Rwanda
De held uit ‘Hotel Rwanda’ staat nu terecht voor terrorisme
Paul Rusesabagina staat woensdag voor de rechter in Rwanda, omdat hij verdacht wordt van terrorisme. In 1994 redde de nu 66-jarige hotelmanager 1268 mensen van een gewisse dood.
Hij wilde geen held genoemd worden. Wat hij deed, behoort een fatsoenlijk mens te doen. Zo zag Paul Rusesabagina het in 1994, toen in Rwanda bijna een miljoen mensen werden afgeslacht. De grootste bevolkingsgroep de Hutu’s rekende af met de Tutsi’s, die de machtige en rijke klasse vormden.
In zijn biografie An Ordinary Man uit 2006 beschrijft Rusesabagina, zelf een Hutu, die eerste dagen van de massamoord. Hij reed in zijn auto door de straten van de hoofdstad Kigali. “Overal om me heen lagen dode lichamen; net vermoord. De meeste in stukken gehakt met machetes.”
Alle blanken vluchtten, ook de blauwhelmen van de Verenigde Naties die niet mochten ingrijpen. Rusesabagina was manager van twee exclusieve hotels van de Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena in Kigali. Hier ving hij maandenlang ruim 1200 vluchtelingen op, voornamelijk Tutsi’s.
Cognac, whisky en sigaretten
De Hutu-machthebbers eisten van hem dat hij zijn Tutsi-gasten zou doodschieten of uitleveren. Met veel cognac, whisky, sigaretten, geld en heel veel praten wist hij commandanten van het leger, politie en Hutu-leiders steeds weer te overtuigen de Tutsi’s met rust te laten. Toen de Tutsi’s met hun milities onder leiding van Paul Kagame de hoofdstad Kigali innamen en de Hutu’s op de vlucht sloegen, begon de heerschappij van Kagame, die nu ruim twee decennia president is van Rwanda.
Rusesabagina bleef nog even aan als hotelmanager, maar vertrok in 1996 naar België waar hij taxichauffeur werd. Hij voelde zich niet langer veilig in Rwanda. Jaren later werd er over zijn rol in deze bloedige periode de film Hotel Rwanda gemaakt. President Kagame zag niets in de heldenrol voor die andere Paul, zeker niet toen Rusesabagina in het laatste hoofdstuk van zijn biografie stevige kritiek uitte op de president, die geen tegenspraak duldt en autocratisch regeert.
Rusesabagina sloot zich aan bij een Rwandese oppositiepartij, waar ook een gewapende tak aan verbonden is. Hij bleef zich tegen Kagame uitspreken. Zijn huis in België werd doelwit van inbraken. Rusesabagina voelde zich weer niet veilig, ook al had hij nu de Belgische nationaliteit. Hij verhuisde naar Texas in de Verenigde Staten om met zijn gezin in een bewaakte wijk te wonen.
Handboeien en een roze gevangenispak
In de zomer van vorig jaar werd hij uitgenodigd om in kerken in het Rwandese buurland Burundi te spreken. Onderweg via Dubai verdween Rusesabagina van de radar om drie dagen later in de handboeien en een roze gevangenispak op te duiken in Kigali. Hij was gearresteerd. Hoe blijft een raadsel. Zijn gezin en advocaten betogen dat hij is ontvoerd door Rwanda. Het contact tussen Rusesabagina en zijn advocaten wordt zeer lastig gemaakt.
Zijn advocaten zeggen dat hij als Belg niet in Rwanda berecht kan worden voor negen aanklachten, waaronder terrorisme, financiering van terrorisme en moord. De rechter in Kigali zei afgelopen vrijdag dat het proces in Rwanda gewoon door kan gaan, maar gaf de advocaten tot vandaag om met nieuwe bezwaren te komen.
Lees ook:
Rob van Putten was machteloze toeschouwer van de Rwandese horror
De genocide in Rwanda begon op 6 april 1994, morgen 25 jaar geleden. Bijna een miljoen mensen werden afgeslacht. Rob van Putten was erbij, als enige Nederlandse militair in Rwanda bij de VN-vredesmacht UNAMIR.
‘Hotel Rwanda’ roept beelden op die het liefst worden vergeten
Rwanda werd in 1994 getroffen door een genocide. Hutu’s vermoordden Tutsi’s en gematigde Hutu’s. De film ’Hotel Rwanda’ gaat over deze episode en drukt ons ook nu hard op de feiten. Deel 1: Hotel Rwanda