ReportageMondkapjesfabriek

Statushouders maken Nederlandse mondkapjes in deze fabriek vol toekomstdromen

Een medewerker in de Arnhemse mondmaskerfabriek. Beeld Negin Zendegani
Een medewerker in de Arnhemse mondmaskerfabriek.Beeld Negin Zendegani

In de Mondmaskerfabriek in Arnhem produceren 24 statushouders 50.000 mondmaskers per dag. “Ik vond het vervelend dat ik elke dag thuis moest blijven. Nu kan ik tenminste andere mensen zien.”

Romana Abels

Milad Dowlathkah spreekt inmiddels bijna vlekkeloos Nederlands, maar daar heeft hij nu even niets aan. Zijn collega komt uit China en spreekt het niet. In de hoek van een grote hal op een bedrijventerrein in Arnhem turen ze, ieder vanaf een andere kant, in het binnenste van een machine. Soms maken ze grote armgebaren, vaak kijkt de één op de telefoon van de ander. Om elkaar te kunnen begrijpen, gebruiken ze Google Translate.

Het apparaat waar ze samen aan werken is een machine die mondmaskers kan produceren. Zodra die is aangepast aan de Nederlandse normen, zodra de letters op de knoppen zijn vertaald naar het Nederlands, zodra ze samen het complete binnenwerk van het ding snappen, zullen ook uit deze machine mondkapjes rollen, zoals er op dit moment al duizenden per dag van de band in Arnhem komen. Medische mondkapjes, bedoeld voor de Nederlandse zorg.

Zwerven

Milad Dowlathkah komt uit Iran. Hij was 28 jaar oud toen hij in 2015 zijn land ontvluchtte. “Ik kon daar niet meer zijn vanwege mijn religie”, zegt hij. “Ik ben christen.”

Milad Dowlathkah: ‘Ik wil nu eerst goed Nederlands leren en daarna studeren’ Beeld Negin Zendegani
Milad Dowlathkah: ‘Ik wil nu eerst goed Nederlands leren en daarna studeren’Beeld Negin Zendegani

Hij deed wat precies op dat moment duizenden anderen ook deden: hij ging op weg naar Europa, waar hij een nieuwe toekomst wilde beginnen. Via Turkije, een boot naar Griekenland, een lange wandeling door Servië, Oostenrijk en Duitsland kwam hij in Nederland aan. Zijn oorspronkelijke plan, om naar Engeland te gaan, had hij toen al laten varen. Het werd Nederland. Ook hier ging het zwerven door: in de eerste vijftien maanden verkaste hij tien keer naar een andere plek. “Ik sliep eerst in sporthallen, later in het ene en dan weer andere azc.”

Sinds een maand of zes heeft hij een eigen plek in Arnhem. Nu heeft hij eindelijk de rust om te beginnen aan een nieuwe toekomst.

Dowlathkah is werktuigbouwkundige. Hij haalde in Syrië een diploma, die wat niveau betreft tussen het hoogste mbo-niveau en het hbo in hangt. Hij had eerst het plan om zich meteen bij een universiteit in Nederland in te schrijven, maar intussen heeft hij zijn verwachtingen iets bijgesteld. “Inmiddels begrijp ik dat het heel moeilijk is, het taalniveau ligt heel hoog. Mijn plan is nu om eerst goed Nederlands te leren en dan aan de universiteit te gaan studeren. Ik wil mijn bachelor halen.”

Medewerkers krijgen Nederlandse les in de fabriek. Beeld Negin Zendegani
Medewerkers krijgen Nederlandse les in de fabriek.Beeld Negin Zendegani

Hij heeft geluk, zegt hij, want hij kan op dit moment zowel werken in het vak waarvoor hij studeerde, als Nederlands leren. Sinds een dik half jaar werkt hij bij de Mondmaskerfabriek, waar ze zijn kennis van machines goed kunnen gebruiken. Hij heeft er een contract van 28 uur, waarvan hij net als zijn 23 collega’s – ook statushouders – onder leiding van een coach iedere week vier uur besteedt aan ‘persoonlijke groei’ en Nederlandse les.

Nieuw pand

Dat is de formule van Refugee Company, een stichting die statushouders op de rit helpt met tijdelijke leerwerktrajecten in twee restaurants, een textielatelier en een café.

Fleur Bakker is directeur van Refugee Company. Toen in maart de restaurants dicht moesten, zocht ze naar nieuwe wegen. Zelf inspringen op het mondmaskertekort lag zó voor de hand, dat ze dacht dat iedere ondernemer wel datzelfde plan zou hebben. Maar doorzetten loonde.

Na acht maanden bikkelen is de Mondmaskerfabriek, waar 24 statushouders aan het werk zijn, een volwaardig partner van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen. Na de nodige aanloopproblemen worden er per dag 50.000 mondmaskers geproduceerd, een aantal dat, als de fabriek in januari verhuist naar een spiksplinternieuw pand, wordt opgeschroefd naar 200.000 per dag.

Certificering

De Mondmaskerfabriek is voor Bakker allang niet meer een tijdelijk project. Ook na corona zullen er altijd mondmaskers nodig zijn. Op dit moment zoekt ze ook naar andere medische toepassingen: misschien zit er een markt in speciale plastic dopjes voor dialyse-apparaten.

Nu het mogelijk blijkt om producten in Nederland te produceren en tegelijk nieuwe Nederlanders op weg te helpen, wil Bakker dóór. “In de restaurants werken mensen vooral met behoud van uitkering. Hier kunnen we meteen een salaris bieden. Dat vonden we wel zo fair, want er is een verdienmodel en het is uiteindelijk vooral gewoon lopendebandwerk.”

Het is een aanzienlijke ontwikkeling voor iets dat nog maar kort geleden begon als een behoorlijk wild plan. “Ik weet het nog precies”, zegt Bakker, die het erg druk heeft. Tussen het bezoeken van de nieuwe fabriekslocatie en een hele reeks aan videovergaderingen heeft ze even tijd heeft om te praten.

“Het was in de week van 24 maart dat ik er voor het eerst over begon. Eén van onze projecten in Amsterdam is een textielatelier, daar waren ze stoffen mondmaskers gaan maken. Het tekort aan mondkapjes was schreeuwend hoog en wij maakten daar ongeveer 120 van die dingen per dag. Ik dacht: ‘Zo schiet het natuurlijk niet op’. Dat was het moment dat ik Jaap Stelwagen belde, mijn compagnon, en hij met het idee kwam om een mondkapjesmachine uit China te importeren.”

Schimmel in de lucht

Op het blog van het bedrijf is te lezen hoe het na dat idee verder ging. Achteraf lijkt het wel het scenario van een film, zozeer wisselden geluk en pech elkaar af. Neem het allereerste begin, toen twee machines in Nederland waren gearriveerd. Toen kon de fabriek niet opstarten omdat er een enorm tekort aan grondstoffen was. Dat probleem werd opgelost met de hulp van vrijwilliger Menno Bol, die ervaring had met het opzetten van de productielijn van frietfabriek Aviko. Maar daarna gooide het traject naar certificering van de maskers roet in het eten. Niet alleen moest de Mondmaskerfabriek heel lang in de wachtrij staan bij de certificeringsinstantie, ook bleek een deel van de productie steeds opnieuw net niet helemaal schoon. Er hing een schimmel in de lucht van de fabriekshal.

Bakker: “Toen die eerste machine op Schiphol stond, dacht ik: klaar, hoe moeilijk kan het verder zijn? Daar denk ik nu anders over.”

Toch kwam, na de bouw van een stalen productiehal binnen de fabriekshal, een maand geleden de certificering uiteindelijk ook rond. Sindsdien draaien de machines dag en nacht en groeit het bedrijf als kool. In een nieuwe productiehal, die deze maand klaar is, zullen de mondkapjes uit acht machines komen.

Droom

“Omdat het een nieuwe fabriek is, veranderen ongeveer iedere week de regels voor hoe we moeten werken”, zegt de 29-jarige Johnny Ibrahim. Hij werkt als technisch operator in the White Room, zoals de stalen productiehal eenvoudig heet. “Mijn taak is om bij de machine te zitten en de productie in de gaten te houden, de mensen die de maskers inpakken een beetje te sturen en te proberen om de machine te repareren als er ergens iets hapert.”

Johnny Ibrahim: ‘Ik vond het vervelend dat ik door corona thuis moest blijven’ Beeld Negin Zendegani
Johnny Ibrahim: ‘Ik vond het vervelend dat ik door corona thuis moest blijven’Beeld Negin Zendegani

Ibrahim, Syriër van geboorte, is niet alleen voor dit werk naar de Mondmaskerfabriek gekomen. Hij solliciteerde ook vanwege corona. “Ik vond het vervelend dat ik elke dag thuis moest blijven. Nu kan ik tenminste andere mensen zien.”

Van zijn coach in het bedrijf heeft hij inmiddels begrepen dat hij zijn eerdere droom, een baan in het toerisme, beter vaarwel kan zeggen. Het is een sector waarin weinig vaste aanstellingen te vinden zijn. “Ik heb in Syrië toerisme gestudeerd, maar nu denk ik erover om me om te scholen voor de zorg. Ik zou wel in de thuiszorg willen werken. Ik ben net aan het uitzoeken welke opleiding ik dan zou kunnen volgen.”

Voor de meeste werknemers is een baan in de Mondmaskerfabriek tijdelijk. Het is een manier om ze op weg te helpen, om de Nederlandse arbeidsmarkt te kunnen betreden met een vers arbeidsritme en reële plannen.

Schoon werken

Zo is er het plan van David, geboren in Oeganda, om in mei 2021 als ICT’er aan de slag te gaan. David wil liever niet dat mensen in Oeganda weten waar hij is, dus zijn achternaam mag niet in de krant. “Ik heb de opleiding die ik in Oeganda deed, ook in ICT, niet kunnen afmaken. Na mijn vlucht ben ik bijna vijf jaar lang steeds verhuisd. Nu is alles wat ik wist, weer achterhaald. Ik moet grotendeels opnieuw beginnen. Maar ik doe naast dit werk een cursus software development, die duurt tot mei. Ik kan er makkelijk naast studeren, want ik word niet heel moe van dit werk. Je moet vooral erg goed blijven opletten dat je heel schoon blijft werken.”

Medewerkers aan de slag in de Mondmaskerfabriek in Arnhem.    Beeld Negin Zendegani
Medewerkers aan de slag in de Mondmaskerfabriek in Arnhem.Beeld Negin Zendegani

Van de corona-pandemie is David niet zo onder de indruk. Hij vindt het vooral overdreven. “Ik maak mondmaskers voor in het ziekenhuis, dat is nuttig. Maar ik heb wel moeite met de drukte die er over corona wordt gemaakt. Waarom heeft iedereen het over deze ziekte, en niet over al die andere dodelijke ziekten die er ook zijn?”

Maar directeur Fleur Bakker doet dat wèl, want die wil dat haar fabriek ook na corona in Nederland geproduceerde ­zorg-materialen kan leveren. “Als corona iets heeft duidelijk gemaakt, is het dat het belangrijk is om materiaal voor de zorg in eigen land te produceren. We hebben veel moeten leren, maar het is ons gelukt. Nu gaan we voorwaarts, naar een echte fabriek van 400 vierkante meter, met nog altijd ­dezelfde missie: om mensen met een vluchtelingenachtergrond aan het werk te helpen.”

De achternaam van David is bekend bij de hoofdredactie.

Lees ook:

Is de voorraad aan mondkapjes voldoende om een volgende besmettingspiek door te komen?

Als medewerkers in verpleeghuizen preventief mondkapjes gaan dragen, is er dan wel voldoende voorraad?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden