ReportageOekraïners in Nederland
De risico’s blijven, maar het verlangen naar thuis is te groot: steeds meer Oekraïners gaan terug
Nu de Russen zich hebben teruggetrokken uit delen van Oekraïne, keren steeds meer vluchtelingen terug. Maar het gevaar ligt nog altijd op de loer. ‘Laatst zijn er nog twee raketten ingeslagen.’
Daria vindt dat ze, te midden van alle ellende van de oorlog, behoorlijk mazzel heeft gehad. Toen de Oekraïense een week na de Russische inval op de vlucht sloeg, kwam ze na vier lange stressvolle dagen reizen terecht bij een gezin in Nederland. Daar vond ze snel haar draai. Haar gebrekkige Engels ging met sprongen vooruit en ze kon vrijwel direct aan het werk. Inmiddels werkt ze de ene helft van de week in de spoelkeuken van een café-restaurant, de andere helft van de week bereidt ze sushi in een Japans eethuis.
Maar nu de Russen zich hebben teruggetrokken uit het noorden en midden van Oekraïne groeit het verlangen naar huis. “Ik wil na de zomer op bezoek bij mijn ouders in Kamianske”, vertelt Daria. “Het is daar nu rustig.” Een glimlachje rolt over haar gezicht. “Nou ja, de sirenes van het luchtalarm klinken nog wel geregeld en er zijn laatst nog twee Russische raketten ingeslagen, eentje buiten de stad en eentje op een brug in het centrum. Maar zo is het in oorlogstijd, dat noemen wij tegenwoordig ‘veilig’.”
Met het vliegtuig naar Polen
Daria is een 33-jarige vrouw met lang zwart haar. Ze doet haar verhaal aan de eettafel in een rijtjeshuis in Hilversum. Toen ze begin maart vluchtte, bleven haar ouders, beiden zestigers, achter. Haar vader had net een dubbele hartaanval gehad en was bang de reis niet te overleven, en ook haar moeder bleef liever thuis bij haar man. Daria heeft dagelijks contact met haar ouders, die ze dus in de herfst weer in de armen hoopt te sluiten. “Ik verwacht niet dat de oorlog na de zomer voorbij is, maar ik denk wel dat het front dan ver genoeg weg zal zijn van Kamianske. Ik denk dat ik het vliegtuig pak naar Polen. Vanaf daar kan ik met de trein verder, Oekraïne in.”
Een groeiend aantal Oekraïense vluchtelingen keert terug. Volgens UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, sloegen sinds de Russische inval eind februari ongeveer 14 miljoen Oekraïners op de vlucht. Van hen trokken er zo’n 7 miljoen naar het buitenland. Dit zijn vooral vrouwen en kinderen, omdat het overgrote deel van de mannen tot zestig jaar niet het land uit mocht. Zij moesten beschikbaar blijven voor de landsverdediging. Maar vooral sinds de Russen hun offensief beperken tot het zuidoosten keren steeds meer Oekraïners terug. Volgens UNHCR zijn in totaal al ruim 2 miljoen mensen huiswaarts gegaan. En volgens recente cijfers van de Oekraïense grenswacht keren dagelijks zo’n 30.000 mensen terug.
Bevolking Kiev op tweederde van oude niveau
De kentering is grotendeels een gevolg van het verloop van de strijd. Allerlei gebieden in het noorden en midden van het land, waar eerder werd gevochten, zijn nu veel rustiger. In de hoofdstad Kiev geldt nog wel een avondklok, maar veel checkpoints zijn verdwenen, de metro rijdt weer en steeds meer winkels en bedrijven gaan open. Burgemeester Vitali Klitsjko zei enkele weken geleden dat de bevolking van Kiev al weer op tweederde van het oude niveau was.
Al blijven er fikse risico's. De Russen bestoken nog steeds geregeld doelen buiten het zuidoosten. Ook Kiev werd de laatste dagen voor het eerst in ruim een maand weer getroffen door raketten. Maar het verlangen naar huis is bij veel vluchtelingen groot.
In het rijtjeshuis in Hilversum loopt Daria de trap op om het zolderkamertje te laten zien waar zij sinds begin maart logeert. Onder het schuine dak passen net een bed en een bureau. Daria zit veel op Facebook om contact te houden met lotgenoten en familieleden, onder wie haar zus die met haar gezin is gevlucht naar Slowakije. Haar ouders ondersteunt ze met een deel van het in Nederland verdiende geld, dat ze overboekt via een app.
“Ik merk op Facebook dat veel Oekraïners terug willen", zegt ze. “Dat snap ik. De meesten spreken weinig of geen Engels, waardoor ze geen werk vinden. Als je dan ook nog eens met veel mensen bij elkaar in een opvangcentrum zit, is het natuurlijk fijn om naar huis te kunnen.”
Bang om niet meer terug te kunnen
Zelf wil Daria over een paar maanden wel op visite bij haar ouders in Oekraïne, maar blijven wil ze er voorlopig niet. Want toen de Russen haar vaderland binnenvielen, was ze werkloos. Nu ze in Nederland zo vlot werk heeft gevonden, wil ze hier het liefst nog wat meer geld verdienen. Een van haar zorgen is dan ook dat ze straks, na haar geplande bezoek, niet meer wordt toegelaten.
“Ik heb wel twee arbeidscontracten, maar verder heb ik niks. Er staat geen stempel in mijn paspoort of zo. Dus ik vrees dat ik straks bij mijn terugkeer naar Nederland bij de Poolse grens te horen krijg: we laten jou er niet meer in, want het is veilig waar je vandaan komt. Ik probeer daarom nu te achterhalen wat er mogelijk is om dit te voorkomen. Hopelijk kan ik Nederlandse verblijfspapieren of een stempel in mijn paspoort krijgen.”
De achternaam en contactgegevens van Daria zijn bekend bij de hoofdredactie.
Lees ook:
Van Oost naar West-Oekraïne, een reisverslag van drie maanden oorlog: ‘Helden sterven niet’
Drie maanden geleden, op 24 februari 2020, begonnen de Russen hun grootschalige invasie van Oekraïne. Correspondent Michiel Driebergen reisde van het oosten naar het westen van het land, en sprak met de mensen die hij tegenkwam over hun oorlogservaringen.