Een aanranding op de marinebasis stemde de onderzeedienst tot introspectie. Waar er elders bij Defensie soms weinig aandacht is voor cultuurverandering, probeert de kleine club onderwatermensen het actief: afkomen van de blotebillencultuur.
‘Sergeant dwong matroos hamer te pijpen.’ ‘Swaffelende militairen onderzeeboot moeten de cel in.’ ‘Aanranding op marinebasis noemen verdachten zelf onderbroekenlol.’ Toen Jeroen van Zanten vorig jaar begon als groepscommandant van de onderzeedienst, stonden deze krantenkoppen uit 2020 op zijn netvlies gebrand. Er was het nodige werk te verzetten.
Op deze winderige dag loopt de amicale vijftiger door het marinegebouw in Den Helder naar zijn kantoor dat uitkijkt op de aan wal liggende onderzeeboot De Dolfijn. Haar ‘zwarte vin’ torent fier boven het water uit. En alsof het zo moet zijn, strijkt er precies een meeuw neer op de vlag van de boot.
Op de gang hangen foto’s van alle commandanten van de onderzeedienst sinds de oprichting in 1906, zoals in kerken borden met de namen van alle voorgaande dominees hangen. Dit is een plek waar traditie en cultuur ertoe doen. Maar laat het veranderen van die cultuur nu juist een van Van Zantens belangrijkste taken zijn, zegt hij.
Bovenwater- en onderwatermensen
Niet dat hij niet houdt van de onderzeedienst met al zijn tradities. Nee, hij is juist weer terug op het ‘oude nest’ dat hem als een sirene terug bleef roepen. Bij de marine heb je nu eenmaal de bovenwatermensen en de onderwatermensen, die scheiding is normaliter vrij strikt. De onderzeedienst is een hecht clubje van zo’n tweehonderd mensen, in de marinekroeg in Den Helder zitten ze in een apart hoekje.
Zelf zag Van Zanten in de 25 jaar dat hij onderwater werkte niet zoveel rare dingen, vertelt hij. “Er is tegen mij wel gezegd: nou, Jeroen, jij hebt toch vroeger ook gevaren? Het is toch heel normaal dat je met elkaars piemel… Toen dacht ik: jeetje, heb ik dat nou al die jaren gemist?”
Maar na vier meldingen van ongewenst gedrag in de afgelopen twee jaar, twee aangiftes bij de Koninklijke Marechaussee en een rechtszaak rond de aanranding van een matroos, kon hij er niet meer omheen. “We vroegen ons af: is er niet iets veel groters aan de hand bij de onderzeedienst?”
In een artikel in het tijdschrift Militaire Spectator schreef een groep wetenschappers vorig jaar dat Defensie – ondanks een hele stapel rapporten over ongewenst gedrag – nog weinig visie heeft op hoe ze de cultuur, waarbinnen incidenten plaatsvinden, kan veranderen.
Maar dat gaat niet op voor de onderzeedienst, verzekert Van Zanten. Want daar komen bemanningsleden om beurten samen in een Fries hotel, om samen te spreken over sociale veiligheid in de onderzeebootsfeer. Want één ding wist de groepscommandant zeker: als hij de cultuur moest veranderen, dan niet ‘vanuit mijn leren fauteuil’.
Neukbewegingen
Niet zijn eigen idee overigens, om de cultuur aan te pakken. De buitenwereld hielp een handje doordat de onderzeedienst publiekelijk onder een vergrootglas kwam te liggen met die krantenkoppen uit 2020 over een aanranding van een matroos, net nieuw op onderzeeboot De Dolfijn.
In 2018 werd een jonge matroos door drie medebemanningsleden van de onderzeeboot – twee van hen in rang zijn meerdere – tegen de grond gewerkt in de kantine. De militaire kamer in Arnhem achtte later bewezen dat een van de verdachten zijn ontblote penis tegen het lichaam van de matroos sloeg. Ook maakte deze man ‘neukbewegingen’, aldus het rechtbankverslag.
De aanwezige sergeant – wiens zaak nog loopt in hoger beroep – hield bovendien een hamer voor het gezicht van de matroos en zei hem die te pijpen. Toen het slachtoffer dat niet wilde, kreeg hij te horen: “Het maakt niet uit. Als je het niet doet dan doe je het wel op zee. Daar kan je geen kant op”, aldus het verslag.
De cultuur bij de onderzeedienst kwam ook ter sprake tijdens de zitting. De advocaten van de verdachten benadrukten dat de seksuele mores op de boten anders is dan elders in de samenleving. Grappen maken over seks en het tonen van bloten billen zou op de onderzeeboten niet ongewoon zijn.
“Van die cultuur kun je als maatschappij best iets vinden, maar dat is iets anders dan een strafrechtelijke beoordeling”, zegt advocaat Pepijn van der Vegt, die de sergeant bijstaat. “Wij hebben in deze zaak betoogd dat geen sprake is geweest feitelijke aanranding door de cliënt.”
Desondanks kregen twee van de mannen een aantal maanden cel opgelegd. De derde verdachte kreeg een taakstraf. Alle drie werden ze door Defensie ontslagen.
De krijgsmacht kon er hierna niet meer onderuit: de cultuur bij de onderzeedienst moest onder de loep genomen worden. De Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) startte een onderzoek. Ongeveer de helft van het onderzeedienstpersoneel (99 personen) vulde een enquête in en de onderzoekers deden aanvullende diepte-interviews.
Er is inderdaad sprake van een breder probleem, concludeerden zij. Uit hun verslag, dat Defensie geanonimiseerd toegankelijk heeft gemaakt op verzoek van Trouw, blijkt dat óndanks dat bemanning zich heel veilig zegt te voelen aan boord, ongewenst gedrag wel vaker voorkomt dan bij de rest van de krijgsmacht.
Van de respondenten heeft 41 procent één of meerdere keren ongewenst gedrag waargenomen in de afgelopen twee jaar, tegenover Defensiebreed 34 procent. 16 procent heeft het zelf ervaren, tegenover 9,8 procent gemiddeld bij de krijgsmacht. Meest voorkomende vormen zijn kwaadspreken, fysieke of verbale agressie en seksuele intimidatie.
Zwaardvechten met geslachtsdelen
Een paar concrete voorbeelden die de onderzoekscommissie benoemt: de traditie van het ‘zwaardvechten’ met geslachtsdelen in hotelkamers aan wal. Geïnterviewden zien dit gedrag ‘pas als ongewenst wanneer andere aanwezigen ook aangeven dit als ongewenst te ervaren’, aldus het rapport.
Hetzelfde geldt voor porno kijken tijdens het schillen van de aardappelen in het manschappenverblijf, dat uitgaat van het principe: wie mee wil kijken, moet zich ook nuttig maken door piepers te jassen. Dit is officieel verboden binnen Defensie, maar uit het onderzoek blijkt dat deze praktijk niet is uitgestorven.
De cultuur is hecht, maar ook hard, blijkt uit het onderzoek. Met name de jongere bemanningsleden hebben hier last van. Vanwege personeelstekorten stromen jonge mensen snel door naar leidinggevende posities; ze hebben wel de technische capaciteiten, maar er is weinig aandacht voor ontwikkeling van leiderschap, aldus het rapport.
Een soort caravan
Dat de onderzeeboot een risicovolle omgeving is voor ongewenst gedrag, weet commandant Van Zanten vanuit zijn eigen tijd als geen ander. “Je zit in een kleine ruimte met elkaar. Het is een soort caravan. Je zit 24 uur per dag onder water, dat geeft een bepaalde druk. En dat soms zo’n zes weken lang. Dat is echt lang met 62 mensen.”
Er speelt volgens hem nog iets anders mee: de missies zijn geheim, onderzeeboten luisteren bijvoorbeeld boten af die drugs vervoeren. “Het feit dat de bemanning gewend is om informatie klein te houden en er niet over te praten, zorgt voor een gesloten cultuur. Dat is een risicofactor als het gaat om ongewenst gedrag”, zegt hij.
Daar wél open over praten, is een uitdaging voor de onderzeedienst, zegt Van Zanten. Hij haalt een concreet voorbeeld aan van hoe dat laatst ging: na een ongepaste opmerking tijdens een telefoontje van de ene onderzeeboot naar de andere, werden op beide boten ‘mensen bij elkaar gezet’ om hierover te praten. “Dan zetten we ook de nieuwe jongens erbij en zeggen we: dit is onze standaard, dit moet niet kunnen.”
Dat is volgens de commandant effectiever dan een lijst met ongewenste gedragingen aan een muur spijkeren in de kantine. “Zo proberen we de grens om dingen bespreekbaar te maken te verlagen.” De hotelsessies in Friesland – waar alle rangen open met elkaar in gesprek gaan over welke normen en waarden er bij de onderzeedienst gelden – dienen hetzelfde doel.
Daarnaast heeft Van Zanten zijn best gedaan om de ‘mega-achterstand’ in leiderschapsopleidingen weg te werken. “Dat helpt: want die opleidingen gaan ook over hoe je met elkaar omgaat. Daar hangt cultuur heel sterk mee samen.” Ook zijn er nu meer vertrouwenspersonen aanwezig aan boord, die zelf verschillende rangen hebben.
Er is al veel ten positieve veranderd
In het onderzoek van de COID geven veel respondenten aan dat er wat betreft de cultuur de laatste jaren al veel ten positieve is veranderd. Het probleem lijkt vooral te zitten bij ‘de oude garde’. Inderdaad, waar Van Zanten zelf onderdeel van is, zegt hij smalend. Een deel van deze groep verzette zich in 2019 ook tegen de komst van vrouwen op de boten, die voor dit jaar niet welkom waren aan boord.
Maar volgens Van Zanten zijn de mensen die al twintig jaar spelden op hun borst hebben, zich echt wel bewust van de verandering die nodig is. Tegelijk hou je ‘de norse lui die roepen dat het klote is dat alles anders moet’. “Je kunt het niet alleen met de jongelui doen”, zegt hij. “Je moet de hele machine meepakken. Maar daar is geduld voor nodig.”
‘Stuiptrekkingen van de oudere garde’
Dat de problemen vooral bij de ouderen zitten, is ook het beeld dat drie huidige bemanningsleden hebben, die even later een rondleiding geven op De Dolfijn. Ze tonen de claustrofobische hutten. Zelfs onder de torpedo’s wordt in kleine bedjes geslapen. In een van de gezamenlijke ruimtes hangt een tegelwijsheid aan de muur: ‘Half bezopen is een gebrek aan doorzettingsvermogen’.
Sergeant Tom (28) noemt de voorbeelden uit het cultuuronderzoek ‘stuiptrekkingen van de oudere garde’. Toen hij zo’n zeven jaar geleden startte “zag je dat zij nog meer voor het zeggen hadden”. Toen hij begon werden er soms nog ‘vette films’ gekeken en hingen er blootposters in de verblijven. “Maar dat was echt stoerdoenerij.”
Zijn collega-luitenant Myrthe (26), sinds 2019 bij de onderzeedienst, reageert verbaasd. “Toch bizar eigenlijk, als je erover na gaat denken. Dat je dan met tien man porno zit te kijken.” Zij heeft, vertelt ze, nooit seksuele intimidatie ervaren. Grapjes worden er wel gemaakt. “Maar als dat niet kan, wordt er wel tegen opgetreden door de groep.”
Dat gedrag gecorrigeerd wordt, merkt ook Loek (18), pas net bij de onderzeedienst en nog in opleiding. Als ‘takenboeker’ zoals dat heet, loopt hij volgens het onderzoek meer kans op ongewenst gedrag. Hij herkent wel dat er hard gecommuniceerd wordt en dat dingen “er soms strenger uitkomen dan bedoeld wordt”.
Toen hij een keer de vuilniszakken in de prullenbakjes niet vervangen had en erg misselijk was van ‘het zeetje’, door de deining, schoot een collega uit zijn slof. “Hij zei: ‘Wat ben je nou zielig aan het doen’.” Een sergeant greep in. Loek: “Ik was blij want ik dacht echt: laat me met rust”.
Maar hoeveel alle maatregelen die de onderzeedienst nam écht de aloude cultuur veranderd hebben, moet dit jaar blijken uit een nieuwe enquête onder personeel, zegt Van Zanten. Het kan best dat dan blijkt dat niet alle problemen verleden tijd zijn, zegt hij, al geven de verhalen van de drie jonge bemanningsleden hem hoop.
Als er toch weer incidenten naar boven komen, “ben ik heus wel klaar voor”, zegt hij. “Ik weet dat het niet een-twee-drie geregeld is.” Voor hem overigens geen reden om op te geven. “Mijn verantwoordelijkheid naar de mensen aan boord en naar de moeders die hun jonge dochters en zonen bij mij zetten, is dat zij veilig kunnen rondvaren.”
De volledige namen van de bemanningsleden zijn bij de redactie bekend. Zij mogen niet genoemd worden omdat de missies van de onderzeedienst geheim zijn. Het komt voor dat het thuisfront van de bemanning benaderd wordt door personen die kwaad in de zin hebben.
De komende tijd brengt Trouw verhalen over hoe de marine omgaat met ongewenst gedrag. Er verschenen al artikelen over de verkrachting van een matroos en de seksualiserende cultuur voor vrouwen bij de marine. Dit verhaal gaat specifiek over de onderzeedienst. In het volgende en laatste deel van de serie blikken we terug met schout-bij-nacht Huub Hulsker, die zich als onderbaas bij de marine met grensoverschrijdend gedrag bezighoudt.
Lees alle verhalen op trouw.nl/marine