Frederik Willem de Klerk is overleden. Hij schreef in februari 1990 geschiedenis, toen hij als laatste witte president een einde maakte aan de apartheid in Zuid-Afrika.
De Klerk gaf het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) en de communistische partij toestemming weer legaal actief te worden en liet ANC-leider Nelson Mandela vrij.
Hij toonde zich daarmee een moedig leider, die durfde in te gaan tegen de overtuigingen van een groot deel van zijn conservatieve witte achterban. Samen met Mandela loodste De Klerk Zuid-Afrika, dat op de rand van een burgeroorlog balanceerde, vervolgens een nieuw tijdperk binnen. Daarvoor kreeg hij in 1993 samen met Mandela de Nobelprijs voor de vrede.
“Ik zou graag herinnerd willen worden als een eerlijk man”, zei De Klerk ooit. “Een integere, zorgzame man, die voldoende moed had om de koe bij de horens te vatten en de kans te grijpen die de geschiedenis bood.”
Wat de stap extra dramatisch maakte, was dat De Klerk tot zijn aantreden een jaar eerder geen enkele aanwijzing had gegeven dat hij een hervormer was. Hij was al decennia actief in de Nasionale Party (NP), de partij die de apartheid had ingevoerd, en gold als een wat fletse, conservatieve jurist.
Zelf verklaarde De Klerk later dat zijn ommezwaai het gevolg was van “diep nadenken, van spijt over foute politieke beslissingen die veel leed hebben berokkend”.
Streng gereformeerd
Frederik Willem (‘FW’) de Klerk werd op 18 maart 1936 geboren in een oud, streng gereformeerd Afrikaner geslacht. De eerste van zijn voorouders in Zuid-Afrika, was afkomstig uit het Zeeuwse Serooskerke en al in 1688 aangekomen op de Kaap.
De Klerk kreeg politiek met de paplepel ingegoten. Zijn grootvader, een dominee, was een van de oprichters van de apartheidspartij en zijn vader was jarenlang minister voor de NP. ‘FW’ zelf werd op jonge leeftijd lid van de Jeugbond, de jongerenafdeling van de partij.
De Klerk studeerde rechten aan de conservatieve christelijke universiteit van Potchefstroom en ging daarna aan de slag als advocaat. Hij trouwde in april 1969 met Marike Willemse en kreeg met haar drie kinderen: Jan, Willem en Suzanne. In 1972 werd hij voor het eerst gekozen in het – witte – parlement en in 1978 werd hij minister.
De Klerk diende elf jaar lang op zes ministeries. Hij kreeg nooit een sleutelpost, maar toonde zich een degelijk, pragmatisch bestuurder en was een overtuigd aanhanger van de apartheidsideologie. Volgens hem was het idee van de rassensegregatie “van origine goed”.
Doodseskaders vermoordden activisten
Toen De Klerk in 1989 de teugels overnam van president Pieter Willem Botha stond Zuid-Afrika er beroerd voor. De economie stagneerde. In delen van het land was het bijna oorlog, tussen zwarte activisten en regeringstroepen, en tussen zwarten onderling. Doodseskaders vermoordden activisten en bewapenden knokploegen. Zuid-Afrika was internationaal een paria en kon na de val van de Berlijnse Muur ook niet meer rekenen op steun van de Verenigde Staten.
De Klerk sloeg vrijwel meteen na zijn aantreden een andere weg in. Hij liet een reeks vooraanstaande ANC-leden vrij, onder wie Walter Sisulu en Ahmed Kathrada, en hij ontmoette de nog gevangen zittende Nelson Mandela, die in het geheim via een ondergrondse garage het presidentiële kantoor werd binnengesmokkeld.
“We spraken niet over zaken van belang”, vertelde De Klerk later. “We schatten elkaar in. Mandela was langer dan ik had verwacht. Ik vond hem een goede luisteraar en een man met een analytische geest.”
Garanties voor de witte minderheid
De Klerk was ervan overtuigd dat zijn partij in het komende, nieuwe politieke bestel een belangrijke rol zou blijven spelen. Hij wilde speciale garanties bedingen voor de witte minderheid. Talloze concepten daarvoor deden de ronde, zoals een wit veto in het kabinet en een roterend presidentschap. Maar De Klerk verloor al snel de greep op de hervormingen.
In 1994 won het ANC met een overweldigende meerderheid de eerste volledig vrije, multi-raciale verkiezingen in Zuid-Afrika. Nelson Mandela werd de eerste zwarte president. De Klerk was daarna nog twee jaar vice-president, naast de andere vice-president Thabo Mbeki, maar hij zag zijn invloed steeds verder slinken en stapte in 1997 uit de politiek.
Hij scheidde in 1998, na 29 jaar huwelijk, van zijn echtgenote Marike en hertrouwde nog hetzelfde jaar met Elita Georgiades, de ex-vrouw van een bevriende Griekse scheepsmagnaat. De Klerk gaf in de jaren daarna geregeld lezingen in het buitenland en genoot van het respect dat hem in de wereld ten deel viel als ‘de Michail Gorbatsjov van Zuid-Afrika’. Ook Gorbatsjov zette in de Sovjet-Unie cruciale veranderingen op gang, die hij vervolgens niet wist te beheersen.
In eigen land bleef De Klerk omstreden
Maar in Zuid-Afrika zelf bleef De Klerk omstreden. De oud-president ontkende voor de Waarheids- en Verzoeningscommissie van aartsbisschop Desmond Tutu dat hij iets had geweten van de staatsterreur tijdens zijn regeerperiode.
De Klerk stelde dat hij pas in 1990, na zijn aantreden als president, had gehoord van de doodseskaders die moordden en martelden. Hij zou toen meteen alles hebben gedaan om er een einde aan te maken.
De meeste ANC’ers geloofden er niks van. Kritische bladen als The Weekly Mail en het Vrye Weekblad berichtten al jaren over de mensenrechtenschendigen. Als het al waar was dat De Klerk van niks wist, had hij werkelijk geen enkele moeite gedaan zich op de hoogte te stellen.
Voor de eigen achterban ‘een verrader’
Ook in zijn eigen conservatieve witte achterban bleef De Klerk een beladen figuur. Velen verweten hem slecht met de zwarte leiders te hebben onderhandeld, omdat hij geen enkele bescherming voor de witte minderheid wist te bedingen. Ze noemden hem een ‘verrader’.
Toch gaat De Klerk, nu hij donderdag op 85-jarige leeftijd in zijn huis in Kaapstad aan kanker is overleden, vooral de geschiedenisboeken in als de man die op vrijdag 2 februari 1990 een einde maakte aan de apartheid. Hij zette die dag een proces in gang dat onvermijdelijk leidde tot afstand van de macht. Daarvoor prees ook Mandela hem, toen hij in 1997 afscheid nam van de politiek. Mandela: “Welke fouten De Klerk ook heeft gemaakt, Zuid-Afrika mag de rol die hij heeft gespeeld niet vergeten.”
Lees ook:
Held, maar geen heilige
Wereldwijd werd Nelson Mandela bejubeld. Het vermogen om zijn vijanden te vergeven, dat was zijn kracht. Maar aan het einde van zijn leven vroeg hij zich wel af of iemand zijn familie mag verwaarlozen om te vechten voor de kansen van anderen.