaire blog-site Oryx heeft Rusland 476 tanks en nog een veelvoud aan pantservoertuigen verloren, die niet zelden in Oekraïense handen zijn gevallen. Ook zouden twintig gevechtsvliegtuigen en 32 helikopters zijn neergehaald. Over Oekraïense militaire verliezen staat minder vast, maar ook bij hen moeten de verliezen groot zijn, vooral in het oosten en zuiden.
Het beeld van de strijd dat uit die eerste weken beklijft is dat van de kolonnes ten noorden van Kiev. Daar is de strijd (voorlopig) beslecht in het voordeel van Oekraïne: de Russische troepen zijn er weggetrokken. En alles wat nog vechten kan wordt gehergroepeerd voor de strijd om de Donbas.
In het noorden kwamen de tanks, pantservoertuigen en het meegevoerde geschut die bedoeld waren voor de inname van de Oekraïense hoofdstad nauwelijks vooruit. Typisch voor de Russische landmacht - sinds hervormingen die in 2014 zijn doorgevoerd - zijn de ‘tactische bataljonsgroepen’. Dat zijn eenheden met enkele tientallen voertuigen - tanks, pantservoertuigen en artillerie- en luchtverdedigingssystemen - en een paar honderd man om het geschut te bedienen, plus grondtroepen.
Materieel in slechte staat
De eenheden die Oekraïne waren binnengevallen vanuit Wit-Rusland, waren in dat buurland officieel om te oefenen - en dus slecht voorbereid voor de strijd die ze tot hun eigen verrassing moesten voeren. Hun materieel was in slechte staat, reserve-onderdelen ontbraken.
Dat wreekte zich vooral als de voertuigen de weg moesten verlaten, bijvoorbeeld omdat eerder geraakte voertuigen de weg blokkeerden en ze op ruig en modderig terrein moesten opereren. Het slechte moreel van de troepen werd verder ondermijnd door de trage voortgang en slechte bevoorrading.
De Oekraïners grapten dat de Russen hun belangrijkste wapenleveranciers zijn. Oekraïense tractors konden de gestrande en verlaten voertuigen uit de modder slepen en ze afleveren bij de Oekraïense strijdkrachten. Oekraïense eenheden deden hun voordeel met het bos- en moerasachtige terrein in het noorden, en bebouwingen langs de weg. Daar konden ze zich makkelijk verschansen, en na een aanval weer makkelijk wegkomen.
Door de bepantsering heen
De Russische kolonnes, met hun dicht opeengepakte doelwitten, waren een makkelijke prooi voor de Bayraktar-drones, te bedienen vanaf grote afstand, en voor de mobiele anti-tankwapens, vooral van het type Javelin. Vanaf de schouder kunnen daarmee raketten worden afgevuurd met een dubbele lading: de eerste explosie veroorzaakt een gat, een tweede dringt door de bepantsering heen. Een soortgelijk wapen waarover Oekraïne beschikt is de Pantservuist, waarvan Duitsland er tweeduizend heeft geleverd.
Dat terreinvoordeel hebben de Oekraïners in het oosten veel minder. Daar liggen grote open vlaktes, met minder bebouwing, waardoor de Oekraïense guerrilla-achtige operaties een stuk moeilijker worden. Het is de Russen in het oosten wel gelukt om terreinwinst te boeken, maar een grote doorbraak hebben ze nog niet kunnen forceren.
Volgens Middendorp kampten de Russische troepen met vergelijkbare problemen als in het noorden en stuitten ze op goed voorbereide en gemotiveerde troepen. “De Russen hebben de Oekraïense weerstand onderschat, en zichzelf overschat. Ze dachten te maken te krijgen met een minderwaardige tegenstander die ze wel even zouden oprollen. Daarnaast hebben ze gewoon de fout gemaakt dat ze hun krachten hebben versnipperd, door Oekraïne van vier kanten aan te vallen, kennelijk met de gedachte dat het Oekraïense systeem in elkaar zou klappen.”
Materieel versleten
Middendorp verwacht dat Moskou daar lering uit heeft getrokken, en de verhoudingen nu beter inschat. “Ik denk dat ze de militaire basisprincipes die ze hebben veronachtzaamd nu wel gaan toepassen: focussen op je hoofddoel, je middelen concentreren, eenhoofdige leiding, en zorgen voor voldoende reserves als blijkt dat je onvoldoende middelen hebt ingezet.”
Hoeveel manschappen Rusland nu kan samentrekken is niet duidelijk. Middendorp: “Sommige eenheden die uit het noorden zijn weggehaald zijn vermoedelijk niet meer inzetbaar, omdat hun materieel versleten is, en hun moreel is aangetast. Maar een aantal van die eenheden zullen zeker naar de Donbas verschuiven, en die komen bij de aanvullingen die uit andere delen van Rusland zijn gehaald.”
Wat ook uitmaakt, denkt Middendorp, is dat Rusland nu één van de hoogste commandanten heeft aangewezen, Alexander Dvornikov. De ‘slager van Syrië’ luidt zijn bijnaam, vanwege de nietsontziende aanvallen op burgerdoelen in de strijd rond Aleppo (2012-2016) en andere Syrische steden. Omsingelen, uithongeren van de burgerbevolking, en platbombarderen van woonwijken, ziekenhuizen en scholen is ook een kenmerk in de strijd in Oekraïne.
Minder aanvoerlijnen
“Dvornikov krijgt de algehele operationele leiding over wat het Russische leger in Oekraïne doet”, zegt Middendorp. “Daarmee is ook een einde gekomen aan verschillende commandanten die vaak langs elkaar heen werkten. Ik verwacht ook dat de bevoorrading van de troepen veel beter zal zijn dan die in het noorden; het helpt dat de Donbas tegen Rusland aan ligt en dat er nu minder aanvoerlijnen nodig zijn.”
Middendorp onderschrijft dat het Oekraïense leger zich moeilijker zal kunnen verdedigen in de steppe-omstandigheden van de Donbas. “Het zal voor de Oekraïners heel belangrijk zijn dat ze zich niet laten verleiden tot confrontaties op de open vlaktes. Veldslagen zouden ze verliezen. Ik denk dat ze zullen inzetten op het behoud van bebouwde oorden, en vandaar zullen proberen Rusland op kwetsbare plekken te raken. Er zijn minder grote steden, maar toch nog altijd wel centra met duizenden of tienduizenden inwoners.”
Oekraïne kan de strijd niet aangaan zonder westerse steun. Bekend is dat de Verenigde Staten Oekraïne in totaal 2,4 miljard dollar aan wapensteun heeft geleverd, waarvan 1,7 miljard sinds de invasie. Oekraïne vraagt meer, en vooral zwaardere wapens: tanks, artillerie met grotere reikwijdte. Ook wil het land graag luchtafweer dat hoger vliegende bommenwerpers kan raken: de in grote hoeveelheden geleverde Stinger-raketten zijn alleen effectief tegen laag vliegende toestellen.
Anders dan in het begin van de oorlog doen Europese landen en de VS weinig mededelingen over wat ze Oekraïne hebben geleverd of gaan leveren. Middendorp: “Je wilt Poetin niet wijzer maken”.
Onzichtbaar aanvallen
Het gaat Oekraïne bij die gewenste zwaardere wapens vooral om materieel dat afkomstig is uit voormalige Oostbloklanden. Die kan Oekraïne zonder extra trainingen gebruiken, onderhouden en desnoods repareren. Hoog op Kievs wenslijst prijken Mig-gevechtsvliegtuigen. Leverantie daarvan stuitte vorige maand op Amerikaanse bezwaren, maar volgens de geruchten wordt er nog steeds over nagedacht. Tsjechië heeft aangekondigd dat het bereid is tanks te leveren. Zelfs in Duitsland, dat veel uit de DDR heeft geërfd, is daar discussie over. “Dat is een duidelijke kentering”, zegt Middendorp. “Duitsland wil niet alleen meer investeren in zijn eigen veiligheid - 100 miljard extra naar Defensie - maar wil ook wapens leveren die ze tot voor kort weigerden.”
Veel van de wapensteun is al naar de Donbas gegaan, denkt Middendorp. “Amerikanen hebben vierduizend anti-tankwapens geleverd, Groot-Brittannië ook zoiets, en de rest van Europa vergelijkbare aantallen. Daarnaast krijgt Oekraïne nieuwe wapens, zoals de Switchblades, heel effectieve, eenvoudig te bedienen drones, uitgerust met een cameraatje. Op het moment dat je een doel ziet richt je, en dan boort de drone zich erin. Zo kun je bijna onzichtbaar een zwaar bewapende tegenstander aanvallen. De Donbas wordt geen walk-over voor de Russen.”
Economische sancties
Sterker nog, Navo-chef Stoltenberg waarschuwt dat de strijd in Oekraïne het Westen mogelijk nog heel lang opzadelt met een semi-permanente crisis. Dat Poetin, mede onder de druk van de economische sancties, genoegen zal nemen met een staakt-het-vuren zodra hij de hele Donbas heeft ingenomen, mag aannemelijk klinken. Maar een staakt-het-vuren is nog geen vredesakkoord, waarmee Oekraïne kan leven. Bovendien kan Rusland ieder akkoord ook weer breken, zoals de jarenlange strijd rond Loegansk en Donetsk wel heeft aangetoond.
“We hebben geen aanwijzingen gezien dat president Poetin zijn ambitie heeft gewijzigd om heel Oekraïne te beheersen, en ook om de internationale orde te herschrijven”, zei Stoltenberg. “We moeten realistisch zijn en beseffen dat dit nog lang gaat duren, vele maanden of zelfs jaren.”
Lees ook:
Kan Oekraïne met geavanceerdere wapens de Russische opmars stoppen?
Rusland dreigt transporten met westerse wapens aan te vallen. Ondertussen vraagt Oekraïne juist om geavanceerdere wapens. Dick Zandee, defensiespecialist van Instituut Clingendael, legt uit waarom dat niet reëel is.