Het spookhuis op een kermis in Amsterdam. Beeld Patrick Post
Het spookhuis op een kermis in Amsterdam.Beeld Patrick Post

Déjà vuSpookslot

Ooit had de Efteling het grootste Spookslot van Europa

Paul van der Steen

‘Het grootste spookslot van Europa staat niet in een moerassig, nevelig gebied ergens in Engeland, maar in onze eigen vaderlandse tuin van sprookjes en illusies, De Efteling in Kaatsheuvel’, schreef Trouw in 1978. De opening van de nieuwe attractie moest het 25-jarig bestaan van het Brabantse pretpark luister bij zetten. Duizenden mensen lieten er vrijwillig ‘de ellende van spoken, gedrochten, gekerm en jonkvrouwelijk geween over zich heen’ gaan.

Volgens Trouw vormde het Spookslot ook ‘het begin van een tweede generatie attracties, gericht op de leeftijdscategorie van 12-28 jaar’. Want voor de allerkleinste Efteling-gangers was het misschien toch al te eng.

Dat is nu waarschijnlijk anders. Zelfs de jongste kinderen hebben al behoorlijk sterke magen. Ze hebben vaak al vroeg meer gezien dan hun leeftijdgenoten van 44 jaar geleden. Hoe dan ook, het Spookslot is binnenkort geschiedenis. Het maakt in de loop van dit jaar plaats voor een gloednieuwe Efteling-attractie.

Sensatie zorgt voor klandizie

Het Kaatsheuvelse griezelkasteel, net als het Sprookjesbos van het pretpark uitgevoerd in de stijl van tekenaar Anton Pieck, voldeed aan de eeuwenoude behoefte van veel mensen aan portie horror op zijn tijd. Mythen, sagen en andere volksverhalen waren ervan vergeven. Met kermissen kwam in vroeger tijden een wereld aan ongewoons en angstaanjagends mee: vrouwen met een baard, zeemeerminnen, levende skeletten, reuzen of dwergen. De sensatie moest lief zo groot zijn, dat het verhaal zich rond sprak. Dat zorgde immers voor flinke klandizie.

In speciale griezelkabinetten konden bezoekers huiveren bij allerlei akeligs: van door nabootsingen van door aandoeningen aangevreten ingewanden tot in was uitgevoerde hoofden van recent terdoodveroordeelden. Ook optredende magiërs, helderzienden en hypnotiseurs speelden graag met de angsten van het kermispubliek.

Vanuit de griezelkabinetten, waar de rondgang soms met effecten als plotseling opkomende stoom extra eng werd gemaakt, ontstonden de gemechaniseerde spookhuizen. Klanten namen plaats in wagentjes die zich over een vast tracé door de attractie bewogen. Het bood de mogelijkheid om nog geraffineerder te spelen met allerlei effecten, met snelheid, rust en plotselinge zwenkingen. Wie naar binnenging, gaf zich over. Hij of zij had niets meer voor het zeggen, zelfs het tempo van de rondgang niet.

Dat laatste was een bijkomend voordeel voor de exploitant. De wagentjes gingen in een paar minuten het spookhuis door. Dat kwam bij voldoende belangstelling de bezoekcijfers en de omzet ten goede.

Niet meer lopend, maar in een wagentje

Pretparken waren in wezen grote, permanente kermissen. Het in 1955 in Californië geopende Disneyland moest ook een griezelattractie krijgen. De ontwikkeling van dat idee kostte meer tijd dan gedacht. Vanaf 1961 kregen bezoekers bij de ingang van Disneyland te horen dat het aanbod in 1963 zou worden uitgebreid met The Haunted Mansion. Ook op televisie maakte Disney alvast reclame.

In werkelijkheid opende het op de streek rond New Orleans geënte spookhuis pas in 1969. In eerste instantie waren de creatievelingen van het entertainmentbedrijf te druk met hun werk voor de wereldtentoonstelling in New York in 1964 en 1965. Na de dood van de grote Walt Disney zelf volgde een grootscheepse aanpassing van de oorspronkelijke ideeën voor The Haunted Mansion. Bezoekers liepen er bijvoorbeeld niet langer doorheen, maar kwamen in wagentjes te zitten, wat de capaciteit flink verhoogde. Vanaf de jaren zeventig kregen ook andere Disneyparken hun spookhuizen.

Het in 1978 geopende Spookslot in De Efteling bleef niet het grootste van Europa, Andere pretparken presenteerden in de decennia die volgden eigen uitvoeringen van hetzelfde concept, bijvoorbeeld in Phantasialand in Brühl bij Bonn. Aan een deel van de burchten was te zien dat naar het Brabantse voorbeeld was gekeken. Al vormden de nog kleurrijkere en uitbundigere kastelen in Disneyparken evengoed een bron van inspiratie.

Paul van der Steen bekijkt wekelijks het nieuws door een historische bril. Eerdere afleveringen van de rubriek Déjà Vu leest u hier.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden