Excuses
Rotterdam biedt excuses aan voor het slavernijverleden
Als tweede in Nederland biedt nu ook het Rotterdamse stadsbestuur excuses aan voor de rol van de stad in het koloniaal bewind en slavernij.
‘Het college neemt institutionele verantwoordelijkheid voor de deelname van vroegere stadsbesturen’, schrijft burgemeester Ahmed Aboutaleb in een brief aan de Rotterdamse gemeenteraad. Het stadsbestuur zegt wel terughoudend te zijn om met een beschuldigende vinger naar individuen uit het verleden te wijzen.
De Internationale Dag van de Rechten van de Mens, gisteren, was voor het Rotterdamse college een goed moment om de excuses te maken, omdat het die wil verbinden met mensenrechten in het heden. “Het verleden kunnen we niet veranderen, de toekomst wel.”
De excuses volgen op onderzoeken naar het slavernijverleden van de stad. Het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde kwam vorig jaar tot de conclusie dat Rotterdam ‘tot over de oren in de slavernij zat’. De gemeente voerde daarna gesprekken met meer dan 200 Rotterdammers, wetenschappers en experts over dit verleden en de betekenis ervan voor het heden en de toekomst.
Amsterdam bood eerder dit jaar excuses aan voor zijn rol in het slavernijverleden, op 1 juli, tijdens Keti Koti, de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij. Ook Utrecht heeft de rol van zijn politieke en zakelijke elite in de slavernij laten onderzoeken. En alhoewel geen havenstad, heeft ook Utrecht een slavernijverleden, zo bleek. In Den Haag, de laatste van de vier grote steden, zal zo’n conclusie binnenkort uit onderzoek volgen. De verwachting is dat er meer onderzoeken zullen worden gedaan, met name in steden met een rijke handelsgeschiedenis, zoals Hoorn en Middelburg.
De groeiende rij van steden die excuses maken voor het slavernijverleden is een opmaat naar excuses van de rijksoverheid. Burgemeester Aboutaleb zei het te betreuren dat er nog geen landelijke excuses zijn gemaakt. “Er is helaas in ons landsbestuur nog steeds onvoldoende draagvlak voor. Ik zeg: het is jammer, maar het is een kwestie van tijd. Het gaat er een keer van komen. Ook daar zal de wijsheid eens toeslaan.”
Minister Kajsa Ollongren van binnenlands zaken betuigde twee jaar geleden ‘diepe spijt en berouw’ en vroeg voor een vervolg raad aan het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden. Dat advies ligt er nu. Het voorziet onder meer in expliciete excuses, niet alleen van het kabinet maar ook van de koning. Een ideaal moment is volgens het college 1 juli volgend jaar: 150 jaar nadat de slavernij feitelijk werd afgeschaft.
Lees ook:
Nederlanders vinden slavernijverleden ernstig, maar achten excuses niet op zijn plaats
Nederlanders vinden in meerderheid het aanbieden van excuses voor het Nederlandse slavernijverleden niet nodig. Dat blijkt uit een enquête van I&O research in opdracht van Trouw.