De Taiwanese vlag wordt gestreken bij het Chian Kai-shek Memorial Hall in Taipei.

EssayEva Rammeloo

China staat op het punt Taiwan in te lijven, maar wat kan ons het schelen?

De Taiwanese vlag wordt gestreken bij het Chian Kai-shek Memorial Hall in Taipei.Beeld AFP

Alles wijst erop dat China Taiwan zal ­inlijven, ook omdat de internationale bereidheid om dat te voorkomen gering is. En dan komt grootmacht China voortaan overal mee weg.

Eva Rammeloo

Een zucht van opluchting ging door het Verenigd Koninkrijk, die avond in 1938 dat Neville Chamberlain onderaan een vliegtuigtrap, op Heston vliegveld in Londen, het V-teken maakte. De Britse premier kwam terug van een conferentie in München, waar hij met Adolf Hitler de toekomst van het Sudetenland had besproken. In zijn hand wapperde een blaadje met handtekeningen die verzekerden dat er geen oorlog zou komen. “Gaat u rustig slapen”, sprak hij die avond de Britten toe. De vrede was verzekerd.

Het Sudetenland is een reepje land in het noorden van het toenmalige Tsjechoslowakije dat door nazi-Duitsland werd ingenomen. Hitler zou het bij dat stukje laten en Chamberlain en zijn Franse collega Daladier geloofden hem. Chamberlains V-teken ging de geschiedenis in als de grootste miscalculatie van de 20ste eeuw. Hitler had gezien hoe hij met valse beloftes wegkwam, en dat de Britten en Fransen – met legers lang niet zo sterk als het Duitse – koste wat kost de vrede wilden ­bewaren. Dus nam hij een paar maanden later heel Tsjechoslowakije in, en nog iets later Polen. Het werd het begin van een nieuw tijdperk, met nieuwe grootmachten en invloedssferen.

Taiwan als het Polen van deze tijd

In een vergelijking waarin Hongkong het Sudetenland is, is Taiwan het Polen van deze tijd. Iedere vergelijking met de Tweede Wereldoorlog is grotesk en China is geen nazi-Duitsland. Maar een belangrijke militaire les van het begin van die oorlog is dat je er niet te lang vanuit moet gaan dat blaffende honden niet bijten.

Volgens Peking hoort Taiwan bij China en is het dus zijn goed recht om het eiland terug te halen naar het moederland. Maar de Taiwanezen voelen zich vooral ­Taiwanees. Vrijwel geen eilandbewoner wil bij de Volksrepubliek horen. Na al die jaren in isolatie – geen lid van de Verenigde Naties mogen zijn, je land geen land mogen noemen, een gekke naam verzinnen (‘Chinees Taipei’) om mee te mogen doen met de Olympische Spelen – ­roeren de Taiwanezen een extra scheut trots door hun identiteit.

Eva Rammeloo (1979) studeerde journalistiek en geschiedenis van de internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Ze werkt sinds 2014 als correspondent in China, sinds 2019 voor Trouw.

Dit is nu de status quo: de Taiwanese president Tsai Ing-wen benadrukt dat ze niets van de vasteland-Chinezen moet hebben en dat Taiwan ‘zelfstandig’ is. Telkens als ze dat zegt, spreekt de Communistische Partij er schande van en gaat dan over tot de orde van de dag. Tsai haalt het niet in haar hoofd om letterlijk de onafhankelijkheid uit te roepen, want dan moet het Volksleger wel ingrijpen: voor China is dat de rode lijn.

Xi Jinping heeft inmiddels duidelijk gemaakt dat hij daar niet op zal wachten. In de eerste week van oktober was het aantal militaire vliegtuigen dat rakelings langs het eiland vloog, groter dan ooit. Er vlogen nu zelfs bommenwerpers mee. Xi tast af, kijkt hoe ver hij kan gaan voordat de internationale gemeenschap ingrijpt. Het is een risico dat hij durft te nemen: als het komt tot een militair conflict met de Amerikanen, is het Volksleger er klaar voor. Militair ontloopt het land de VS niet veel meer.

De tekst gaat verder na de foto

Een demonstratie in 2018. Beeld AFP
Een demonstratie in 2018.Beeld AFP

De honderdste verjaardag van de Volksrepubliek

Xi blijft waarschijnlijk nog vijf tot tien jaar president, en de verwachting is dat hij Taiwan nog binnen die termijn wil annexeren. Niet alleen ter meerdere eer en glorie van zijn leiderschap. Ook omdat er zo nog voldoende tijd is om de schade te herstellen. De Volksrepubliek zal best een tijdje bezig zijn met het lijmen van relaties, wederopbouwen van gebombardeerde steden, drogen van tranen, martelaren op voetstukken hijsen en de geschiedenis op ‘correcte’ wijze in de schoolboeken schrijven – vóórdat China, met al zijn verloren dochters en zonen in Hongkong en Taiwan, in 2049 zijn honderdste verjaardag viert.

De rode lijn voor de Amerikanen is een stuk minder scherp. De relatie tussen Taiwan en de VS is geregeld in de Taiwan Relations Act, maar die belooft geen militaire steun bij een aanval. Toch antwoordde president Joe Biden laatst ronduit ‘ja’ op de vraag of de VS het eiland zou verdedigen bij een aanval door China. Een glasheldere garantie, zou je zeggen. Maar het Witte Huis zei daarna dat het beleid niet was veranderd. Wat is het nou?

De verwarring is deel van het spel. Peking wisselt dreigende taal en bommenwerpers af met de verzekering dat hereniging vooral ‘vreedzaam’ moet gebeuren, en de VS houdt vast aan haar zogeheten ambiguous ­strategy.

In het recente verleden bleken Amerikaanse beloftes niet veel waard. Barack Obama greep niet in toen ­Assad chemische wapens inzette in de Syrische burgeroorlog, terwijl hij eerder had gezegd dat hij dat niet zou toestaan. Poetin kon de Krim innemen ondanks grote verontwaardiging in het Westen. Zelfs in de Tweede ­Wereldoorlog grepen de Verenigde Staten pas in toen ­Japanse bommenwerpers boven Pearl Harbor vlogen, dus toen ze zelf werden aangevallen.

Alleen woorden, geen daden van Washington

Waarom zou Biden ingrijpen als het Volksbevrijdingsleger Taiwan binnenvalt? Niet om mensenrechten of democratische rechten te beschermen. Toen Peking de Hongkongers om de oren sloeg met een veiligheidswet die een einde maakte aan het liberale karakter van de stadstaat, kwamen er uit Washington alleen woorden, geen daden.

Biden waarschuwde China eind oktober opnieuw om van Taiwan af te blijven. “Wij zijn de sterkste militaire macht op aarde”, zei hij.

Een meer voor de hand liggend argument voor Amerikaanse actie zijn de economische gevolgen. Meer dan 90 procent van de meest geavanceerde chips op de wereldmarkt wordt gemaakt door de chipfabrieken van het Taiwanese TSMC. Apple en tal van andere Amerikaanse bedrijven hebben die chips nodig om de allersnelste en -slimste apparaten te maken. Vallen die fabrieken in handen van Peking, dan loopt hun technologische voorsprong een ernstige deuk op.

Bovendien is de Straat van Taiwan een belangrijke vaarroute voor Japanse en Zuid-Koreaanse schepen. Trekt China het eiland binnen haar grenzen, dan is die vaargeul opeens geen internationaal water meer.

Er is nog een reden om het democratische Taiwan niet op te geven. Het eiland is de springplank naar het vasteland van China. De Taiwanezen lezen, spreken en schrijven Mandarijn, begrijpen hoe China functioneert, en hebben een ongekend inzicht in het land. Dat Taiwan de corona-epidemie in een vroeg stadium wist in te dammen, was omdat het Taiwanese centrum voor infectieziekten eind december 2019 al waarschuwingen uit Wuhan ontving. Voor de rest van de wereld kwam dat inzicht later, deels doordat Taiwan niet mocht aanschuiven in de Wereldgezondheidsorganisatie – het is immers niet erkend als onafhankelijke staat.

Het wordt alsmaar moeilijker om informatie te krijgen uit Peking. Als Taiwan niet meer zelfstandig is, verslechtert de toegang tot China – politieke en economische grootmacht, afzetmarkt met 1,4 miljard mensen – voor de westerse wereld.

De tekst gaat verder na de foto

Een demonstratie in 2018 voor de onafhankelijkheid van Taiwan.  Beeld AFP
Een demonstratie in 2018 voor de onafhankelijkheid van Taiwan.Beeld AFP

Een Derde Wereldoorlog?

Wat als de Verenigde Staten wél ingrijpen? Breekt dan een Derde Wereldoorlog uit? Een resolutie van de Verenigde Naties zal er niet inzitten, want Taiwan is geen onafhankelijk land. En we weten dat zelfs als Peking de Taiwanezen op grote schaal in ‘heropvoedingskampen’ stopt, net als de Oeigoeren, de internationale gemeenschap niet of nauwelijks ingrijpt.

De Navo dan? Guam en mogelijk zelfs Hawaï liggen binnen bereik van Chinese raketten. Als de Verenigde Staten zich bedreigd voelen, kunnen Europese landen bijstand verlenen. De vraag is natuurlijk of Europa daar na het debacle in Afghanistan nog zin in heeft. Het nieuwe militaire pact Aukus tussen Australië, het Verenigd Koninkrijk en de VS belooft meer steun voor de Amerikanen in de regio.

En Japan? De Japanse minister van defensie Nobuo Kishi zei in juni dat ‘de vrede en stabiliteit van Taiwan direct gelinkt zijn aan die van Japan’. Door zijn oorlogsverleden is Japans militaire capaciteit alleen bedoeld ter verdediging van de binnenlandse veiligheid. Maar aangezien Amerikaanse militairen een kwart van het Japanse eiland Okinawa – op een paar honderd kilometer van Taiwan – gebruiken, kun je met enige goede wil een conflict tussen China en de VS als een directe dreiging voor Japan beschouwen.

Niet weer een slopende oorlog à la Afghanistan

Rest natuurlijk de vraag wat het ons kan schelen. Taiwan en China liggen aan de andere kant van de wereld. Maar Taiwan is een democratie en verdient onze steun, impliceerde Joe Biden. Gekozen leiders moeten de democratische waarden verdedigen, vindt hij: een alliantie van ­democratieën. Tsai Ing-wen was in mei een van de genodigden op de Top van Democratieën in Kopenhagen – Top van Losers, volgens de Chinese staatskrant Global ­Times.

In de praktijk zorgt zo’n top misschien voor een ideologisch sterker blok van democratieën, maar het zegt niets over actieve bijstand in geval van nood. Biden verschoof de focus van zijn buitenlandbeleid naar Oost-Azië, maar hij wil vooral oorlogen beëindigen en niet weer in zo’n slopende oorlog à la Afghanistan terecht komen.

Blijft de VS afzijdig als Peking Taiwan inneemt, dan verschuift de machtsbalans sowieso. Japan en Zuid-Korea weten dan dat ze niet op hun bondgenoot, de VS hoeven te rekenen. China is heer en meester in de regio, en daar is die vergelijking met het begin van de Tweede Wereldoorlog weer even: zwakke, apaiserende leiders geven een tegenstander vleugels.

Moet Nederland zich daar zorgen om maken? Ja. Een wereld opgedeeld in twee invloedssferen kenden we al eerder, maar toen was alles een stuk minder ingewikkeld. Het is tegenwoordig lastiger om die andere invloedssfeer links te laten liggen. Was een Trabantje uit de DDR nog iets uitheems, katoen of zonnecellen uit Xinjiang zijn dat niet. Om nog maar niet te beginnen over de ingewikkelde productieketen van ultra-geavanceerde chips, waarin het Nederlandse ASML en het Taiwanese TSMC sleutelrollen spelen.

Taiwan is een test voor de internationale gemeenschap. Laat de ‘alliantie van democratieën’ Taiwan vallen, dan kan China alles maken. Een assertiever China toont zich nu al in diplomatieke en internationale organisaties. Het Internationaal Olympisch Comité loopt bij de organisatie van de Winterspelen aan tegen een lokale organisatie die alles op haar eigen manier doet. Kristalina Georgieva liet zich als topvrouw bij de Wereldbank overhalen om de metertjes van een onderzoek naar ondernemersklimaat zo aan te passen dat China – een van de grootste donoren – er beter uitkwam. Dit was de uitkomst van onderzoek in opdracht van de Wereldbank zelf (haar huidige werkgever, het IMF, vond het bewijs overigens onvoldoende).

Chinese desinformatie bij de EU

Een ander voorbeeld van China’s manipulatie is een EU-rapport over desinformatie over de pandemie, uit april vorig jaar. Onder druk van Peking pasten Europese diplomaten dat rapport over de eerste maanden van de coronapandemie aan.

De nieuwe grootmacht zet in op een netwerk van economische belangen in plaats van diplomatieke relaties. De Europese Commissie heeft geen overzicht van Chinese investeringen in cruciale infrastructuur, liet ze in maart weten. Dat is zorgelijk.

Hoe dan ook is het duidelijk dat Peking in het Westen steeds meer mogelijkheden heeft om invloed uit te oefenen. Zo hebben Chinese bedrijven inmiddels onder andere aandelen in de havens van Zeebrugge, Piraeus en Rotterdam. Een Chinees belang in Belgische energienetbeheerder Eandis werd in 2016 op het nippertje tegengehouden. Onderzoeksorganisatie Datenna concludeerde vorig jaar dat Chinese staatsbedrijven betrokken zijn bij 40 procent van 650 Chinese investeringen in Europa sinds 2010.

De geschiedenis herhaalt zich niet, maar we horen haar echo. In 1938 verloor de wereld haar evenwicht in het toenmalige Tsjechoslowakije. Dit keer wankelt Taiwan. Bidens alliantie van democratieën is een papieren tijger waar Peking niet van schrikt. De alliantie moet zich de vraag stellen hoe ver ze wil gaan om haar waarden, maar ook haar strategische belangen veilig te stellen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden