Opvangcrisis
Snel huizen regelen voor vluchtelingen? In Utrecht lukte het
Gemeentes die de opdracht krijgen om snel woningen voor erkende vluchtelingen te realiseren, doen er verstandig aan bij Utrecht te rade te gaan.
Nog dit jaar moeten Nederlandse gemeentes het voor elkaar zien te boksen: woningen beschikbaar krijgen voor 20.000 erkende vluchtelingen. Een hele opgave in een land dat toch al zoveel moeite heeft om iedereen te huisvesten.
Keer op keer moet het jaarlijkse streefgetal van te bouwen woningen naar beneden worden bijgesteld. En nu komt daar een acuut woonprobleem bovenop door de schrijnende toestand in Ter Apel. Er moet razendsnel een oplossing komen. Liefst gisteren nog. Het is alle hens aan dek.
Wat wil een land in woningnood nog meer?
Als er met spoed woningen moeten komen dan is de eerste oplossing waaraan gedacht wordt, ook door het kabinet: flexwoningen. Makkelijk en snel neer te zetten en nog duurzaam en circulair ook. Wat wil een land in woningnood nog meer?
“Flexwoningen zijn een beetje een duizenddingendoekje”, zegt Wim Reedijk, directielid van het Expertisecentrum Flexwonen. “Het zijn niet per definitie de bekende verplaatsbare modulaire woningen, je kunt ze ook in kantoren monteren.”
Als het meezit, kan een flexwoning binnen een paar weken staan. Alleen het zit niet altijd mee. Reedijk: “Je moet soms rekening houden met een levertijd van een half jaar. Het is daarom verstandig om op voorhand al woningen te bestellen. En dan heb je nog te maken met allerlei bezwaarschriften van omwonenden. Als we er een beetje eerder mee waren begonnen was dat beter geweest.”
‘De weerstand was enorm’
Bezwaarschriften kunnen over van alles gaan. Het uiterlijk van de flexwoningen, bijvoorbeeld, maar ook de terughoudendheid ten opzichte van vreemdelingen speelt daarbij een rol: wie worden de nieuwe buren? Het sentiment van ‘eigen volk eerst’ wordt versterkt door de huidige vraag naar woningen, die het aanbod ver overstijgt.
De Utrechtse wethouder Dennis de Vries (PvdA, volkshuisvesting) weet er alles van, vertelt hij aan de telefoon. “De weerstand was enorm. Ik was even niet de meest geliefde wethouder.”
Toch zullen ongetwijfeld veel Nederlandse gemeentes de komende tijd gaan afkijken bij Utrecht, dat het deze zomer voor elkaar kreeg om binnen vier weken huisvesting – of een vooruitzicht daarop – te bieden aan alle 490 statushouders die de stad in opdracht van het Rijk met spoed een woonplek moest bieden. Terwijl de op drie na grootste stad van Nederland daar zes weken voor had uitgetrokken.
De truc van Utrecht was om af te spreken dat gedurende die zes weken, te beginnen op 1 augustus, het merendeel van alle vrijkomende woningen naar statushouders zouden gaan. Een gewaagd plan, maar, zegt De Vries: “Je moet durven nadenken over dingen waar je normaal niet over nadenkt. Wat dat betreft staat de politiek mij weleens tegen: het moet vaak tot in de puntjes zijn geregeld voordat iets wordt uitgevoerd. Dat hebben wij nu eens niet gedaan, we wisten absoluut niet waar we aan begonnen.”
Mensen die al 11 jaar op de wachtlijst staan
De Woonbond noemde de actie met de vrijkomende woningen ‘een onorthodoxe maatregel’ maar toonde er wel begrip voor dat mensen die op de wachtlijst stonden even moesten wachten.
Dat een deel van de Utrechtse bevolking opstandig reageerde op het doelbewust voortrekken van de kleine 500 statushouders, snapt De Vries wel: “Er waren mensen bij die al 11 jaar op de wachtlijst staan. We wisten dat er onbegrip zou zijn maar we voelen ons ook verantwoordelijk als we zien wat er gebeurt in bijvoorbeeld Ter Apel. Ik wil wel eerlijk en met een goed gevoel in de spiegel kunnen kijken. Bovendien hebben we er als ‘tegenprestatie’ netto meer sociale huurwoningen bijgekregen.”
Of dezelfde truc nog eens is uit te halen nu de situatie daar weer om vraagt, kan de wethouder nog niet inschatten. Er is nog geen direct beroep gedaan op gemeentes. “Maar we hebben wel geleerd van het succes. Het zou wellicht ook kunnen werken voor het huisvesten van dak- en thuislozen.”
Wat is er nu precies afgesproken?
‘Het rijk en de medeoverheden hebben afgesproken voor de tweede helft van 2022 te streven om voor meer dan 20.000 vergunninghouders een passende woning te vinden’, schrijft staatssecretaris van justitie en veiligheid Eric van der Burg in zijn brief aan de Kamer.
In de brief, die is mede is opgesteld namens de minister voor volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, staat over het realiseren van de woningen: ‘Gemeenten hebben daar verschillende mogelijkheden voor. Dat kan bijvoorbeeld in zogeheten tussenvoorzieningen, in nieuw te realiseren flexwoningen of door tijdelijk meer mensen te plaatsen in een bestaande woning. Het is belangrijk om te voorkomen dat lokale woningzoekenden minder kans maken op een woning. Daarom moeten er versneld extra sociale huurwoningen worden gebouwd. De snelste manier om dat te doen is het bouwen van meer flexwoningen. Daarbij is het uitgangspunt dat een derde beschikbaar komt voor mensen met een verblijfsvergunning en tweederde voor mensen die om andere redenen met spoed op zoek zijn naar een huis, bijvoorbeeld zij die door een scheiding hun huis verloren hebben of door sociale of medische omstandigheden urgent een woning nodig hebben.’
Lees ook:
Kabinet wil opvangcrisis bezweren met hulp van Defensie en pauze gezinshereniging
Geld en woningen moeten de problemen in het asielsysteem oplossen. Het kabinet neemt ook een gevoelig besluit.
Kunnen tijdelijke woningen de wooncrisis oplossen? Eindhoven neemt het voortouw.
Eindhoven heeft er al ervaring mee. In 2019 werden er 350 studentenwoningen gebouwd, die vijftien jaar blijven staan.