OnderzoekHuiselijk geweld
Professionals durven minder snel te handelen bij kindermishandeling in nieuwkomersgezin
In gezinnen van nieuwkomers komt kindermishandeling vaker voor. Maar deskundigen durven minder snel te handelen door culturele verschillen, blijkt uit onderzoek van Pharos.
Professionals die betrokken zijn bij nieuwkomersgezinnen durven minder snel te handelen bij vermoedens van kindermishandeling. Door een gebrek aan kennis en ervaring met verschillende culturen vinden ze het moeilijker om in gesprek te gaan met de ouders. Ze zijn bang om overhaaste conclusies trekken op basis van vooroordelen, blijkt uit onderzoek van Pharos, het expertisecentrum gezondheidsverschillen.
Pharos interviewde 225 professionals binnen de jeugdgezondheidszorg, kinderopvang, in het onderwijs en Veilig Thuis, het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld. De medewerkers geven aan dat hun collega’s de meldcode kindermishandeling bij deze gezinnen minder vaak toepassen, ondanks vermoedens dat er hulp nodig is.
70 procent van de ‘aandachtsfunctionarissen’ kindermishandeling, die bijvoorbeeld in een school of ziekenhuis werken als deskundige op dit gebied, zegt het moeilijk te vinden over het onderwerp in gesprek te gaan. Dat het niet goed gaat in een gezin, wordt vermoedelijk ook minder vaak opgemerkt. 56 procent van de ondervraagden geeft aan dat het signaleren van misstanden bij nieuwkomersgezinnen lastiger is dan bij andere gezinnen. Door een taalbarrière of tijdgebrek is het voor hulpverleners soms moeilijk om een band op te bouwen.
Spookverhalen
Medewerkers zijn soms bang om vragen te stellen, omdat ze denken dat het voor de ouders voelt als een aanval op hun manier van opvoeden, zegt projectleider Maartje Gardeniers van Pharos. “Je zou je vrij willen voelen om te vragen of er wel eens ruzie wordt gemaakt of dat er geslagen wordt, zonder dat mensen bang zijn om veroordeeld te worden of bijvoorbeeld denken dat ze daardoor hun verblijfsstatus kwijtraken. Dat zijn spookverhalen die rondgaan.”
Eén van de respondenten vertelde over een mentor van een school, die een vader aansprak op de slechte schoolprestaties van zijn zoon. De vader was blij dat het gezegd werd; hij zou zijn zoon die avond een klap verkopen. De mentor zei dat hij dat niet mocht doen, omdat dat in Nederland niet mag. De vader vroeg wat hij dan moest doen, waarop de mentor snel bedacht dat hij wellicht de telefoon van de jongen twee uur kon innemen. “Het was niet zo dat deze meneer zijn agressie kwijt moest. Hij was dat gewoon zo gewend, maar was blij dat hij een alternatief kreeg aangedragen.”
Opvoeden tussen twee culturen in
Gezinnen met een migratieachtergrond weten vaak niet wat er aan opvoedondersteuning mogelijk is in Nederland. Pharos vindt dat er meer aandacht voor de mogelijkheden moet komen bij inburgeringscursussen en andere instanties waar nieuwkomers mee te maken hebben. Tegelijkertijd moet er bij organisaties zelf meer kennis komen over opvoeding in verschillende culturen.
Bij deze groep is er door stress, trauma’s, onzekerheid over een verblijfsstatus, werkloosheid, discriminatie of een gebrek aan een ondersteunend netwerk een verhoogde kans op kindermishandeling. Het aantal minderjarige asielzoekers in Nederland stijgt ieder jaar. In 2022 ging het om 7387 minderjarigen, een jaar eerder waren dat er nog 5950. De meeste kinderen komen uit Syrië: 1330.
“Deze mensen hebben vaak veel meegemaakt. Ze zijn soms lang uit elkaar geweest en moeten elkaar opnieuw leren vinden. Dat zijn allemaal factoren die de gezinsdynamiek onder druk zetten, los van wat ze op de vlucht al hebben meegemaakt”, zegt Pharos-directeur Patricia Heijdenrijk. Zij ziet een oplossing in het aanbieden van bijeenkomsten over hoe je kunt opvoeden tussen twee culturen in. “Daar hoor je dan dat bepaalde dingen niet normaal zijn in Nederland, of je ziet andere gezinnen die met dezelfde thema’s worstelen.”
Lees ook:
Onvrede over acute aanpak jeugdzorgcrisis
De jeugdbescherming, jeugdrechters en Veilig Thuis denken niet dat de crisisaanpak van Weerwind en Van Ooijen snel gaat werken. De jeugdbescherming weigert voorlopig overleg met hen.
Jeugdzorg in crisis moet zich beperken tot de zwaarste gevallen
Kinderen die uit huis zijn geplaatst gaan met spoed hulp krijgen. Dat heeft gevolgen voor de rest van de wachtlijst.