Bezoekstop
Ouderen met een migratie-achtergrond in een zorginstelling hebben het extra zwaar
Het bezoekverbod aan ouderen in een zorginstelling is voor iedereen zwaar. Maar als vader alleen maar Turks spreekt en de verzorgers zijn cultuur niet kennen, wordt dat isolement nóg schrijnender.
Ze vreest dat haar vader in de huiskamer van het Haagse verpleeghuis nu hele dagen naar de shows van André Rieu zit te kijken, en dat valt niet mee als je geen Limburgs, maar Turks verstaat en liever naar de muziek van Tarkan luistert. Toch moet de vader (84) van Fatos Ipek-Demir het daar mee doen.
“Sinds afgelopen maandag mag ik niet meer bij hem”, zegt ze. En Ipek-Demir heeft het daar moeilijk mee. “Ik ben altijd kritisch geweest op de kwaliteit van de Nederlandse zorg, maar heb daar ook meer begrip voor gekregen. Het ligt niet aan de medewerkers, maar aan de werkdruk. Als dochter en mantelzorger probeerde ik steeds het verschil te maken. Ik veegde de poep van zijn schoenen, knipte zijn nagels.” Maar ze stuurde ook de mosterdsoep terug als daar spekjes in zaten. “Maar dat proeft-ie toch niet?”, was dan het antwoord. “Ik moest dan uitleggen dat dit niets met smaak te maken heeft, maar alles met zijn geloof.”
Ze begrepen ook niet waar zijn en háár hoge eisen aan de hygiëne vandaag kwamen, vertelt Ipek-Demir. “Ze kennen mijn vader wel, maar weten niet werkelijk wie hij is. Hij was ooit een trotse kok, uiterst gedisciplineerd en netjes. De boodschappen moesten in volgorde op de band bij de supermarkt. Bij zijn persoonlijke verzorging kon ik daar rekening mee houden, en mijn broer bracht Turks eten en de uitgebreide salade waar hij als kenner zo van hield. Maar het kan allemaal niet meer, omdat het niet meer mág.”
De vader van Ipek-Demir lijdt aan dementie, net als naar schatting 38.000 Nederlanders met een migratieachtergrond. Haar vader verkeert in het laatste stadium, en herkent haar inmiddels niet meer. “Dat is een schrale troost. Maar dat ik niet meer bij hem kan zijn in deze laatste fase is verschrikkelijk. Ik verkeer in een chronische rouw.”
Gegijzeld door corona
De 83-jarige vader van Gul Dolap-Yavuz is er iets beter aan toe, maar hij ligt in Amersfoort gevangen in een soort niemandsland tussen ziekenhuis en revalidatiecentrum. Juist omdat ouderen met een migratie-achtergrond vaak geen passende zorg en aandacht krijgen, begon Dolap-Yavuz zelf een dagopvang voor allochtone ouderen. Maar sinds haar dementerende vader zijn heup brak heeft ze de regie verloren. “Hij is geopereerd en herstellende, maar voor hem is geen plek in een revalidatiecentrum. Daarom ligt hij nu alleen in een kamertje van het ziekenhuis, naar het plafond te staren. Hij spreekt alleen maar Turks, en begrijpt niets van wat er om hem heen gebeurt. Hij zit als het ware gevangen in de taal.”
Zijn kinderen en kleinkinderen proberen hem zo goed mogelijk te helpen. Hij heeft inmiddels een mobiele telefoon zodat hij met hulp van verpleegkundigen een beeldverbinding tot stand kan brengen. “Maar dat maakt geen einde aan de eenzaamheid die hij en mijn moeder thuis voelen. En vergeet zijn kinderen niet.” Dolap-Yavuz heeft onderzocht of hij niet tijdelijk thuis kan zijn, in afwachting van de revalidatie. Veel kinderen van allochtone ouderen nemen hun ouders in huis om te voorkomen dat ze in een zorgcentrum belanden. “Maar hij gaat te zeer zijn eigen gang. Soms wil hij zo met zijn gebroken heup uit bed stappen. Ik durf dat niet aan, en ook het ziekenhuis vindt dat ontslag onverantwoord zou zijn.”
Fatos Ipek-Demir en Gul Dolap-Yavuz probeerden met hun nagebrachte maaltijden, de ‘extra reinheid’ zoals ze dat zeggen, en de overbetrokkenheid de Nederlandse zorg met een Turkse saus te overgieten. Maar die aanvulling is tot staan gebracht. Beide families worden gegijzeld door het coronavirus.
Lees ook:
Een allochtone woongroep die voelt als een dorp: ‘Ik leef hier mijn eigen toekomst’.
Glenn Hussain is de initiatiefnemer van de eerste multiculturele woongroep waarin migrantenouderen uit landen als Marokko, Palestina, Irak, Iran en Suriname samenleven met senioren die in Nederland geboren zijn.