Separatie
Waarom de isoleercel in de ene instelling amper meer wordt gebruikt en in de andere nog wel
Meer en meer ontstaat een waterscheiding tussen ggz-instellingen die patiënten veel en juist weinig opsluiten. De uitschieter en de hekkensluiter vertellen het verhaal achter de cijfers.
“Iedereen zag mijn agressie, niemand zag mijn angst, ik had gewoon een arm om mij heen nodig.” Deze ontboezeming prijkt op een van de negen stalen deuren die deel uitmaken van een kunstwerk in Tilburg. Ze herinneren aan de tijd, meer dan tien jaar geleden, dat GGZ Breburg isoleercellen had.
De Noord-Brabantse zorgaanbieder, met alleen nog een paar beveiligde kamers, separeert verreweg het minst van alle grote instellingen. In 2019 kwam dat neer op 120 uur, een schijntje in vergelijking met andere instellingen. Maar ook vergeleken met de 36.941 uur die Breburg in 2013 zelf nog turfde.
Pro Persona maakte een omgekeerde beweging. De instelling, met vestigingen in de regio van Ede tot Nijmegen, behoorde een kleine tien jaar geleden tot de voortrekkers van het plan patiënten minder vaak te isoleren, maar gebruikte in 2019 de separeercel 42.994 uur.
Marc Verbraak, bestuurder bij de Gelderse instelling, geeft onomwonden toe dat de cijfers te hoog zijn. “Daar moeten we iets mee. Het is niet prettig te constateren dat je bovenaan staat. Hoe dat kan, ook gelet onze pioniersrol van jaren geleden, vind ik moeilijk te zeggen. In de laatste jaren zien we meer patiënten met zwaardere problematiek. Omdat we nu minder bedden hebben, wachten zij langer op een behandeling en zijn ze er bij binnenkomst slechter aan toe. Maar goed, dat geldt voor alle instellingen.”
Complex ziektebeeld
Een buitencategorie vormen de patiënten die Pro Persona sinds een paar jaar opneemt op de BIC, de beveiligde intensive care. “Dat is een kleine groep met een complex ziektebeeld, die zich buitengewoon agressief gedraagt en daardoor vaak wordt afgezonderd. Het verklaart voor een deel onze hoge scores.”
Een ander deel van de verklaring zit ’m in de wijze van registreren. “Het klinkt misschien wat defensief, maar toch. We hebben een neuropsychiatrische afdeling, waar patiënten met ingewikkelde neurologische aandoeningen in goed overleg worden opgesloten, omdat ze zichzelf anders te zeer beschadigen. Die uren vallen onder het kopje separatie.”
Het streven naar nul opsluitingen, dat de meeste instellingen koesteren, juicht Verbraak toe, maar afdelingen zoals de BIC en neuropsychiatrie kunnen volgens hem moeilijk zonder separeer. Wel gaat dat er tegenwoordig anders aan toe dan twintig jaar geleden, zegt hij. “We binden patiënten niet meer vast op bed, maar houden toezicht met camera’s. Ja, dat is een zekere vooruitgang. Je hoeft mensen in elk geval niet meer te fixeren.”
High & intensive care
Bij GGZ Breburg is het streven naar nul separaties welhaast realiteit, na de duikvlucht van bijna 37 duizend naar 120 uur. Hoe dat kan? Het heeft alles te maken met de modernisering van de gesloten afdelingen, zegt bestuurder Alex de Ridder. Een aanpak die high & intensive care heet, of HIC.
“Vroeger was het idee dat verwarde en agressieve patiënten achter een gesloten deur moesten afkoelen. Via de isoleercel kwamen ze bij ons het gebouw in. Nu krijgen ze eerst iets te drinken, vaak in het bijzijn van de familie, en vanaf de eerste minuut proberen verpleegkundigen de patiënt op z’n gemak te stellen, de regie terug te geven. De deur gaat bij ons niet meer op slot,” zegt De Ridder.
Maar daar blijft het niet bij. De nieuwe werkwijze vereist een ingrijpende verbouwing, waarbij onder meer de lange gangen verdwijnen, en vraagt om veel meer personeel. De Ridder: “Op de HIC-afdeling is de verhouding één medewerker op drie patiënten. En dat zijn allemaal behandelaren en verpleegkundigen die de separeervrije visie steunen. Bovendien zijn ze in staat om contact te houden met de patiënt, ook als het spannend wordt, als die patiënt om zich heen slaat.”
Het is nog best een klus, zegt De Ridder, om te zorgen dat de neuzen dezelfde kant op blijven wijzen, gelet op het grote personeelsverloop in de ggz. “Je moet nieuwe medewerkers voortdurend bijspijkeren. En dat geldt evengoed voor de behandelaren die we als zzp’er inhuren.”
Cultuuromslag
Hoe verklaart De Ridder dat inmiddels veel instellingen de nieuwe filosofie omarmen en toch tienduizenden uren separeren? “Wij zijn er in 2013 al mee begonnen en daar plukken we nu de vruchten van. Het vergt een cultuuromslag. Het heeft bij ons jaren geduurd voordat we resultaat boekten.”
Dat is precies waar Pro Persona nu naar uitziet. Op meerdere locaties zijn HIC’s ingericht en ja, daar verwacht Verbraak veel van. “We weten hoe Breburg dat heeft aangepakt en welke effecten dat heeft gehad. Het kost veel tijd en geld, maar het werkt.”
Laatst zag Verbraak de separatiecijfers van 2020 van zijn instelling en daar schrok hij van: ze bleken nog hoger dan die van 2019. Maar na een analyse kwam hij erachter dat covid daarin een rol heeft gespeeld. “We hebben de separeer als een extra quarantainevoorziening gebruikt om mensen met corona te verplegen. Dat was op dat moment het veiligst”, legt Verbraak uit. “Het had niets met gedwongen opsluiting te maken, maar in de registratie vallen die uren eveneens onder het kopje separatie.”
Lees ook:
De ene instelling separeert veel meer dan de andere
Ggz-instellingen moeten van de isoleercel af, daar zijn ze het over eens. Maar uit een cijferanalyse blijkt dat het de één heel goed lukt en de ander totaal niet.
Verhalen van achter de loodzware deur, of, hoe psychiatrische patiënten de ‘separeer’ beleven
Patiënten beleven hun tijd in de isoleercel vaak heel verschillend. Waar Anita Hubner eindelijk rust vond, schreeuwde Jeroen Zwaal het een nacht lang uit.