Buitenmensen
Terug van weggeweest, door de lockdown: het jaren-vijftig-buitenleven
Nu Nederlanders al maanden thuis naar hetzelfde behangetje kijken, herontdekken zij de buitenmens in zichzelf. Al fotograferend en vogelspottend zoeken mensen troost in het groen.
‘De paden op, de lanen in’, spoort de tekst van een oud kinderliedje aan, ‘vooruit met flinke pas, met stralend oog en blijde zin, en goedgevulde tas’. Maar sinds het deuntje uit de jaren vijftig is er veel veranderd. De paden en lanen werden vervangen door spelcomputers en Netflix, de goedgevulde tas door een speltbol met avocado in een lunchroom.
Maar het jaren-vijftig-buitenleven lijkt terug van weggeweest. Nu verre reizen uit den boze zijn en iedereen door het thuiswerken ineens wel erg lang tegen hetzelfde behang aankijkt, voelen Nederlanders massaal de behoefte om toch maar die paden op te gaan en die lanen in. Omdat de horeca dicht is, is ook de goedgevulde tas weer terug. Wandelaars zitten noodgedwongen met een thermoskan en zelf belegde boterhammen op een bankje.
Het is een bekend fenomeen, zegt Agnes van den Berg, bijzonder hoogleraar beleving en waardering natuur en landschap in Groningen; bij crises grijpen mensen terug op de natuur. Als een geliefde overlijdt, willen we naar buiten, maar ook als de maatschappij dreigt te ontwrichten gaat de mens het huis uit. Vlak na de aanslagen op de Twin Towers in New York in 2001 zagen boswachters ineens een enorme toeloop van bezoekers van nationale parken, zegt Van den Berg.
Iets doen in de Nederlandse natuur
Ook tijdens deze wereldwijde pandemie blijken we massaal troost te zoeken in het groen. Het aantal bezoekers van de website van Natuurmonumenten nam sinds maart vorig jaar met 40 procent toe ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Het aantal downloads van fiets- en wandelroutes verdubbelde en de verkoop van mountainbikevignetten lag 30 procent hoger. De organisatie verwelkomde 30.000 nieuwe leden, een stijging van bijna 30 procent. Cijfers van Google laten zien dat het verkeer richting natuurgebieden enorm is toegenomen en outdoorsportwinkel Bever verkoopt meer wandelschoenen, fietskleding en verrekijkers.
Want de nieuwe buitenmens zoekt wel iets om te doen in die Nederlandse natuur. Vogelen, bijvoorbeeld. De Vogelbescherming ziet het aantal leden toenemen, vertelt Marc Scheurkogel. Ook bellen meer mensen het vogelinformatiecentrum met vragen en zijn er meer aanmeldingen voor online cursussen. “Mijn vermoeden is dat mensen beginnen met lopen en dan, als ze niet oppassen, ineens vogelaar worden”, lacht Scheurkogel.
Heel ver van huis hoeven de nieuwe vogelaars lang niet altijd te gaan. Scheurkogel: “Mensen zijn meer thuis, hebben meer aandacht voor buiten en zien ineens een vogel in de tuin die ze niet kennen.” Dat komt nu helemaal goed uit, want de winter is het seizoen van de tuinvogels. De tuintelling van de Vogelbescherming, die elk jaar eind januari plaatsvindt, heeft al meer vooraanmeldingen dan ooit.
Ook een populaire activiteit: fotograferen. We zijn bereid te investeren in goede camera’s, ziet marketingdirecteur Daniël van Dijkman van Kamera Express. Goede niet-professionele camera’s werden de afgelopen maanden veel verkocht, net als bijbehorende objectieven om foto’s nog mooier te maken. “Dat maakt de gemiste verkoop van de winkels meer dan goed”, zegt hij.
‘Buiten doen alle zintuigen mee’
Dieuwke Hovinga, lector natuur en ontwikkeling kind aan de Hogeschool Leiden, voegt daar nog een activiteit aan toe: ga met de kinderen naar buiten. Buiten zijn heeft allerhande bewezen voordelen voor hun ontwikkeling en welbevinden. “Mocht je nu op maandag denken: hoe kom ik die week thuisonderwijs weer door, ga naar buiten”, zegt ze. “Meet met een touwtje af hoeveel een centimeter is, of een meter. Kijk maar of je in de wijk een kilometer kunt uitzetten. Thuis belanden gezinnen al gauw in een negatieve spiraal: kinderen mogen niet op de stoel springen, moeten van de tafel af. Buiten is een andere orde.”
Om ouders te helpen is haar lectoraat gestart met Buitenboosters, een website met elke week een buitentip voor de coronatijd en uitleg van een onderzoeker waarom naar buiten gaan belangrijk is. Hovinga: “Buiten worden kinderen helemaal aangezet, alle zintuigen doen mee. Eenmaal binnen is de focus dan ook beter.”
‘Een middag fotograferen maakt me zen’
Om te voorkomen dat hij ‘stapelgek’ wordt achter zijn beeldscherm, trekt ook Geert Klein Breteler er een paar keer per week op uit met zijn camera. De kolganzen in het weiland maken een hels kabaal. Ondertussen staat Geert Klein Breteler (58) verdekt opgesteld tussen het riet bij ‘t Zwanenbroekje in het gehucht Persingen. Zou de baardman of de beflijster zich vandaag nog even laten zien? De Ooijpolder is een van zijn favoriete plekken, maar Klein Breteler loopt ook graag het bos in op de stuwwal, pal achter zijn woning in Berg en Dal. “Ik heb de luxe om hier midden tussen mooie, verschillende landschappen te wonen.”
Klein Breteler is ondernemer en heeft een ICT-bedrijf voor toepassingen in de zorg. “Sinds de lockdown in maart werken we hoofdzakelijk vanuit huis. Dat betekent dat ik veel uren achter een beeldscherm doorbreng. Na het zoveelste online-overleg blokkeert mijn hoofd gewoon, dan komt er niets meer in en niets meer uit. Ik zou stapelgek worden als ik dan niet naar buiten zou kunnen.”
Ongeveer een jaar geleden ging hij voor het eerst met zijn buurman, fervent vogelaar, op pad. “Dat vond ik leuk, maar ik wilde de vogels dan ook graag vastleggen.” Toen Nederland in lockdown ging, besloot Klein Breteler vrijwel meteen om in een goede camera en dito lens te investeren. “Voor mij komt het leven in een andere versnelling als ik fotografeer. Ik wandelde sowieso elke dag, al was het maar om de hond uit te laten. Maar hier ga ik helemaal in op. Mijn vrouw vraagt tegenwoordig: gaan we naar buiten om te wandelen of om te fotograferen? Als ik ga om te fotograferen dan haakt zij af: veel te traag.”
‘Alsof ik op retraite was’
Het is namelijk vaak: lang wachten, rustig kijken, luisteren. Nog wat langer wachten. Klein Breteler: “Ik vergelijk het met vissen. Dat is ook een kwestie van geduld voor je beet hebt.” Onlangs bivakkeerde hij een dag in een vogelhut. “Een hele dag alleen in de natuur, dat voelde voor mij alsof ik op retraite was in een klooster. Heerlijk. En ik heb prachtige foto’s kunnen maken.”
‘Voor mij komt het leven in een andere versnelling als ik fotografeer.’
In het voorjaar is het aanlokkelijker om naar buiten te gaan, maar Klein Breteler laat zich niet weerhouden door een beetje kou of modder. “Het leuke is dat je nu heel andere vogels ziet dan in de lente.”
Via sociale media en een eigen website deelt hij vervolgens wat van zijn ‘opbrengst’. Dat blijft niet onopgemerkt. Onlangs benaderde de vogelwerkgroep Rijk van Nijmegen hem om een werkgroep vogelfotografie op te zetten. “Als ik me ergens op stort, vind ik het leuk om er beter in te worden. Met zo’n werkgroep krijg je die kans. Je kunt leren van elkaar, lekker samen op pad. Nou ja, dat laatste gaat natuurlijk even niet. Maar die tijd komt wel weer.
Lees ook:
Buitenhobby in tijden van corona: ‘Een middag fotograferen maakt me zen’
Om te voorkomen dat hij ‘stapelgek’ wordt achter zijn beeldscherm, trekt Geert Klein Breteler er een paar keer per week op uit met zijn camera. Een rustgevende buitenhobby in tijden van corona.
Binnen blijven? Vlucht juist naar buiten!
Sociale onthouding wil niet zeggen dat we de luiken moeten sluiten. Integendeel, zeggen de experts. Ga vooral naar buiten, de helende natuur in.