Nagorno-Karabach
Armenië tegen Azerbeidzjan? Rusland tegen Turkije! Hoe ver willen die landen gaan?
Sinds het conflict in de betwiste regio Nagorno-Karabach afgelopen weekend oplaaide, zijn de schijnwerpers niet alleen op de directe vechtende partijen Armenië en Azerbeidzjan gericht, maar ook op hun steunpilaren Rusland en Turkije. Op welke manier bemoeien zij zich met de betwiste regio?
Het gonst van de geruchten over de Turkse bijdrage
Zonder omhaal kiest Turkije in het conflict rondom Nagorno-Karabach partij voor Azerbeidzjan. Maar hoe ver Ankara zal gaan in de steun blijft voorlopig gissen.
Luid en duidelijk sprak de Turkse president Erdogan afgelopen dagen in het conflict rondom de betwiste regio Nagorno-Karabach zijn steun uit voor Azerbeidzjan. ‘Het Turkse volk staat achter zijn Azerische broeders’, twitterde hij. ‘Met alle mogelijke middelen zoals altijd.’
Erdogan stak in Turkije zeker niet als enige Azerbeidzjan een hart onder de riem. Ook de belangrijkste partijen in het Turkse parlement legden een gezamenlijke verklaring af. Die steun is volgens Armenië dinsdag al pijnlijk zichtbaar geworden. Het ministerie van defensie verklaarde dat een Turks gevechtsvliegtuig een Armeense straaljager boven Armeens grondgebied uit de lucht schoot. De piloot zou daarbij om het leven zijn gekomen. “Absoluut niet waar”, luidde het antwoord uit Ankara direct na de beschuldiging.
Hoe ver Turkije wil gaan om Azerbeidzjan bij te staan is moeilijk te voorspellen. Is Ankara bereid om te interveniëren door eigen militairen naar Nagorno-Karabach te sturen of misschien een nieuw front te openen aan de grens met Armenië? Niemand die het weet, maar sinds de gevechten afgelopen weekend oplaaiden, gonst het van de geruchten over de mogelijke Turkse bijdrage. Armenië zegt drones en Turkse oorlogsvliegtuigen te hebben gespot. De Armeense ambassadeur in Rusland, Vardan Toganyan, wist te vertellen dat Turkse militaire adviseurs ter plekke zouden zijn. Het meeste opzien baarde hij met zijn uitspraak dat er 4000 Syrische strijders Azerbeidzjan op de grond bijstaan.
Die zouden afkomstig zijn uit de strijdgroepen die Turkije in het noorden van Syrië ondersteunt. Hun aanwezigheid in Azerbeidzjan is lastig te verifiëren. Reuters meldt dat tussen de 700 en 1000 Syrische strijders vorige week – dus nog voordat de gevechten in Nagorno-Karabach waren losgebarsten – al voorbereidingen troffen om via Turkije naar de betwiste regio af te reizen. Twee van hen vertelden anoniem hun verhaal aan het persbureau. Ze zeiden te zijn ingehuurd door een Turks privaat veiligheidsbedrijf voor zo’n 1500 dollar per maand. Het tweetal verwachtte te zullen worden ingezet als grenswachten en niet om te vechten.
Azerbeidzjan ontkent ondertussen de aanwezigheid van Syriërs. “Volkomen nonsens”, reageerde Hikmat Hajiyev, een adviseur van de Azerbeidzjaanse president, stellig op de berichten. “Onze eigen gewapende strijdkrachten hebben meer dan genoeg personeel en reservisten beschikbaar.”
Dat Ankara partij trekt wekt geen verbazing. De twee landen – met etnisch aan elkaar verwante inwoners – hebben een sterke historische band. In de jaren negentig toen het conflict rondom Nagorno-Karabach in alle hevigheid losbarstte na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, kon Azerbeidzjaan ook al op Turkije rekenen. Bij het oplaaien van gevechten aan de Armeens- Azerbeidzjaanse grens afgelopen zomer liet Turkije zich eveneens duidelijk gelden.
De Turkse hulp is onder meer ingegeven door de slechte relatie met aartsvijand Armenië waarmee Ankara ruim honderd jaar na de Armeense genocide nog altijd geen diplomatieke banden heeft aangeknoopt. Bovendien heeft Turkije economische hulp nodig; de Azerbeidzjaanse oliemaatschappij is een van de grootste buitenlandse investeerders in Turkije.
Dus spreekt Erdogan vooralsnog heel openlijk zijn steun uit voor Azerbeidzjan en eist hij dat Armenië een einde maakt aan de ‘bezetting’ van Nagorno-Karabach. En daarmee slaat de Turkse president het dringende advies van Moskou in de wind om alles in het werk te stellen een staakt-het-vuren tot stand te brengen.
Rusland wil de neutrale bemiddelaar zijn tussen Armenië en Azerbeidzjan
Rusland werpt zich in het conflict in Nagorno-Karabach op als neutrale bemiddelaar. Gezien het verleden niet zo vreemd, maar in werkelijkheid klopt dat beeld niet helemaal.
Nu het gewapende conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan over de enclave Nagorno-Karabach weer oplaait met tientallen doden tot gevolg, kijkt de internationale gemeenschap verwachtingsvol richting het noorden. Daar, in Moskou, wist het Kremlin de gemoederen van de twee aartsvijanden al meermalen te sussen met als resultaat een, al dan niet fragiel, staakt-het-vuren.
Bijvoorbeeld in mei 1994 toen het na zes jaar oorlog en 30.000 doden tot een wapenstilstand kwam in de regio op de Kaukasus. Met name de bemiddelende rol van Moskou zorgde er toen voor dat Jerevan en Baku met elkaar om de tafel gingen. Erg stabiel was dat staakt-het-vuren echter niet. In de jaren daarna kwam het meermalen tot gewelddadige uitbarstingen met als absoluut dieptepunt een volwaardige vierdaagse oorlog in 2016, waarbij ten minste 110 mensen om het leven kwamen.
Ook toen was het Moskou dat een wapenstilstand wist te beklinken tussen de strijdende partijen. Daarnaast is Rusland samen met Frankrijk en de Verenigde Staten onderdeel van de zogenaamde Minsk Groep die de vredesbesprekingen tussen Baku en Jerevan leidt. En afgelopen zomer toen het geweld in de regio eveneens korte tijd aanwakkerde, speelde Moskou ook een sleutelrol. Destijds spraken minister van buitenlandse zaken Sergej Lavrov en president Poetin met de leiders van zowel Azerbeidzjan als Armenië en hadden daardoor uiteindelijk een groot aandeel in de de-escalatie van het geweld.
Geen wonder dus dat ook nu de internationale gemeenschap weer naar het diplomatieke corps in Moskou kijkt. Zeker nu Poetins Turkse collega Erdogan zich ontegenzeggelijk achter zijn ‘Azerbeidjaanse broeders’ schaart en Armenië oproept de ‘bezetting van Nagorno-Karabach te beëindigen’, zal in Moskou het idee heersen dat Rusland de enige is die de huidige spanningen via diplomatieke weg kan oplossen.
Dinsdag riep het Kremlin de Turken hoe dan ook op om mee te werken aan een oplossing via ‘politieke en diplomatieke weg’. Eerder liet Moskou al weten ‘volop contact’ te hebben met Ankara, zoals wel vaker het geval is als Poetin en Erdogan elkaar elders op de planeet in de weg zitten.
Rusland werpt zich in het conflict op de Kaukasus dan ook maar al te graag op als neutrale tussenpartij. Ondanks dat Moskou inderdaad warme economische banden met beide landen onderhoudt, en cynisch genoeg aan beide partijen wapens verkoopt, gaat dat beeld echter niet helemaal op. In werkelijkheid zijn de betrekkingen van Rusland met Armenië een stuk warmer dan die met Azerbeidzjan.
Dat komt voornamelijk doordat Moskou en Jerevan verenigd zijn in de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie (CVVO), een militair bondgenootschap van enkele oud-Sovjetrepublieken. Door die samenwerking leunt Jerevan voor militaire steun sterk op het Kremlin. Niet voor niets heeft het Russische leger een basis in Armenië.
Russisch militair optreden lijkt op dit punt hoe dan ook uitgesloten. In plaats daarvan benadrukt Moskou dat het er alles aan doet om de gemoederen te sussen. Zo liet Poetins woordvoerder, Dmitri Peskov, dinsdag weten dat het Kremlin in ‘constant contact’ staat met alle partijen, inclusief Turkije.
Ook maakte hij van de gelegenheid gebruik om nog maar eens te benadrukken dat Moskou er altijd een ‘evenwichtig standpunt’ op nahoudt en dat die positie Rusland “de mogelijkheid verschaft om zijn warme relaties met Armenië en Azerbeidzjan als vanouds te gebruiken.”
Lees ook:
Als de kemphanen op de Kaukasus niet staken, ligt een totale oorlog op de loer
In de betwiste regio Nagorno-Karabach zijn kemphanen Armenië en Azerbeidzjan sinds zondag met elkaar slaags geraakt. Een totale oorlog ligt op de loer.