Treinkaping De Punt
Schoten mariniers ten onrechte Molukse kapers dood in 1977?
Was het optreden van de mariniers die in 1977 zes Molukse kapers doodschoten na de treinkaping bij De Punt gerechtvaardigd? Dinsdagmiddag doet het gerechtshof in Den Haag uitspraak.
Wat gebeurde er in 1977?
Molukkers kapen een trein met 54 passagiers om de Nederlandse regering te dwingen zich in te zetten voor een zelfstandige Molukse republiek. Tegelijkertijd nemen Zuid-Molukkers ook leerlingen van een basisschool in het Drentse Bovensmilde in gijzeling. Deze gijzeling loopt af zonder bloedvergieten.
Anders is dat in De Punt. Drie weken na het begin van de gijzeling storten op 11 juni 1977 straaljagers zich op de trein. Tijdens het optrekken boven de trein zetten ze hun naverbranders aan. De herrie moet de inzittenden ‘bevriezen’. De precisieschutters van de Bijzondere Bijstandseenheid Krijgsmacht nemen de trein onder vuur, net als teams met mitrailleurs. De bedoeling is alleen die delen te beschieten waarvan het vermoeden bestaat dat er alleen kapers aanwezig zijn. In drie minuten tijd worden tot vierduizend patronen op de trein afgevuurd. Een passagier komt om het leven. Kort daarna bestormen mariniers de trein en doden zes van de negen kapers.
Waar gaat de rechtszaak over?
Nabestaanden van twee kapers, Max Papilaja en Hansina Uktolseja, hebben de zaak aangespannen tegen de Nederlandse staat. De nabestaanden eisen een schadevergoeding: volgens de nabestaanden zijn de twee zonder noodzaak door de mariniers doodgeschoten, terwijl de mariniers een concrete mogelijkheid hadden om hen te arresteren. De Staat betwist dit en vindt dat het optreden van de mariniers rechtmatig was.
Volgens advocaat Liesbeth Zegveld zijn er aanwijzingen dat de kapers moedwillig zijn doodgeschoten terwijl ze al weerloos op de grond lagen. In 2018 oordeelde de rechtbank al eens in de zaak waarbij de Staat in het gelijk werd gesteld; vanmiddag na 14:00 doet de rechter in hoger beroep uitspraak.
In 2018 stelde de rechtbank in Den Haag al dat de Nederlandse Staat niet aansprakelijk is voor de dood van Molukse treinkapers. Volgens de rechtbank Den Haag hebben de mariniers die een einde moesten maken aan de treinkaping bij De Punt niet de instructie gekregen dat zij de treinkapers moesten doden. Nabestaanden hebben onvoldoende bewijs geleverd voor deze “heimelijke instructie”, zei de rechtbank vandaag in een eindvonnis.
Hoe leeft deze zaak in de Molukse gemeenschap?
Uit de televisieserie die Coen Verbraak onlangs maakte over Molukkers in Nederland blijkt dat de ‘acties’, zoals de geïnterviewden de gijzelingen noemen, nog steeds op begrip kunnen rekenen bij veel Molukkers. “Die jongens hebben ons op de kaart gezet. Toen pas wisten Nederlanders wie wij waren en waar we vandaan kwamen”, zo verwoordt ex-Ajacied Simon Tahamata (1956) het. “Ze kwamen op voor ons volk. Dan hoor je daar achter te gaan staan.”
Verbraak: “Onder de mariniers die de gekaapte trein bij De Punt in 1977 hebben bestormd, waarbij zes kapers het leven lieten, zat een Molukker. Over hem zeggen de geïnterviewden eensgezind: die moet zich schamen, hij is een moordenaar die zich tegen zijn eigen volk heeft gekeerd. Als je vraagt: vind je dat goed, om 51 mensen die part noch deel hadden aan de geschiedenis drie weken in een trein onder doodsbedreiging vast te houden, dan luidt het antwoord: Nee, maar wat moesten we anders? Of: hoeveel mensen heeft Jan Pieterszoon Coen wel niet gedood op de Banda-eilanden?”
Lees ook:
Mariniers: de bevrijdingsactie bij treinkaping bij De Punt was complex
Hoe kwamen de Molukse terroristen om het leven tijdens de bevrijding van de gekaapte trein bij De Punt?
Dries van Agt: ‘De last van De Punt draag ik nog steeds mee’
Ten tijde van de treinkaping namen vijf ministers de beslissing om in te grijpen. Het zogenaamde crisisteam van het demissionaire kabinet Den Uyl besefte dat het zeer wel mogelijk zou zijn dat er tijdens de actie levens teloor zouden gaan. “Dat er doden zijn gevallen is een last die ik tot op de dag vandaag met mij meedraag.”