Inauguratie
Amanda Gorman: Poëzie moet niet alleen gaan over de lichtval op een boomkruin, maar over de wereld
Niet alleen voormalige presidenten zaten er, op anderhalve meter van elkaar bij de inauguratie van Joe Biden als president van de Verenigde Staten. Er was ook een toekomstige president, of in ieder geval iemand die zegt dat ze vast van plan is om zich te kandideren voor de functie: Amanda Gorman, de 22-jarige vrouw die een gedicht voordroeg.
In 2036 zal ze meedoen aan de voorrondes, zo zei ze al drie jaar geleden, toen ze de titel van Jonge Dichter van het Jaar kreeg, de Amerikaanse jeugdversie van de Dichter des Vaderlands. Eerder had ze zo’n titel ook al gedragen, maar dan van de stad Los Angeles, waar ze opgroeide als dochter van een alleenstaande moeder. Ze maakt al poëzie sinds ze kan schrijven.
Net afgestudeerd in sociologie aan Harvard, werd ze een dikke maand geleden gebeld door het team dat de inauguratie aan het voorbereiden was. Presidentsvrouw Jill Biden had haar zien voordragen in de bibliotheek van het Congres, werd haar verteld, en die was van haar onder de indruk geweest. Of ze misschien ook kon optreden op 20 januari. Ja, had ze gezegd, door het dolle heen. Verder kreeg ze geen instructies.
Toen ze naar de tv keek, vloeiden de woorden uit haar vingers
Later was de paniek toegeslagen, want toen drong pas door hoe heftig haar taak was. Er waren eerder dichters bij het moment dat een president werd ingezworen, maar zo jong als zij was nog niemand. Ze kreeg zet-’m-op-appjes van grootheden als tv-ster Oprah Winfrey en dichter Elizabeth Alexander, die haar wezen op de grote betekenis van haar optreden voor jongeren, vooral jonge zwarte vrouwen. Van Oprah kreeg ze een design-ring opgestuurd, met een vogel in een kooitje, en oorbellen.
Ze wilde schrijven over de dikke lagen stress waaronder de Amerikaanse bevolking leeft. De pandemie, de verdeeldheid. Het gedicht dat ze begon te schrijven wilde eerst niet echt vlotten. Maar toen kwam 6 januari, het moment dat de aanhangers van Trump het Capitool bestormden. Ze keek naar het nieuws op de televisie en de woorden vloeiden uit haar vingers.
Poëzie, zo vindt ze al jaren, is niet bedoeld om alleen maar de schitterende lichtval op een boomkruin te beschrijven, die moet gaan over de wereld. Ze wilde woorden schrijven die nog zouden naklinken en beklijven. Ze wilde zeggen dat de wereld nog kan helen. ‘The Hill we Climb’, schreef ze, de heuvel die we beklimmen, over de schaduw die nu al zo lang over het land lijkt te hangen.
Ritme in de klank
Met Joe Biden heeft ze gemeen dat het spreken geen natuurlijke gave was. In haar vroege jeugd had ze een spraakgebrek. Het oefenen op haar spraak leerde haar, zegt ze, om ritme te vinden in klank.
“Wat een vrouw”, zei voormalig presidentskandidate Hillary Clinton achteraf. “Ze gaat voor het presidentschap van 2036. Ik kan haast niet wachten.”
Als de dag aanbreekt vragen we ons af
Waar kunnen we het licht vinden in dit eindeloze duister?
[.]
En toch is het ochtendgloren van ons
voordat we het wisten
Op de één of andere manier doen we het
Op de een of andere manier hebben we geduld en getuigd
een natie die niet kapot is
Maar eenvoudig onaf
[..]
Waar een zwart mager meisje
Afgestamd van slaven en opgevoed door een moeder alleen
kan dromen van het presidentschap
en dan zichzelf voor één ziet voordragen
En ja we zijn nog lang niet opgepoetst
Nog lang niet ongerept
[..]
Lees ook:
The Hill We Climb
Het volledige gedicht (in het Engels) van Amanda Gorman, die indruk maakte met The Hill We Climb bij de inauguratie van president Biden