OnderzoekRacisme
Van het grapje-dat-moet-kunnen tot de-baan-die-aan-je-voorbijgaat: dit is racisme in Nederland
Wat weten we over discriminatie en racisme in Nederland? Een (kleine) rondgang langs de onderzoeken.
Wie nog dacht dat racisme in Nederland geen probleem is, moet afgelopen dagen met stijgende verbazing hebben gekeken naar de duizenden mensen die kwamen opdagen bij demonstraties tegen racisme en discriminatie. Directe aanleiding is de gewelddadige dood van de Amerikaan George Floyd, maar de veenbrand smeult al langer en laaide de afgelopen jaren meermaals op. Niet in de minste plaats in de weken vóór Sinterklaas.
Het gesprek gaat over institutioneel racisme, systematische discriminatie en wit privilege. Wat weten we over discriminatie en racisme in Nederland? Van het grapje dat moet kunnen tot de baan die aan niet-witte Nederlanders voorbijgaat. Een (kleine) rondgang langs de onderzoeken.
Het grapje dat moet kunnen
‘Een grapje moet kunnen’, vinden veel Nederlanders. Maar opmerkingen kunnen pijn doen, zeker als die veelvuldig gemaakt worden. Meer dan een kwart van de Nederlanders (27 procent) ervaart discriminatie, blijkt uit het laatste rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau over het onderwerp. Autochtone Nederlanders hebben er weinig last van. Ervaren van discriminatie heeft vaak te maken met huidskleur, etnische achtergrond of geloof. Die elementen worden bovendien vaak in combinatie genoemd.
Waar 30 procent van de autochtone Nederlanders weleens discriminatie heeft ervaren, geldt dat voor alle gekleurde Nederlanders in hogere percentages. Zo liggen de percentages voor Surinaamse, Turkse of Antilliaanse Nederlanders tussen de 60 en 70 procent. Zestig procent van de groep Nederlands die chronisch discriminatie ervaart, heeft een migratieachtergrond.
In de helft van de gevallen hebben mensen het idee dat ze ongelijk behandeld worden, maar ook vervelende opmerkingen komen veel voor.
De baan die aan je voorbijgaat
Zwarte en gekleurde Nederlanders maken structureel minder kans op een baan of stageplek dan witte Nederlanders. In juli 2019 belde de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitzendbureaus met de vraag of die werknemers kon leveren die niet van buitenlandse komaf waren. Veel uitzendbureaus, allemaal niet aangesloten bij de brancheverenigingen, gingen in op dat verzoek. Veertig procent beloofde geen uitzendkracht met een kleurtje te sturen.
Uit een ander onderzoek, van de Universiteit Utrecht, blijkt dat witte sollicitanten met Nederlandse namen 30 procent meer kans hebben om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek dan mensen met een migratieachtergrond. Ook blijkt uit onderzoek dat studenten met een niet-westerse migratieachtergrond minder kans maken op een stage.
De zoektocht naar een woning
In 2019 doet de gemeente Utrecht, na publicaties in de Groene Amsterdammer, onderzoek naar discriminatie op de woningmarkt. De resultaten zijn weinig florissant. Makelaars en particuliere verhuurders discrimineren op grote schaal homoseksuele stellen en mensen met een niet-westerse naam, blijkt. Negentig procent van de onderzochte makelaars is bereid om op een discriminerend verzoek van de verhuurder in te gaan. Een deel zegt zich er niet van bewust te zijn dat dit van de wet niet mag, een deel zegt dat wel te weten, maar gaat toch mee in het verzoek om geen homostellen of allochtonen uit te nodigen.
De Radboud Universiteit concludeerde vorig jaar in een onderzoek naar discriminatie op de woningmarkt dat de omvang van het probleem moeilijk is vast te stellen, maar dat er wel een aantal factoren zijn die discriminatie in de hand werken. Krapte op de woningmarkt is daar een van, net als de toename van bemiddelaars op de particuliere markt. Ook concludeert de universiteit dat er in Nederland, in tegenstelling tot bijvoorbeeld België, weinig onderzoek wordt gedaan naar discriminatie en racisme op de woningmarkt. De branche houdt zich meer bezig met scheefwonen, fraude en huisjesmelkers.
De grapjes in de kleedkamer
Het zal weinig mensen ontgaan zijn: eind vorig jaar liep voetballer Ahmad Mendes Moreira huilend het veld af, nadat de Excelsior-speler racistisch werd bejegend door supporters op de tribune. Er klonken onder meer sinterklaasliedjes en oerwoudgeluiden toen hij aan de bal was. In de weken en maanden daarna bleek racisme in stadions veel voor te komen en moeilijk uit te roeien.
En racisme komt niet alleen van de tribunes, blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut. In de wereld van het (betaald) voetbal, toch een zeer diverse wereld, geven spelers aan dat ze het moeilijk vinden om racisme aan te kaarten. Niet in de minste plaats omdat een foto van de voetballers weliswaar een zeer divers plaatje oplevert maar het management toch vooral bestaat uit witte mannen.
Jonge jongens en mannen zijn bang dat het aankaarten van vervelende of ronduit racistische opmerkingen consequenties heeft voor hun carrière of de onderlinge relaties in het team. Wanneer het onderwerp wordt aangesneden voelen ‘blanke jongens zich aangevallen’, zegt een van de respondenten in het onderzoek.
Lees ook:
Het Malieveld laat zich gelden op anderhalve meter
Na de Dam in Amsterdam op maandag, stroomde dinsdagavond het Haagse Malieveld vol met demonstranten die zich verzetten tegen institutioneel racisme. “De Zwarte Pietendiscussie zou geen discussie moeten zijn.”
Ook in Nederland heeft BlackLivesMatter veel te bevechten: ‘Het is een groot probleem’
De demonstranten van BlackLivesMatterNL zijn niet alleen solidair met de protesten in de VS. Ook in Nederland is institutioneel racisme aan de orde van de dag, zegt cultuurhistoricus Nancy Jouwe. “Het is een groot probleem om daar een echt gesprek over te beginnen.”