RechtszaakAsiel

Sahar Hossini (29) moest tien jaar wachten op een verblijfsvergunning: ‘Mijn gouden jaren zijn van me afgepakt’

Sahar Hossini vluchtte in 2011 van Iran naar Nederland. Pas tien jaar later kreeg ze een asielvergunning.  Beeld Rosalie van der Does
Sahar Hossini vluchtte in 2011 van Iran naar Nederland. Pas tien jaar later kreeg ze een asielvergunning.Beeld Rosalie van der Does

De in Iran geboren en tot het christendom bekeerde Sahar Hossini (29) voert een bijzonder gevecht. Ze moest ruim tien jaar wachten op een verblijfsvergunning. Nu wil ze erkenning voor de jaren waarin ze in Nederland zonder rechten moest overleven.

Johan van Heerde

“Mijn gouden jaren zijn van me afgepakt”, zegt Sahar Hossini. Daarvoor wil de 29-jarige vrouw uit Den Haag gerechtigheid. “Ik mocht niet studeren of werken en tot bloei komen in deze maatschappij. Dat is me ontnomen. Die verloren tijd krijg ik nooit meer terug.”

De in Iran geboren Hossini voert een bijzonder gevecht. Na een strijd van meer dan tien jaar en drie afgewezen asielverzoeken, verleende de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) haar vorig jaar alsnog een verblijfsvergunning. Tien jaar te laat, vindt Hossini, die beroep aantekende tegen het nieuws. Vorig jaar stond ze daarom twee keer voor de rechtbank in Amsterdam, die begin februari uitspraak doet.

Hossini wil erkend zien dat de IND zijn werk niet goed heeft gedaan en haar bekering tot het christendom niet juist heeft beoordeeld. Die vond niet plaats in 2020, zoals de IND heeft vastgesteld, maar al in 2012. Ze wil gerechtigheid voor al die jaren dat ze in Nederland zonder rechten moest zien te overleven.

Gedoopt in een kerk in Utrecht

Als tiener van 17 vlucht Hossini in 2011 met haar moeder en broertje naar Nederland, omdat haar vader in de problemen komt met de Iraanse autoriteiten. Het is in Iran niet meer veilig voor ze. Het gezin belandt in een asielzoekerscentrum in Dronten, en daar komt Hossini in aanraking met het christendom. “Onze buurvrouw was christen en ze vroeg of we mee wilden naar de kerk. Mijn moeder en broertje wilden dat wel, maar ik − een tienermeisje − zette me af.”

Maar de kerkbezoeken doen haar moeder goed, en de nieuwsgierigheid wint het bij Hossini van de weerstand. “Ik wilde mezelf bewijzen dat het niets zou zijn, maar de dienst sprak me juist aan. Mensen zongen uit blijdschap, dat kende ik niet. Toen ben ik de bijbel gaan lezen, je hebt toch zeeën van tijd in een azc. Een specifieke zin trof me: ‘zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden’.”

Langzaam groeit het geloof bij de Iraanse. “Een jaar later ben ik gedoopt in een kerk in Utrecht”, zegt ze. Hossini verzuimt dit aan de IND te vertellen. “Ik kom uit een land waar je niemand die te maken heeft met de regering kunt vertrouwen. Natuurlijk durfde ik me niet meteen bloot te geven aan de IND. Toen ik mijn advocaat in vertrouwen vertelde dat ik was bekeerd, zei hij: dat moet je zeggen. Dat is belangrijk voor je procedure.”

Nadat haar eerste asielaanvraag wordt afgewezen doet Hossini een herhaalde aanvraag waarin ze haar bekering wel aanvoert. Maar de IND vindt haar bekering ongeloofwaardig en houdt dit ook vol tijdens een derde asielprocedure in 2014, ondanks de steun die Hossini krijgt van een positief deskundigenrapport van de Protestants Nederlandse Kerk (PKN).

Hierover trekt de PKN in 2021 aan de bel. De IND negeert steevast bevindingen van bekeringsspecialisten van de kerk, schrijft de PKN in een brief aan de Tweede Kamer. Ook stelt de PKN dat er signalen zijn ‘dat de IND niet altijd in staat is het bekeringsmotief goed te beoordelen’.

Een vaste werkwijze voor bekeringen ontbreekt bij de IND

Jaarlijks vragen honderden vluchtelingen met een religieus motief in Nederland asiel aan, maar hun procedures verlopen lang niet altijd correct. De Raad van State (RvS), de hoogste bestuursrechter, is kritisch op de wijze waarop de regering asielaanvragen van bekeerde of afvallige vluchtelingen beoordeelt. Vorig jaar nog oordeelde de Raad dat een duidelijke vaste werkwijze voor dit soort aanvragen ontbreekt bij de IND, die het regeringsbeleid uitvoert. En in september stelde de RvS vast dat de regering te veel waarde hecht aan een eerder ongeloofwaardig bevonden bekering. Die werkwijze moet anders.

De zaak van Hossini is exemplarisch. Die gaat om de vraag wanneer ze is bekeerd en waarom de IND haar christelijke geloof nu wél onderkent. Tijdens een zitting op 30 december voor de rechtbank in Amsterdam kan een advocaat namens de regering niet aangeven wat het exacte bekeringsmoment van Hossini is geweest. Dat is niet objectief vast te stellen, aldus de regering. Die willigt herzieningsverzoeken in dit soort asielaanvragen daarom meestal in met ingang van de datum van de laatste ingediende aanvraag. In het geval van Hossini was dat in 2020.

‘Ik had jarenlang geen woning, geen verzekering, geen school’

Voor Hossini betekent dit dat zij de Nederlandse nationaliteit pas mag aanvragen door naturalisatie in 2025. “Weer wachten”, zegt Hossini. Ze hekelt de manier waarop de IND met haar aanvragen is omgesprongen en noemt dit onzorgvuldig. Kwaad: “De IND heeft macht over mensen. Dan moet je toch heel goed weten wat je doet? Ik ben verpleegkundige, ik kan ook niet zomaar medicijnen geven.”

Door de afgewezen asielaanvragen leefde de geboren Iraanse jaren als ongedocumenteerde. Hossini slikt even, de machteloosheid klinkt door in haar stem. “Ik had jarenlang geen woning, geen verzekering, geen school, geen werk, geen toegang tot taalles. Via de bibliotheek en de tv met ondertiteling heb ik mezelf Nederlands aangeleerd. Ondertussen zorgde ik voor mijn hulpbehoevende moeder, die net als ik en mijn jongere broertje bekeerd is, maar nog altijd geen verblijfsvergunning heeft.” Haar broertje kreeg na moeizame procedures uiteindelijk wel een verblijfsstatus.

Hossini zit niet bij de pakken neer. Ze doet vrijwilligerswerk en is actief bij de Havenkerk in Den Haag. Daar is ze zelfs liturg. “Het was de eerste kerk waar ze eerst naar de mens keken en dan pas naar de regels. Ik voelde me er samen met de vader van mijn zoontje meteen thuis en opgenomen.”

Ook vindt Hossini na jaren zoeken een plek om verpleegkunde te studeren. Het ROC Mondriaan in Den Haag biedt haar buiten de regels om een plek. “De studie gaat fantastisch, ik haal allemaal hoge cijfers en ben begonnen met een stage in een revalidatiecentrum”, zegt Hossini. “Maar ik zit als 29-jarige tussen allemaal piepjonge studenten. Dat had voorkomen moeten worden.”

Lees ook:

Plots klinkt de migratietoon van de EU keihard

EU-landen willen strenger optreden tegen landen vanwaaruit veel migranten naar Europa komen. De Europese Commissie laat haar bezwaar tegen grenshekken varen.

Lobna Abdo wil andere vluchtelingen de taal leren: ‘Ik ben verliefd op het Nederlands’

Ruim 60 procent van de Syrische vluchtelingen in Nederland leeft in armoede. Daar wil Lobna Abdo (46), die zelf uit Syrië vluchtte, iets aan doen. Haar wapen: de Nederlandse taal.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden