Verkeerd aangeboden vuilnis in Rotterdam. Beeld otto snoek
Verkeerd aangeboden vuilnis in Rotterdam.Beeld otto snoek

ReportageRechtsgevoel

Rechters verdrinken in zaken over verkeerd geplaatst huisvuil

Nederlandse rechters zijn drukker dan ooit. Zelfs over vuilniszakken en dozen vragen burgers een oordeel. ‘Ik neem de kosten voor lief.’

Emiel Hakkenes

In zittingszaal 4 van de Raad van State in Den Haag dient deze ochtend de zaak van de lege doos. Niet minder dan zeven mensen worden door de kwestie in beslag genomen. Namens de gemeente Rotterdam: drie juristen. Namens de Raad van State: twee griffiers en staatsraad Jan van Breda. En dan is er nog Colin Anderson, de inwoner van Rotterdam die de zaak is begonnen.

Naast een ondergrondse vuilcontainer troffen controleurs van de gemeente Rotterdam een tijd geleden een lege doos aan met daarop de naam en het adres van Anderson. Hij kreeg een boete van 154 euro voor het niet juist aanbieden van huisvuil. Daartegen maakte hij bezwaar. Toen de gemeente dat afwees, ging Anderson in beroep bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter van het land. Daar meldt hij zich deze ochtend, hij heeft er een vrije dag voor moeten opnemen. Staatsraad Van Breda kijkt Anderson streng aan. “Was die doos van u?”

Acht zaken op een dag

Het lijkt een triviale kwestie. Toch behandelt de bestuursrechter op deze ene dag in totaal acht zaken over verkeerd aangeboden huisvuil. Ze spelen zich af in Rotterdam, Den Haag en Schiedam.

Bestuursrechtelijke zaken die te maken hebben met afvalstoffen en het milieu, legt staatsraad Van Breda uit tussen twee zittingen, komen meteen bij de Raad van State. Dat is nu eenmaal zo bepaald; bij zulke kwesties legt een burger zijn geschil niet eerst voor aan een lagere rechtbank. En ja, in de praktijk betekent dit dat de hoogste bestuursrechter zich soms een hele dag buigt over lege dozen. Of over vuilniszakken die op de verkeerde dag aan de straat staan.

De dag begint met de zaak-Brons. Hagenaar Michael Brons, een dertiger die naar eigen zeggen zeer milieubewust is, ontkent niet dat een aan hem geadresseerde doos is aangetroffen náást een container. Maar, betoogt hij: wellicht heeft iemand die uit de container gehaald? Hijzelf biedt zijn afval altijd netjes aan.

Ook Colin Anderson uit Rotterdam bestrijdt de aanname dat hij de doos zelf fout neergezet heeft. “Ik ben juist fan van het Nederlandse ondergrondse afvalsysteem. Ik vertel daar graag over aan mijn Britse familie.”

Zaken als deze, legt de woordvoerder van de Raad van State uit, vergen hetzelfde van de bestuursrechter als grote zaken rond bijvoorbeeld gaswinning of bestemmingsplannen: eerst processtukken verzamelen, die vervolgens delen met de partijen en daarna een zitting plannen. Vorig jaar deed de Raad volgens de woordvoerder ‘tientallen’ uitspraken over huisvuil.

Te weinig juristen

Maar, stelt het jaarverslag van de Raad van State: er zijn te weinig juristen om alle zaken vlot te kunnen afhandelen. De ‘doorlooptijd’ tot een uitspraak bedraagt inmiddels 26 weken.

Michael Brons vindt niet dat hij met zijn legedozenzaak de rechtspraak nodeloos belast, zegt hij bij het verlaten van de zaal. “Deze ene zitting legt de rechtspraak heus niet plat. En het is ook weer niet zo dat er door mij nu iemand dood gaat. Ik voel mij aangetast in mijn rechtsgevoel, dan neem ik de kosten voor lief.”

Voor Rotterdammer Anderson is het evenzeer een principekwestie. “Ik heb niks verkeerds gedaan.” Hij heeft, zegt hij, de doos meegegeven aan een paar mensen die langs de deuren gingen om eten en kleding in te zamelen voor daklozen. Die heeft hij ze meegegeven, in die doos. En ja, zegt Anderson, zijn zaak belast de rechtspraak, dat begrijpt hij best, maar dat ligt evengoed aan de gemeente. “Als die wat soepeler omgaat met bezwaren hoeven we ook niet naar de rechter.”

Een duidelijke lijn trekken

De gemeente Rotterdam wil juist ‘een duidelijke lijn trekken’, zegt jurist Steven Fijneman. En als dat dan leidt tot rechtszaken over vuilniszakken en lege dozen? “Dan is dat niet anders. De burger heeft recht op een onafhankelijk oordeel.”

Een uitspraak in de zaken van Anderson en Brons kost nog zes weken, verwacht staatsraad Van Breda.

De achtste en laatste vuilniszaak van de dag gaat tussen de gemeente Schiedam en een inwoonster. Zij kreeg een boete voor het verkeerd aanbieden van ‘huishoudelijke afvalstoffen’, maakte daartegen bezwaar, dat de gemeente afwees. Ze wil nu een oordeel van de Raad van State. Staatsraad Van Breda en de beide griffiers hebben weer plaatsgenomen in de zittingszaal, processtukken bij de hand. Als de zitting moet beginnen, constateert de bode dat noch de inwoonster noch de gemeente Schiedam naar Den Haag is afgereisd. “Tja”, constateert Van Breda droogjes, “niemand is verplicht om hier te verschijnen.”

Lees ook:

De overheid moet vaker ‘nee’ zeggen tegen burgers, vindt de Raad van State

Nederlanders hebben niets aan een overheid die geen keuzes maakt en met alle winden meewaait. Daarvoor waarschuwt de Raad van State, het geweten van de overheid.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden