Clubkultur
Dansen kan voortaan in de nu officieel erkende Berlijnse ‘Clubkultur’
In de clubs van Berlijn wordt geschiedenis geschreven, vinden de eigenaren. Nu ze officieel het stempel ‘cultuur‘ hebben gekregen, is de eerste stap naar erkenning gezet.
De club Silver Wings heeft al heel wat historische momenten beleefd. De nachtclub staat op het terrein van het voormalige vliegveld Tempelhof in het zuiden van Berlijn. Toen het Amerikaanse leger het terrein na de Tweede Wereldoorlog in handen kreeg, werd het de plek waar Amerikaanse soldaten nachtenlang op hun rock-’n-roll-muziek dansten. Ook Johnny Cash gaf er een legendarisch optreden.
Na de val van de muur vertrokken de Amerikanen, waarna de Nederlandse Harmen de Keijzer de club heropende met dezelfde muziekstijl. “Hier bewaren we een stuk van de geschiedenis”, zegt hij.
Een zeventig jaar oude club als Silver Wings vind je niet snel, maar ook andere clubs in Berlijn zijn verstrengeld met de stadsgeschiedenis. Ze bliezen leven in de uitgestorven plekken van de lang verwoeste stad. Na de val van de muur organiseerden jongeren illegale feesten in de vele leegstaande gebouwen: voormalige bunkers, metrostations of energiecentrales. Nog altijd is het liberale karakter van de stad stevig verbonden met de Clubkultur.
Sinds de hereniging is Berlijn duurder en drukker
Toch hebben clubs het steeds moeilijker, omdat de stad sinds de hereniging duurder en drukker is geworden. Na de anarchistische jaren negentig moesten de clubs na de eeuwwisseling steeds meer hun zaken legaal op orde zien te krijgen. In de stadsplanning kregen ze ondertussen weinig prioriteit. Nog altijd draaien de clubs op korte contracten en zijn ze verwikkeld in een strijd om erkenning.
In de afgelopen jaren moesten zoveel tenten de deuren sluiten dat er een term voor deze ontwikkeling is bedacht: Clubsterben. “We zijn altijd de zwakste schakel geweest”, zegt Lutz Leichsenring van de Berlijnse Club Commissie, de belangenbehartiger van de clubs. “Dan kwamen er mensen naast je club wonen en moest je sluiten omdat je niet genoeg geld had voor isolatie.”
Maar door de coronapandemie en de maandenlange lockdowns kwamen de clubs, die de stad zo’n bruisend karakter geven, opeens in de schijnwerpers te staan. Het Berlijnse stadsbestuur besloot dat ook die uitgaanscentra mochten meeprofiteren van de steunprogramma’s voor cultuur. Bovendien werd vorige maand besloten dat clubs voortaan niet meer onder entertainment zullen vallen, maar als onderdeel van de cultuursector worden beschouwd. “Het is een grote stap voor ons”, zegt Leichsenring. “We worden steeds meer erkend als een belangrijk onderdeel van de stadscultuur.”
Het kan zijn dat de nieuwe huurder een klacht indient
Maar daar ging een lang proces aan vooraf, vertelt hij. “We kregen eerder wel steun van een deel van het stadsbestuur, onder andere van het toerismedepartement. Maar dat leidde nooit tot wetswijzigingen.” Toch heeft de stad veel profijt van de clubs. Berlijn wordt internationaal als een van de belangrijke plekken voor elektronische muziek gezien. Volgens een onderzoek van de Club Commissie levert het clubtoerisme de stad jaarlijks 1,5 miljard euro op.
Toch moeten de clubs voortdurend hun bestaansrecht bewijzen. Leichsenring probeert hen daarbij te helpen. Ook Harmen de Keijzer kan op zijn advies rekenen. Onder zijn club komt een jeugdcentrum en hij voorziet problemen. “Het kan zijn dat de nieuwe huurder een klacht indient en dat de rechter dan zegt: ‘Meneer de Keijzer, u bent te luid. U moet stoppen’.”
“Harmen is een goed voorbeeld”, zegt Leichsenring. “Als hij hier een fabriek had in plaats van een danstent, zou niemand tegen hem zeggen dat hij zijn machines op een bepaald tijdstip moet uitzetten. Hij zit hier al vijfentwintig jaar en heeft een contract. Waarom zou hij zich opeens aan moeten passen?”
Politiek maakt langzaam stappen
De strijd om erkenning gaat stap voor stap. Eerder lukte het clubs bijvoorbeeld via rechtszaken om net als culturele instituties minder belasting te betalen voor entreekaarten. Een ander pijnpunt was het label ‘entertainment’ dat de clubs hadden, net als bordelen en casino’s. Daardoor mochten ze alleen geopend worden op afgelegen plekken in de stad. Maar nu clubs de status van culturele instellingen hebben, krijgen ze ook plek in woonwijken. “Eerder kon dat niet, zelfs als alle buren je verwelkomden.”
Waar de politiek langzaam stappen maakt, zijn Berlijners er volgens Leichsenring van doordrongen dat de feesten een belangrijkere functie vervullen dan alleen entertainment. “Het is een ruimte voor groepen in de samenleving die een veilige plek nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege hun seksuele geaardheid. Het is nog altijd niet makkelijk om te zijn wie je wilt zijn in de maatschappij, maar in clubs kan dat wel.”
Hij ziet al weer lichtpuntjes
Voorzichtig komt de stad weer wat tot leven en mag er bijvoorbeeld buiten gedanst worden. Met maximaal 250 gasten, testen en mondmaskers. Binnen in de club van De Keijzer mag nog altijd niet worden gedanst. Toch ziet hij alweer wat lichtpuntjes.
Laatst had hij in de Silver Wings een cursus voor beveiligingspersoneel georganiseerd. Aan het eind van de middag kwamen de cursisten de donkere club uit terwijl de zon fel scheen. “We begonnen meteen te juichen, want het voelde alsof we eindelijk weer net als vroeger om zes uur ’s ochtend uit de club kwamen,” zegt De Keijzer. “Dat was echt een boost voor de moraal.”
Lees ook:
Het rebelse Berlijn is een geliefd ballingsoord voor gevluchte activisten
Duitsland is een toevluchtsoord voor activisten uit het Midden-Oosten en Rusland want het land presenteert zich internationaal als een voorvechter van mensenrechten. Met name Berlijn met zijn rebelse karakter, is in trek.