De registratie van tijdelijke buitenlandse werkkrachten is niet waterdicht. Het is voor de inspectie zodoende moeilijk te controleren of deze mensen uitgebuit worden.
Van 2,3 miljoen migranten die een burgerservicenummer (bsn) hebben, heeft Nederland geen idee waar ze zijn. Het gaat om niet-Nederlanders die hebben aangegeven dat ze korter dan vier maanden in Nederland zijn.
Of ze het land daadwerkelijk verlaten hebben, valt niet te zeggen, evenmin is bekend waar zij woonden toen ze nog in Nederland verbleven. Daardoor is het moeilijk te controleren of migranten uitgebuit worden, in de criminaliteit belanden of fatsoenlijk gehuisvest worden.
Een blinde vlek, noemt Conny Rijken van Tilburg University de groep migranten die niet bij een gemeente staat ingeschreven, maar wel een bsn heeft. Rijken is hoogleraar mensenhandel en globalisering en doet onder meer onderzoek naar arbeidsuitbuiting, een vorm van mensenhandel.
“We hebben een onzichtbare groep gecreëerd. Aangezien we weten dat arbeidsmigranten en ongedocumenteerden kwetsbaar zijn voor verschillende vormen van fraude en uitbuiting, zou dat ons op zijn minst tot voorzichtigheid moeten manen.”
De 2,3 miljoen ‘onzichtbare’ migranten staan sinds 2014 in de zogeheten Registratie niet-ingezetenen (RNI). Die is met name handig voor arbeidsmigranten: die zijn hier kort, maar hebben wel een bsn nodig om salaris te ontvangen. Ook nog eens 2 miljoen Nederlanders die in het buitenland wonen maar wel een band hebben met Nederlandse instanties, bijvoorbeeld omdat ze een pensioen krijgen, staan in dit systeem.
Een RNI-registratie is sneller geregeld dan inschrijving bij een gemeente. Migranten hoeven geen adres in Nederland op te geven en werkgevers gaan soms met bussen vol werknemers naar een van de 19 RNI-loketten. De inschrijving en het daaraan gekoppelde bsn blijft een leven lang bestaan: een seizoensarbeider die elke zomer twee maanden aardbeien plukt, komt één keer bij een loket.
Toezicht houden is lastig
Het systeem heeft ook nadelen. Zo is het voor de inspectie sociale zaken en werkgelegenheid lastig toezicht houden, omdat ze geen adressen heeft van tijdelijke arbeidsmigranten. Dat is bijvoorbeeld een probleem als de inspectie steekproeven houdt om arbeidsomstandigheden en -voorwaarden bij uitzendbureaus te achterhalen. Dat kan dan alleen via het uitzendbureau zelf. “Dit geeft een onwerkbare situatie: het uitzendbureau kan de verklaringen van de uitzendkrachten in zijn voordeel beïnvloeden”, laat een woordvoerder weten.
Daar komt bij dat migranten geacht worden zich wel in te schrijven bij een gemeente als ze langer dan vier maanden in Nederland blijven. Of dat gebeurt, is ook moeilijk te controleren. Volgens het laatste ‘Landelijk beeld van ondermijnende criminaliteit’ wordt die regel ‘massaal ontdoken’. De inspectie ziet mensen die soms jarenlang in de RNI staan.
Medewerkers van de RNI-loketten zeggen zich zorgen te maken dat ze uitbuiting faciliteren door een bsn te verstrekken aan mensen van wie geen woonadres bekend is.
Het kabinet richt zich op dit moment met name op het probleem dat niet iedereen die hier langer dan vier maanden woont, zich daadwerkelijk inschrijft bij een gemeente. Dat moet door betere voorlichting en samenwerking tussen verschillende overheidsorganisaties verbeteren.
De inspectie zou graag zien dat onjuiste inschrijvingen uit de registratie gehaald worden en dat de vereisten voor inschrijving ‘heroverwogen’ worden.
Lees ook:
De Oost-Europese arbeidsmigrant zit in de knel op de Nederlandse arbeidsmarkt
Het beeld van de Bulgaar als WW-fraudeur klopt van geen kanten, stelt promovenda Anita Strockmeijer.
‘Er is niemand die voor arbeidsmigranten opkomt. Dat hebben we maar te accepteren’
Arbeidsmigranten die naar Nederland zijn gekomen kunnen nergens misstanden melden, zegt de Roemeense Dinu Constantin uit eigen ervaring. Daar moet verandering in komen.