InterviewSpeechschrijver van Obama

De beroemde speech van Obama, die hij bijna niet gegeven had

Barack Obama tijdens de toespraak op 26 juni 2015 waarmee hij velen wist te raken.  Beeld ANP / AFP
Barack Obama tijdens de toespraak op 26 juni 2015 waarmee hij velen wist te raken.Beeld ANP / AFP

Een golf van massa-schietpartijen trof Californië de afgelopen dagen: 31 doden op zeven plekken. Joe Biden gaf er bedroefde verklaringen over uit. In 2015 was dat de taak van Barack Obama, die in Charleston die ene beroemde toespraak hield waarmee hij velen wist te raken. Zijn speechschrijver van toen schreef een boek over de aanloop naar die speech.

Bas den Hond

Zo kenden de Amerikanen hun president nog niet, schreef Trouw acht jaar geleden over Barack Obama.

Dat hij een goede spreker was, wisten ze al – het speelde een rol bij zijn pijlsnelle opkomst in de politiek. Maar zijn gedenkrede op 26 juni 2015 in Charleston in South Carolina, rouwend om een dominee die samen met acht bezoekers tijdens een bijbelstudie was doodgeschoten door een witte racist, bleek algauw een preek te zijn.

En die ging de hele wereld over. Ook omdat hij hem afsloot door langzaam, vastberaden, in dat stadion waar 5500 mensen aan zijn lippen hingen, een gezang in te zetten: “Amazing grace, how sweet the sound...”

“Misschien zing ik het wel”, had Obama na aankomst in Charleston gezegd tegen zijn hoofdtekstschrijver Cody Keenan.

Worsteling met emoties en taal

In zijn vorig jaar verschenen boek Grace, President Obama and ten days in the battle for America vertelt Keenan het verhaal van die rede, en van de worsteling met emoties, taal en politiek die eraan vooraf ging.

Keenan schreef het boek niet om zich op de borst te kloppen voor de retorische prestatie van zijn baas. Een president heeft een hele afdeling tekstschrijvers tot zijn beschikking hebben, waar Keenan vanaf 2013 de chef van was. Maar als de Charleston-rede van Obama een triomf was, was dat toch vooral een triomf van de president zelf.

“Dagenlang geketend aan mijn laptop had ik gedaan wat ik kon”, zegt Keenan. Van het Oval Office kreeg hij vervolgens een geannoteerde versie terug. “Gewapend met een pen had Obama in uren gedaan wat ik niet kon. Het was niet dat hij het stokje van me overnam om de race te beslissen, dat zou suggereren dat we allebei even indrukwekkende etappes liepen Het was meer alsof ik het basiskamp opzette, terwijl hij de berg beklom.”

Wie het boek van Keenan leest, zou bijna het idee kunnen krijgen dat het gaat over een goede oude tijd waarin de Amerikaanse politiek nog een beetje deugde, buiten het feit dat het over een massamoord gaat. Donald Trump was slechts een stipje aan de horizon – toevallig kondigde hij zijn kandidatuur aan op de dag voor Obama’s toespraak, maar die werd door weinigen serieus genomen.

En die dag zelf begon met enorme opluchting en blijdschap in het Witte Huis, toen het Hooggerechtshof voor het hele land het homohuwelijk mogelijk maakte, een dag nadat hetzelfde hof ook Obama’s vernieuwing van het zorgstelsel, de Wet op de Betaalbare Gezondheidszorg, in stand had gelaten.

Nostalgie

“Ik wist dat het boek mensen nostalgisch zou stemmen”, zegt Keenan. “Maar daarom schreef ik het niet. Ik wilde dat het een boek voor de geschiedenis zou zijn, dat een inkijk geeft in een bijzondere periode in de Amerikaanse politiek. Een boek dat mensen over tien of twintig jaar zullen lezen en het dan zien als een belangrijke kroniek van de Obama-jaren.”

Het grote contrast tussen de regeringsperiode van Barack Obama en die van Donald Trump motiveerde hem wel. “Ik weet niet of ik erop was gekomen het te schrijven als Hillary Clinton president was geworden. Doordat ik opeens het complete tegendeel meemaakte, sprongen die tien dagen er wel heel erg uit.”

Het boek geeft ook een goede indruk van hoe het is om te werken in het Witte Huis, voor en vermoedelijk ook na Trump. “Obama gaf 3477 toespraken en verklaringen uit in acht jaar. We werkten hard, want hij zag toespraken als een belangrijke manier om mensen te bereiken, in beweging te krijgen en te inspireren.”

En had de president daar gelijk in? “Ja, absoluut. Een toespraak krijgt op zichzelf niets gedaan. Een redevoering zorgt niet dat een wetsvoorstel wordt aangenomen, krijgt mensen niet naar de stembus. Maar je kunt een visie scheppen waar mensen naar streven, je kunt ze warm maken voor een doel. En je kunt het debat in het land van richting laten veranderen. Uiteindelijk is het dan aan ons allemaal om tot actie over te gaan.”

Obama was bijna niet naar Charleston gegaan

De speech in Charleston is een voorbeeld van een rede die het verschil kon maken. Ook al was het een rede bij de begrafenis van iemand die door vuurwapengeweld om het leven was gekomen, uitgesproken door een president die zulke toespraken al vaak had gegeven. Zoals eerder na de dood van dertien mensen in Binghamton, New York; twaalf militairen en een burger op de basis Fort Hood in Texas; zes mensen op een bijeenkomst van congreslid Gaby Giffords in Tucson, Arizona; twaalf filmbezoekers in Aurora, Colorado; twintig kinderen en zes volwassenen op een lagere school in Newtown, Connecticut, zeven Sikhs in een tempel in Oak Creek, Wisconsin.

Obama was bijna niet naar Charleston gegaan omdat hij dat inmiddels helemaal zat was, en ook ontmoedigd was, want wetgeving om wapens strenger te reguleren kwam er maar niet.

“En toch”, zegt Keenan, “hebben al die speeches wel effect gehad. Ze bereikten een verschuiving in de publieke opinie. Naarmate Obama die speeches gaf, steeg het aantal Amerikanen dat voor waterdichte controle bij aankoop was naar 90 procent.

“Maar wat toespraken niet doen, is de zetelverdeling in het Congres veranderen. Als je geen 60 van de 100 stemmen in de Senaat hebt, komt er niets doorheen. Dat laat zien hoe fundamenteel de Senaat in het ongerede is: ondanks die 90 procent steun wisten we daar maar 55 stemmen bij elkaar te krijgen. En dan komt het toch echt terecht bij de mensen die naar de stembus gaan en de politici moeten wegsturen die niet doen wat ze moeten doen.”

Bij de speechbakkers in de keuken

In Keenans boek Grace sta je bij de speechbakkers in de keuken. Op dag een van de tien die Keenan beschrijft, weet niemand nog wat voor verschrikkelijks er in Charleston te gebeuren staat. Het is wel zeker dat het Hooggerechtshof een oordeel gaat geven over de nieuwe zorgwet van Obama en over het homohuwelijk, alleen weet niemand wanneer, laat staan wat de uitspraak wordt.

Speechschrijvers moeten dus meerdere versies maken van de toespraken waarmee Obama op het nieuws gaat reageren. Dat werk begint met een gesprek in het Oval Office waarin de president overweegt wat voor boodschap hij wil brengen, en krijgt een vervolg in een spelonkachtig kantoor waarin Keenan of een collega een eerste versie schrijft.

Soms gaat het vlot, en soms is er de angst dat Obama zal vragen hoe het ermee staat, terwijl er nog bijna niets op papier staat. Vroeg of laat komt er dan toch een concept, waarin de president met pen kleine of grote wijzigingen aanbrengt.

Na het uitspreken van zo’n speech kiezen de media daar vaak een of twee goed gelukte zinnen uit die volgens hen de essentie weergeven. Maar Keenan zegt dat hij nooit op die manier probeerde te scoren, laat staan zinnen te produceren die een vaste plaats zouden veroveren in het Amerikaanse politieke spraakgebruik.

Geen onliners, vond Obama

“Obama keek neer op soundbites. En hij hield niet van oneliners. Een toespraak moet een verhaal vertellen, vond hij, met een begin, een midden en een eind. En dat is waarom zijn speeches langer waren dan normaal, genuanceerd. Er waren nooit bijzondere zinnen die we tegenover elkaar herhaalden of hergebruikten in toespraken.”

Wat de pers van de toespraken maakte, lijkt Keenan trouwens toch al niet te interesseren. In zijn boek speelt die meestal de rol van een stoorzender, bemand door mensen die niet echt het fijne weten van de kwesties waarover ze praten.

Daar heeft hij soms stille pret over. De reactie van Obama op de legalisering van het homohuwelijk, moet vlak voor zijn vertrek naar Charleston worden gegeven, even voor twaalven. Op het laatste moment ontdekt een van de fact-checkers – daar heeft het Witte Huis ook een hele batterij van – dat de tekst van de president begint met ‘goedemiddag’. Wat een blunder.

Met nog geen uur te gaan, sprint Keenan naar de plek waar de teleprompter al klaar staat om dat te veranderen. Als hij even later met zijn collega bij de toeschouwers gaat staan, voelt hij ‘alle ogen op ons gericht, terwijl de verslaggevers zich afvragen wat voor drama zich rond de verklaring aan het afspelen is.’

Gods genade

Na Obama’s toespraak in Charleston kreeg uiteraard zijn zingen de aandacht, maar ook zijn overdenking over het centrale woord in dat gezang: grace, Gods genade.

De dader had die genade kunnen zien, zei Obama, in de kring van mensen die hem liefdevol opnam om die avond in de Bijbel te lezen. En al helemaal in de betraande ogen van hun familie, toen die hem in de rechtszaal vergiffenis schonken. Het was dat ontroerende moment dat Obama, in een eerste gesprek met zijn speechschrijver en zijn woordvoerder, had doen besluiten om de toespraak toch maar te geven.

En Amerika had volgens hem een soortgelijke genade ontvangen: “Die hebben we misschien niet verdiend, met onze wrok en zelfgenoegzaamheid en kortzichtigheid en vrees voor elkaar – maar we kregen hem toch. Hij heeft ons eens te meer genade geschonken, en het is aan ons om daar het meeste van te maken, het in dank te aanvaarden en onszelf dat geschenk waardig te betonen.”

Vlag van het opstandige zuiden

Obama pakte meteen een concreet voorbeeld bij de horens: de vlag van het opstandige zuiden, waar zwarte Amerikanen aanstoot aan namen als een uiting van trots en heimwee naar de tijd dat hun voorouders slaven waren. De dader had zich ermee laten fotograferen. En de confederate flag wapperde nog altijd op of bij de regeringsgebouwen van enkele zuidelijke staten, waaronder ook South Carolina. “Het weghalen van die vlag zou een uitdrukking van Gods genade zijn.”

Twee weken later was dat een feit bij het Capitool van South Carolina. Keenan kreeg na de rede enthousiaste reacties. Obama had Amerika als het ware meegenomen naar een kerkdienst van zijn eigen mensen, voelden toehoorders, en hij had daar letterlijk de goede toon getroffen van de zwarte kerk. ‘Mijn opa heeft me ooit uitgelegd dat als je in de kerk niet in E-mineur kunt zingen, je misschien geen zwarte man bent. In ieder geval ben je dan niet gered’, sms’te Obama’s adviseur Danielle Gray aan Keenan vanuit het Witte Huis.

Zelf hoopt Keenan dat degenen die naar de speech luisterden, even blij verrast waren over de woorden die Obama sprak als over zijn zingen. “Ik hoop dat mensen die gefrustreerd waren over de politiek, voelden dat Obama ons boven het modderige slagveld van kleinzielige stammenstrijd uittilde. Dat ze de kans grepen elkaar met nieuwe ogen te bekijken, al is het maar voor een dag.”

Lees ook:

Voormalig wapenlobbyist Richard Feldman: Ik geef nooit mijn recht op om mezelf te beschermen

Een wapen staat voor onafhankelijkheid, en voor onderlinge afhankelijkheid: positieve, traditionele Amerikaanse waarden, zegt voormalig wapenlobbyist Richard Feldman. Ook na de recente schietpartijen. ‘Als er een gewapende burger in de Walmart in El Paso was geweest, zouden misschien meer mensen het hebben overleefd.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden