Eva Rammeloo op het strand van Scheveningen.  Beeld Werry Crone
Eva Rammeloo op het strand van Scheveningen.Beeld Werry Crone

Terugblik

Correspondent Eva Rammeloo vertrekt na negen jaar uit China: ‘De hoop is vervlogen’

Eva Rammeloo vertrekt uit China. Ze blikt terug op haar correspondentschap, waarin ze het land onder president Xi zag veranderen in een dictatuur. ‘Ik kan even geen verslag meer doen van het mooie, bijzondere land dat China óók is.’

Eva Rammeloo

Het is half twaalf op zaterdagavond 26 november 2022. Na een drukke week wil ik op tijd naar bed. Ik doe net mijn ogen dicht als er een berichtje op mijn telefoon binnenkomt. In de groepschat van het kantoor waar ik werk, verschijnt een foto. Ik zie kaarsjes en bloemen onder het straatnaambord van Wulumuqi lu – de Urumqi straat. Jongeren zijn er een wake begonnen voor de mensen die twee dagen eerder bij een brand in Urumqi omkwamen. Vermoedelijk konden ze niet gered worden omdat uitgangen gebarricadeerd waren. De regio Xinjiang, waar Urumqi de hoofdstad van is, zit dan al maanden vast in een lockdown.

‘Dit is nu!’ staat er onder de foto. ‘Er komen mensen bij elkaar om te rouwen. De politie zegt dat ze naar huis moeten gaan.’

De berichtjes blijven komen – vooral van opgewonden Chinese collega’s. Ik leg de telefoon naast mijn kussen met het geluid aan, in een halfslachtige poging om te slapen met één oog op de groepschat. Na drie kwartier ben ik natuurlijk nog steeds klaarwakker. Ik sta op en schiet wat kleren aan. Ik kan op z’n minst even langsfietsen om te kijken wat er gebeurt.

Chinezen hebben er genoeg van

Het was de beste beslissing in mijn negen jaar correspondentschap. Die avond hoor ik voor het eerst mensen hardop zeggen, schreeuwen zelfs, dat ze er genoeg van hebben. Genoeg van het strenge zerocovidbeleid dat hen al bijna drie jaar gijzelt. Genoeg van regels die nergens op slaan. Genoeg van het wanbeleid van lokale apparatsjiks en van Peking. ‘De revolutie van het volk’, noemt iemand het.

Wang (27), een jongen met een ronde bril, is zo snel hij kon van zijn werk in een bar naar Wulumuqi lu gefietst. “We willen onze rechten als burgers”, zegt hij, zijn fiets nog tussen zijn benen geklemd. “Ik voel me zo machteloos de laatste tijd, alsof het leven geen enkel nut heeft. Dat gevoel is veroorzaakt door de Communistische Partij.”

Ik sta half achter hem als hij met zijn telefoon in zijn hand begint te roepen: ‘Communistische Partij?’
Er gaat een schokgolf door de menigte.
Mensen antwoorden: ‘Xia tai (weg ermee)!’
Hij gaat nog een stap verder: ‘Xi Jinping?’
En weer wordt hij geantwoord: ‘Xia tai!’

Een rilling over mijn rug. De naam van de grote baas in Peking wordt vrijwel nooit hardop uitgesproken. Zijn naam alleen al noemen ligt te gevoelig. Maar nu is het alsof de deksel van een pot is gedraaid en alles wat zo lang alleen gedacht werd, opeens vrij in de lucht hangt. Het is de climax van alle spanning die ik de afgelopen jaren voelde toenemen.

Demonstranten in Shanghai. Beeld Eva Rammeloo
Demonstranten in Shanghai.Beeld Eva Rammeloo

2014 - Hoop en groei

Als ik in Shanghai aankom, ken ik de clichés over China. Ik weet over het gebrek aan persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Dat de rechtsstaat er beroerd voor staat, is algemeen bekend. En natuurlijk moet ik een VPN op mijn telefoon zetten, een virtuele omweg langs de Great Firewall. Zo kan ik toch buitenlandse media lezen die Peking in de ban heeft gedaan, en kan ik googelen en twitteren. Toch proef ik in 2014 vooral hoop. De nieuwe president Xi Jinping zal het land moderniseren.

Jaarlijks gaat de economie er met sprongen van meer dan 10 procent op vooruit. Natuurlijk zijn die cijfers niet helemaal geloofwaardig. Maar de vooruitgang ligt op straat. De dikke stapels honderdjes die ik maandelijks naar de huisbaas breng, worden vervangen door een app waarmee ik in één keer de huur kan overmaken. Ik ben een van de laatste mensen die een praktische stadsfiets koopt, want een jaar later staan de straten vol met blauwe en oranje leenfietsen.

President Xi pakt de etterende armoede aan die het verwaarloosde platteland steeds verder doet afdrijven van de welvaart in de steden. Hij roept mensen op te ondernemen, en er gaan kapitalen naar zonnepanelen en windmolens. Zelfs de notoire mopperkont Greenpeace is optimistisch over China’s ambities – al moet er nog een hoop gebeuren om ze écht waar te maken.

Uit het westen van het land komen ondertussen verhalen over een verbod op baarden. Als ik in Xinjiang ga kijken, voel ik de frustratie van mijn Oeigoerse gids over de macht van Peking. Maar aan de oostkust let niemand op Xinjiang, bedwelmd als we zijn door de hoop die als een dik, zoet parfum in de lucht hangt.

De geschiedenis laat zien dat als een land rijker wordt, het ook meer vrijheden toelaat. Want andersom levert meer vrijheid meer geld op. Internationaal is die formule keer op keer bewezen. De Amerikaanse socioloog Francis Fukuyama schreef er in 1992 al een boek over: Het einde van de geschiedenis en de laatste mens.

Democratie is de minst slechte staatsvorm, vond Winston Churchill. Maar de Communistische Partij vist uit de gereedschapskist van zowel democratische als autocratische landen – dat wordt in die eerste jaren van Xi’s bewind steeds duidelijker. China ontwikkelt zijn eigen formule, zijn eigen staatsvorm. Xi Jinping is begonnen aan een missie om de zwakke plekken van de partij te verstevigen, door zichzelf centraal te zetten.

President Xi Jinping. Beeld ANP / EPA
President Xi Jinping.Beeld ANP / EPA

2017 - Trotse grootmacht

Tegen het einde van Xi’s eerste termijn verschijnen er posters met het gezicht van de president. Een app om zijn ‘Xi Jinping Denken’ te bestuderen. Een liedje om hem te prijzen. Het is gebruikelijk voor dictators om zich met behulp van een anti-corruptiecampagne van hun vijanden te ontdoen. Maar aan de campagne van Xi komt maar geen eind. Bij het Partijcongres in 2017 blijkt dat hij niet van plan is om zich aan de maximumtermijn van tien jaar te houden.

Ondertussen roep ik tijdens reportagereizen steeds vaker ‘wo bu shi meiguoren!’ – ik ben geen Amerikaan. In de staatspers worden Chinezen gewaarschuwd voor buitenlandse intriganten en spionnen, vooral uit de Verenigde Staten – het kapitalistische land dat de Volksrepubliek haar opkomst niet zou gunnen.

De nieuwe Amerikaanse president Donald Trump gaat vol tegen Peking in. Hardop zegt hij dingen waar veel van zijn collega’s te diplomatiek voor zijn. Namelijk dat China zich niet houdt aan de economische afspraken die zijn vastgelegd door de Wereldhandelsorganisatie. Buitenlandse bedrijven moeten kennis en technologie overdragen, en ze mogen vaak pas de Chinese markt op als lokale bedrijven er een monopolie hebben ontwikkeld.

Veel valt te verklaren vanuit het idee dat China een ontwikkelende economie is – zo gaan die dingen nu eenmaal. Peking doet sinds haar toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie mee aan een spel dat is opgezet door Westerse mogendheden. Maar de Communistische Partij maakt handig gebruik van de ruimte tussen de regels. Invloed is te koop, net als bondgenoten. Peking maakt ook gebruik van de goedgelovigheid van westerse democratieën, die er heilig van overtuigd zijn dat openheid een waarde heeft die voor álle landen geldt.

Xi Jinping speelt handig in op Trumps tirades. De Chinese Droom die Xi introduceerde, betekent de opleving van het Chinese volk dat – verenigd onder Mao Zedong, rijk geworden onder Deng Xiaoping – nu als trotse grootmacht tegenover de chaotische, liberale wereld staat. Logisch dat Xi nog geen afstand wil doen van zijn troon. Hij is pas net begonnen, zeggen sommige analisten. De klus is nog lang niet af.

Maar wat is die klus precies? Xi voert hervormingen door die de staat onder controle van de Partij brengt. In Xinjiang worden minstens een miljoen Oeigoeren in kampen opgesloten. Bij een reis naar het zuiden van die regio schrik ik van de angst op de gezichten. Een politieagent bijt me toe dat hij er de regels maakt. Hij geeft de mannetjes die me volgen de opdracht om dicht bij me te blijven, en voor het eerst voel ik me onveilig in China.

Eva Rammeloo aan het werk in China.  Beeld Eva Rammeloo
Eva Rammeloo aan het werk in China.Beeld Eva Rammeloo

2020 - Censuur, propaganda en repressie

Het jaar waarin het coronavirus uitbreekt, is een kantelpunt in de recente Chinese geschiedenis. Censuur, propaganda en repressie gaan in overdrive. De Partij laat zien waartoe ze in staat is. Ze moet wel, want de pandemie veroorzaakt precies dát wat de Communistische Partij ten koste van alles wil vermijden: chaos. Paniekerig geeft de regering mensen de opdracht binnen te blijven. Scholen, bedrijven, parken en winkels sluiten. Mijn man en kinderen gaan een paar weken naar Nederland. Als alles weer normaal is, zullen ze terugkomen. Maar de grenzen gaan dicht, en mensen komen nog slechts mondjesmaat, met speciale toestemming het land in.

Begin 2020 trekt Peking ook de visa in van bijna alle journalisten van de drie grootste Amerikaanse kranten. Nieuwe journalisten komen amper het land in. Maar ik ben er nog, en ik besluit dat ik móet blijven om verslag te doen van wat er gebeurt. Ook als ik me in bochten moet wringen om mijn kinderen in Nederland op te zoeken. Zeven keer breng ik twee weken door in quarantainehotels: veertien dagen opgesloten in een smerige kamer met karige maaltijden en bijna iedere dag een pcr-test. Ik word behandeld als een paria, maar het is nauwelijks zelfopoffering: journalistiek is er geen land zo interessant als China.

Xi’s zerocovidbeleid werkt. Er komt orde in de chaos, maar het is ook een plan zonder eind. Omdat de president zoveel macht naar zich toegetrokken heeft, kan hij geen kant op. Uit angst aan gezag in te boeten accepteert hij geen enkele besmetting.

Een expositie om de strijd tegen het coronavirus te herdenken, Wuhan 2020. Beeld Eva Eefje Rammeloo
Een expositie om de strijd tegen het coronavirus te herdenken, Wuhan 2020.Beeld Eva Eefje Rammeloo

De samenleving komt steeds verder onder druk te staan. Ik merk dat mensen neerslachtig worden van alle onzekerheid. Zeker als steeds meer steden in lockdown gaan, tot Shanghai aan toe. Ik ben net in Nederland als mijn stad twee maanden dichtgaat. Het is er prachtig weer, maar mensen mogen alleen voor de dagelijkse coronatest even hun huis uit. Er is tekort aan eten, vrienden plakken roostertjes en doucheputjes af om het virus maar buiten te houden. Ze weten zelf ook wel dat het belachelijk is, maar wat valt er anders te doen dan meegaan in de gekte? Logica is er niet meer – bij de CCP draait alles erom de controle niet kwijt te raken.

Als ik terugkom, hangt mijn dagelijks leven aan elkaar van PCR-testen om de code op mijn telefoon groen (‘veilig’) te houden, en het scannen van locatiecodes bij ieder park of gebouw dat ik binnenga. Ik was altijd al een buitenstaander, maar nu ligt mijn leven, net als dat van de Chinezen, in handen van de Communistische Partij.

Het ultieme volksbelang is stabiliteit van het regime, want zo voorkom je chaos. En die collectiviteit gaat boven individuele waardigheid – dat is het belangrijkste verschil tussen China en het liberale westen. Toch gaat die regel nu niet meer op, want iederéén heeft last van de coronamaatregelen. Het lukt Xi niet meer om mensen ervan te overtuigen dat het voor hun eigen ‘veiligheid’ is.

De Chinezen zijn uitgeput, maar weten niet wat ze met hun frustraties aan moeten. Jarenlang manipuleerde de Partij het gezamenlijke geheugen, de pers en wetenschap door op kritische wetenschappers en journalisten in te beuken, en door geschiedschrijving aan te passen naar een partijgezinde versie. Het maakt mensen fatalistisch. ‘Mei banfa’, niets aan te doen, zeggen de meesten. Want wat is er ook aan te doen?

Als het regime niet kan buigen, moet er iets barsten. Dat gebeurt in de Urumqi-straat, op 26 november 2022. Ook in andere steden gaan mensen de straat op. Tot grote verbazing van de regering, want zoveel volkswoede had de CCP niet zien aankomen. Het virus raast dan al rond, en in Peking realiseert men zich dat ze geen moment langer meer kan vasthouden aan het zerocovidbeleid. Het hele systeem van controle wordt van de ene op de andere dag ontmanteld. Na bijna drie jaar sterven er alsnog honderdduizenden mensen.

Hoopgevende woorden in een café in Shanghai tijdens de extreme lockdown in China.  Beeld  Eva Eefje Rammeloo
Hoopgevende woorden in een café in Shanghai tijdens de extreme lockdown in China.Beeld Eva Eefje Rammeloo

2023 - De Partij weigert in de spiegel te kijken

Begin februari verklaart de CCP het virus te hebben overwonnen. We worden geacht alles meteen te vergeten. “Er is geen erkenning voor wat we hebben doorgemaakt”, zegt een vriend als we koffie drinken in het raamkozijn van een café. Het wordt voorjaar en de zon begint feller te schijnen. We kijken naar flanerende buurtgenoten. “Het is alsof mensen er nu méér van genieten”, zegt hij. “Want vorig jaar hebben ze ons het voorjaar afgenomen.”

Het is een contrast met het einde van de lockdown in Wuhan, waar het virus als eerste rondging. Toen de stad in april 2020 na 76 dagen weer open ging, was er een dag van nationale rouw en een tentoonstelling ter herinnering. Mijn maag draait zich om bij de verheerlijking van Xi’s rol in die geschiedschrijving, maar op z’n minst kreeg Wuhan een frisse start. Nu is daar geen tijd voor. De coronamaatregelen kostten handenvol geld, en lokale overheden zitten diep in de schulden.

Chinezen moeten dóór, en vooral geld uitgeven, zo wil Peking. Maar de Communistische Partij verloor niet alleen de controle over het virus, maar ook het vertrouwen van het volk. Een bloeiende economie hield Chinezen jarenlang tevreden. Maar economie is emotie, en mensen geven geen geld uit als ze er geen fiducie meer in hebben.

Ik merk dat de hoop uit de beginjaren van mijn correspondentschap is vervlogen – al lijkt de Communistische Partij in een droomwereld te leven. Premier Li Keqiang meent dat het land ‘grotendeels ongeschonden’ uit de pandemie is gekomen. Het is altijd hetzelfde liedje. Van de Culturele Revolutie tot de gruwelijke uitwassen van het eenkindbeleid: telkens weigert de CCP in de spiegel te kijken. En telkens komt ze ermee weg.

In het boek dat ik de afgelopen maanden schreef, onderzoek ik hoe dat kan. Het is belangrijk om die vraag te stellen, want binnenlandse prioriteiten bepalen voor een groot deel China’s prioriteiten als geopolitieke speler. Mijn conclusie is dat al het beleid dat Xi maakt, kan worden verklaard uit zijn missie om controle te houden over de 1,4 miljard Chinezen. Wie het anders wil, wordt verbannen naar de kieren van de samenleving, of naar de gevangenis.

De afgelopen negen jaar sprak ik met ondernemers en activisten die een zware prijs betaalden voor hun eigenzinnigheid. Ik ging op zoek naar verdwenen Oeigoeren en confronteerde de politie in Xinjiang. En ik liet me rondleiden door monniken die hun religieuze erfgoed trachten te bewaren.

Een (afgedwongen?) traditionele dans van Oeigoeren in Xinjiang.  Beeld Eva Eefje Rammeloo
Een (afgedwongen?) traditionele dans van Oeigoeren in Xinjiang.Beeld Eva Eefje Rammeloo

De meeste Chinezen laten zich echter wél onder controle houden. Waarom? Een ultrakorte verklaring is dat ze niet beter weten dan dat de CCP de leiding heeft over het land. En toch zag ik eind november in een flits het verlangen naar verandering. Zou er de komende tien jaar een kentering plaatsvinden?

Xi is tijdens het Volkscongres van afgelopen week ‘herkozen’ als president, zoals verwacht. Maar hoeveel tegengas hij krijgt in Zhongnanhai, is niet bekend. Wat als hij na de chaotische exit uit de pandemie de economie niet weet vlot te trekken? Hij geeft de Verenigde Staten overal de schuld van. Maar dat kan hij niet blijven doen, er is nieuw beleid nodig. We hebben gezien hoe weinig Xi om mensen geeft. Hoe gevaarlijk kan dat worden als hij onder druk komt te staan, in een hoek wordt geduwd?

Ik draai mijn gezicht naar de zon om me te laven aan het voorjaar, net als de mensen om me heen. Een correspondentschap is geen baan, het is een leven. In China is het een vol, rijk leven dat nooit saai wordt. En ook nooit went. Ik zocht een bestaan in de kantlijn van het soms exorbitant dure leven in Shanghai, een comfortzone met op z’n tijd westers eten en borrels met andere buitenlanders. Integreren in China is onmogelijk, maar dat is niet erg. Mijn positie als buitenstaander gaf me een onbevangen blik op het land.

Ik genoot van de tegenstellingen, paradoxen en clichés. Het tumult op straat, die machtige brei van vragen en inzichten die al fietsend door mijn hoofd buitelen. De razende kuaidi (koeriers) op hun scooters. De Shanghainese ayis (schoonmaaksters) met hun permanentjes. De bakfietsen naast de Ferrari’s. Het fantastische eten. Zelfs het gerochel op de gang van het huis waar ik de laatste paar maanden een kamer huurde, zal ik een klein beetje missen.

Toen mijn kinderen niet meer terugkwamen, verscheepte ik onze huisraad en huurde ik een studio. Van de stress werd ik tien kilo lichter en begon mijn haar uit te vallen. Daags na de lockdown van Shanghai zegde ik ook mijn studio op, want ik kon er niet op vertrouwen dat ik telkens terug het land in mocht. Er waren andere correspondenten die daarom de afgelopen jaren in een hotel woonden. Ik huurde – als een echte migrantarbeider – een kleine kamer in een huis in het verste hoekje van een traditionele shikumen-wijk (nieuw gebouwde wijken in oude stijl, red.).

Na dik negen jaar heb ik nog nauwelijks bezittingen in China, wat de vrijheid gaf om te gaan waar de verhalen waren. De afgelopen drie jaar was ik vrijwel continu aan het werk, en ik vond het heerlijk. In een grootmacht waar informatie schaars is, en notoir onbetrouwbaar, en waar media onder staatscontrole staan, is het aan buitenlandse journalisten om geruchten te verifiëren en zelf op onderzoek uit te gaan. Het is een opdracht die nederig maakt, maar ook verslavend werd. Want hoe moeilijker het werd om met mensen te praten, hoe meer ik ervan genoot als het tóch lukte om een verhaal te maken.

De kick compenseert de paranoia die me naar het hoofd vliegt als bij thuiskomst alle lichten aan zijn, of als ik een dikke, donkere haar op mijn bed vind. Of als er ‘mannetjes’ achter me aan lopen en nadrukkelijk foto’s maken. Of als de politie me ergens opwacht omdat ze op de één of andere manier wisten dat ik eraan kwam.

Tijdens de pandemie voelden buitenlanders in China opeens iets van de verstikking die Chinezen dagelijks meemaken. Expats vertrokken massaal. De helft van de Duitsers en 20 procent van de Italianen en Fransen, zo schat de Europese Kamer van Koophandel. Ik vermoed dat het er veel meer waren. Nu zie ik tussen de zonnestralen door weer buitenlanders rondlopen. Zouden ze Xi’s beloftes van openheid toch weer geloven? Waar winkeltjes tijdens de pandemie verdwenen, komen nieuwe gevels tevoorschijn. De hoop die de afgelopen jaren vervloog, sijpelt terug. Met de moed der wanhoop misschien, want wat moet je anders?

Afgelopen week ging ik langs in de cocktailbar waar Wang werkte, en waar hij vorig jaar na het protest op Wulumuqi lu door de politie een auto in werd geduwd. Hij had de naam van Xi ijdel gebruikt en moest ervoor boeten. Wat hem ten laste werd gelegd, hoe hij behandeld is – niemand weet het. Zijn vrienden kunnen me alleen vertellen dat hij terug in zijn geboortedorp is. Een strategie om geen martelaar van hem te maken, besef ik.

Denkend aan Wang en zijn lotgenoten, kan ik even geen verslag meer doen van het mooie, bijzondere land dat China óók is. Ik doe een stap terug. Als Nederlander heb ik altijd de mogelijkheid om terug te komen, en het wordt tijd dat ik van dat recht gebruik maak. Tenminste voor even.

Alles onder controle, leven in de kieren van de Chinese dictatuur, Eva Rammeloo, 21,99 euro

Eva Rammeloo in Scheveningen: ‘Ik doe een stap terug.’ Beeld Werry Crone
Eva Rammeloo in Scheveningen: ‘Ik doe een stap terug.’Beeld Werry Crone

Lees ook:

Chinezen steunen Rusland, ondanks alles. ‘Dat voelt beter, want dat land kennen we’

Veel Chinezen wantrouwen de Russen. Toch zijn ze pro-Rusland in de oorlog tegen Oekraïne. ‘De VS steunen Oekraïne, dus moeten wij Rusland steunen.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden