GGZ
Zorgkantoren mogen tarieven ouderenzorg niet verlagen
De zorgkantoren mogen volgend jaar niet zomaar minder betalen voor langdurige zorg. Dat oordeelde de rechtbank in Den Haag donderdag in een kort geding. De zaak was aangespannen door 68 organisaties in de ouderen- en gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg. Volgens de rechter moeten de zorgkantoren reële tarieven bieden, en hebben ze niet duidelijk gemaakt dat deze korting inderdaad reëel is.
De vijf zorgkantoren zijn verbonden aan de grote verzekeraars, en voeren de Wet langdurige zorg uit voor de overheid. De zorgkantoren willen hun tarieven verlagen om de zorg betaalbaar te houden. Maar de zorgorganisaties zeggen dat ze met het lagere tarief niet meer uit de kosten komen. “Nu al kunnen we de uren zorg die bij een stoornis horen soms niet leveren”, zei klinisch psycholoog Senne Pol van ggz-instelling Reinier van Arkel eerder in Trouw.
6 procent minder
De zorgkantoren wilden in 2021 als basistarief 6 procent minder betalen dan de maximumtarieven die de overheid heeft vastgesteld.
Een maatregel zoals deze mogen de zorgkantoren alleen nemen na goed onderzoek, zegt de rechtbank nu. En dat onderzoek is niet gedaan. De rechter is het niet eens met de zorgkantoren, die zeggen dat de zorgverleners maar moeten bewijzen dat ze meer geld nodig hebben. Het zijn de zorgkantoren die hard moeten maken dat het goedkoper kan.
Tenzij ze dat alsnog kunnen aantonen, moeten de zorgkantoren voor volgend jaar dezelfde tarieven bieden als in 2020.